Ben ik nog mee?

Muziekbeleving

Ik beluisterde vandaag voor de zoveelste keer deze week de nieuwe cd ‘Same old man’ van John Hiatt en ‘East-West’ van The Butterfield Blues Band. Die laatste, een plaat uit 1966, is overigens een LP reissue op het Sundazed label uit 2001 en werd me onrechtstreeks warm aanbevolen door Martin Pulaski. Beide platen waren samen met ’Ode to Billy Joe’ van Bobbie Gentry en ’For Emma, forever ago’ van Bon Iver mijn aankopen van vorige vrijdag. Maar dat is hier nu niet belangrijk. Mijn overzicht van mijn aankopen voor het 2008-in-cd’s collectief vul ik later wel eens aan. Belangrijker nu is dat ik maar blijf luisteren naar die platen van John Hiatt en The Butterfield Blues Band. Omdat ze me bij iedere nieuwe luisterbeurt blijven boeien en vooral blijven verwonderen. Ik beluister ze dan ook niet zomaar als achtergrondmuziek, want dat zou in deze beide gevallen zeer oneerbiedig zijn, maar bewust en aandachtig. Ik vergaap me aan de spetterende gitaarsolo’s en de diep groovende basklanken op ’East-West’ die als onaardse figuren uit mijn speakers rollen. Op ‘Same old man’ herken ik dan weer maar al te goed de vertrouwde John Hiatt signatuur. En dat bedoel ik niet in negatieve zin. Nee, ik vind het gemak waarmee John Hiatt nog altijd scherpe, gevatte teksten en schitterende melodieën blijft verzinnen ronduit verbluffend en verbazingwekkend. Bovendien geniet ik deze keer bij Hiatt ook van de mooie, warme gitaarklanken en dat was al geleden sinds zijn beste plaat ‘Crossing muddy waters’ uit 2000. Recensenten zullen over de nieuwe John Hiatt zeggen: “Hiatt by numbers”, maar ik ben dan ook, hoewel ik het mij in het verleden een paar keer waande, geen recensent. Ik ben een muziekgenieter. En deze week geniet ik met volle teugen en eindeloos als in een onophoudelijke chain gang van de nieuwe plaat van John Hiatt en de oude plaat van The Butterfield Blues Band. Ik voel me deze week de koning te rijk met die beide platen. Meer heb ik deze week dan ook niet nodig.

En zo gaat dat week in week uit. Iedere vrijdag koop ik me een aantal nieuwe recente platen en nieuwe oude platen en altijd zit er wel minstens eentje tussen die de soundtrack bij mijn hele volgende week zal zijn. Zo is het de laatste 20 jaar altijd geweest en zo lang er platen in fysieke vorm zullen verkrijgbaar zijn zal dat zo blijven doorgaan. Ik hoef geen platen op voorhand via één of andere illegale downloadblog of forum te beluisteren. Zo’n zielloze zoektocht is niet aan mij besteed. Die moderne vorm van muziekbeleving laat ik over aan de moderne muziekliefhebbers. Eigenlijk verbazen zij me enigszins in positieve zin: ze beweren immers dat ze zich miskopen besparen door platen goed en aandachtig op voorhand via het net te beluisteren en te beoordelen. Ongelooflijk vind ik dat; haast fenomenaal. Ik ben immers 24u op 24 thuis, heb een haast onbestaand sociaal leven en zelfs ik heb nét tijd genoeg om mijn aankopen van de vrijdag ervoor, gemiddeld een plaat of 5, grondig te beluisteren. Maar de moderne muziekliefhebber heeft blijkbaar dat zalige autistische trekje dat ie én ettelijke tientallen platen per week via het net kan beluisteren en beoordelen én ook nog zijn aankopen kan beluisteren. Die aankopen hoeft hij gelukkig niet meer te beoordelen; dat heeft ie al gedaan tijdens zijn vele voorbeluisteringen via het net. Pure tijdswinst dus. Waarom beluistert hij die aankopen nog eigelijk? Beter nog: waarom koopt hij die platen nog als hij ze toch al van binnen en van buiten kent? Toch niet om die arme sukkelaars van muzikanten te steunen zeker? Toch niet voor het fysieke genot van het artwork in het doosje zeker dat uiteindelijk alleen maar plaats in beslag neemt en een ideaal stofnest is? Of misschien hebben ze wel de unieke gave die het hen mogelijk maakt dat ze 2 of 3 of 5 of 10 of 20 of 100 platen tegelijk en allemaal even aandachtig kunnen beluisteren? In ieder geval: chapeau; ik ben stikjaloers en ik wou dat ik ook die vorm van autisme had.

Maar ach, als de moderne muziekconsumenten zich bij deze moderne vorm van muziekbeleving gelukkig voelen; het zij zo. Daar maak ik me gelukkig al een paar jaar niet meer druk over. De techniek is vandaag nu éénmaal wat ie is. Maar: ik mag het wel een armzalige manier van muziekbeleving vinden. Deze eigen mening daarover is ook mijn goed recht. Een mening die ik overigens deel met producer Joe Boyd, vernam ik deze week in Humo. Boyd vindt net als ik internet en MySpace “een vergiftigd geschenk waardoor alles te beschikbaar is”. En zo is het maar net. Ik weet perfect wat Boyd bedoelt met “een vergiftigd geschenk”: Iedereen lijkt vandaag alleen maar te zeuren over de muziek die hij beluistert. Hoe meer gigabytes muziek op de harde schijf, op een externe harde schijf of op een iPod, hoe harder het gezeur, lijkt de regel vandaag te zijn. Ik ben daarom gelukkig dat ik het einde van de jaren ‘70 en het begin van de jaren ‘80 nog bewust meegemaakt heb, toen “de mensen” nog gelukkig en blij waren met slechts 10 tot 50 platen in hun platenkast. Een platencollectie was toen nog waardevol bezit. En die enkeling in de buurt met een platenverzameling die de kaap van 100 exemplaren overschreed, werd bewonderd en gerespecteerd. Tegenwoordig kan je overigens maar beter 500 gigabyte of meer aan muziek op je computer hebben staan (waar niemand het ziet), want iemand met een buitenproportionele fysieke en dus zichtbare muziekverzameling wordt nu bekeken als iemand met een zware mentale afwijking. Ik schaam me dan ook haast voor mijn muziekverzameling die tentoon staat in de living. Men zadelt me zelfs middels bedenkelijke, haast afkeurende blikken met een schuldgevoel op. Je kan vandaag dan ook maar beter je muziekverzameling in een donkere vergeten hoek in huis verbergen, want voor je het weet stopt men je in een psychiatrische instelling daarvoor. Maar ik wijk af geloof ik. Ik had het erover dat mensen vroeger nog blij waren met hun 10 exemplaren tellende platenverzameling. Men had de liedjes op die platen al honderden keren beluisterd en gehoord, maar toch genoten de mensen zichtbaar met volle teugen bij iedere nieuwe beluistering. Men verwonderde zich zelfs na 3.869 beluisteringen van de gitaarintro van ‘Hey Joe’ van Jimi Hendrix of de oerriffs van ’(I can’t get no) Satisfaction’ en ’Smoke on the water’ nog even erg als bij de allereerste beluistering ervan. Wat mij eindelijk bij het zwaartepunt van mijn hele verhaal brengt.

Verwondering, damesenheren! Verwondering; daar zou het altijd moeten om draaien bij muziekbeleving. Helaas draait vandaag alles rond de hipheidsfactor die je Last FM profiel weergeeft. Je street credibility als muziekkenner wordt bepaald door Last FM. Velen luisteren vandaag dan ook in functie van dat idiote profiel. Ik had vorig jaar Last FM welgeteld één week op mijn pc geïnstalleerd en ik kreeg het er al op de heupen van. Ik beluister al weinig tot geen muziek via de pc en door dat vervloekte onding moést ik wel muziek via de pc beluisteren om toch een beetje profiel aan te maken. Na een week gaf ik het op. Ik had door dat dat verwerpelijke onding mijn muziekbeleving stuurde en dat ik er geen controle meer over had. Weg met dat speelgoed van de duivel, dacht ik, en ik gooide Last FM van mijn pc. Ik v
oelde me meteen bevrijd en opgelucht. Ik vind het dan ook ongelooflijk dat vele miljoenen zich vandaag nog altijd laten sturen en (mis)leiden door die immens grote onwaarschijnlijke hoop gebakken lucht. Het leidt op den duur tot een persoonlijke crisis bij rechtgeaarde muziekliefhebbers zoals eerder deze week het geval was bij Peerke en Secretly Belgian. Voortdurend stellen ze zich de vraag of ze nog “mee” zijn. Dat is echter een onbelangrijke, onzinnige vraag. Muziek moet je raken en, belangrijker, verwonderen. De vraag die men zich moeten stellen is: “Kan de muziek die ik beluister me nog verwonderen, raken, in vervoering brengen?” Als het antwoord op die laatste vraag negatief is, dan scheelt er inderdaad wat aan de muziekbeleving van de persoon in kwestie. Op dat moment sta je als muziekliefhebber voor het dilemma: blijf ik voortdoen zoals ik bezig ben of ga ik me herbronnen? Is het belangrijker de muziek te bijven volgen en beluisteren die “mee” is en “hip” is of beluister ik in tegendeel de muziek die me een goed gevoel geeft, die me verwondert, die me keer op keer raakt, ook al is dan het gevolg voor mijn hipheidsfactor in mijn Last FM profiel nefast? Anders uitgedrukt: blijf ik kostbare tijd verknoeien aan muziek die weliswaar “mee” en “hip” is maar die me eigenlijk niet ligt of ga ik eindelijk eens de muziek beluisteren die ik eigenlijk wél mooi vind? “Mee” willen zijn is in ieder geval sowieso compleet zin- en nutteloos. Je wordt er alleen maar gek van op den duur. Als je alle hippe muziekwebzines en muziekblogs zou moeten geloven verschijnen er immers wekelijks tientallen essentiële meesterwerken en dat is onzin natuurlijk. Ook hier is het internet de grote boosdoener. Tegenwoordig lijkt iedereen zich immers singersongwriter te wanen waardoor iedereen zijn muzikale exploten met de rest van de wereld meent te moeten delen en ze op MySpace gooit. Elvis Costello sprak onlangs van een oververzadiging van de muziekmarkt. Elvis Costello is vanwege deze uitspraak een verlichte geest. Want inderdaad; door de huidige oververzadiging zien ook de zelfverklaarde muziekkenners van de talloze webzines het bos door de bomen niet meer en praten ze mekaar veiligheidshalve na. Je zou als recensent immers maar eens de enige zijn die een eigen afwijkende negatieve mening over deze of gene unaniem positief ontvangen hippe plaat durft te verkondigen. Dan kan je het wel schudden in het stompzinnige webzinewereldje. Voorgoed je street cred kwijt. Gevolg: identiteitscrisis, depressie, zelfmoord.

Zo ver heb ik het gelukkig niet laten komen. Ik besefte een aantal jaren geleden zelf dat ik verkeerd bezig was wat mijn muziekbeleving op dat moment betrof. Ik verbaasde me namelijk over mijn eigen onzin toen ik op het goddeauforum mijn eigen gebrekkig geformuleerde meningen op een avond zat na te lezen. Ik beluisterde toen ook nog hippe platen om nog enigszins “mee te zijn”, ook al wist ik toen al dat americana, altcountry, folk; rootsmuziek in het algemeen zeg maar, mijn ding waren (en nog steeds zijn). Gelukkig zag ik tijdig in dat het idioot was om platen te blijven kopen en beluisteren die me eigenlijk niet zo interesseerden, maar waar ik me wel persé een eigen mening wilde over vormen. Sindsdien koop ik nog altijd minsten evenveel platen als toen. Maar nu koop ik tenminste de platen die me wél interesseren. Jammer genoeg voor mijn hipheidsfactor zijn dat bijna allemaal stoffige, ouderwetse americana platen. Maar fuck it, het kan me totaal geen enkele ruk schelen of ik nog al dan niet “mee” ben. Ik koop en beluister vandaag de muziek waarvan ik uit ervaring weet dat die me interesseert en die me tijdens het beluisteren hopelijk zal verwonderen, raken en misschien zelfs een kick in de onderbuik zal geven. En deze week is dat het geval met de nieuwe John Hiatt cd ‘Same old man’ en de oude LP ‘East-West’ van The Butterfield Blues Band. Vandaag bestelde ik me mailsgewijs bij mijn platenboer overigens de vreselijk onhippe nieuwe platen ’All I intended to be’ van Emmylou Harris, ‘Not forgotten’ en ‘Gamblin’ house’ van Malcolm Holcombe, ‘Sweet something steady’ van Romi Mayes, ‘Fragile’ van Bo Ramsey, ‘Man descending’ van Justin Rutledge en ‘Blame it on gravity’ van Old 97’s. Slechts een kleine greep uit het huidige aanbod americana releases, maar je moét een selectie durven maken. Anders word je ook gek. Ik had keuze uit honderden recent verschenen rootsreleases. Probeer uit zo’n gigantisch recent aanbod maar eens “mee” te zijn. “Mee zijn” met een compleet onhip genre op zich is tegenwoordig al onmogelijk, laat staan dat je dan “mee” kunt zijn met het totaal onoverzichtelijke aanbod aan nieuwe releases in alle genres. Muzieknerds maken zich dan ook maar wat wijs dat ze “mee zijn”. Integendeel zelfs; ze zijn het spoor compleet bijster. Maar vooral en belangrijker: ze zijn de verwondering voor muziek kwijt. Ik vind dat een spijtige zaak. Toen ik pakweg 18 was, duikelde ik van de ene muzikale verwondering in de volgende middels de weinige platen die ik me toen kon permitteren. Ik bleef ze tientallen keren na mekaar draaien. Tegenwoordig wanen jongeren (en ouderen) zich rijk met hun 500 gigabyte al dan niet legale muziek, maar in werkelijkheid zijn ze armer dan ik. Ik, die slechts 5 platen per week koop en intensief beluister, voel me dan ook rijker dan hen. “Renew your faith in music” schreeuwt de hoessticker op de LP reissue van ‘East-West’ van The Butterfield Blues Band hen toe. Hopelijk hebben ze er oren naar.

11 gedachten over “Ben ik nog mee?

  1. Amai Roen ge hebt weer nen helen boterham geschreven! Het “mee” zijn is bij mij niet ingegeven voor de hipheidfactor maar gewoon uit angst dat ik iets goed zou missen. Het “mee zijn” is dwangmatig ingegeven door een zoektocht naar die plaat die erin slaagt me te ontroeren, te verdwonderen, in vervoering te brengen… Vaak kom je dan bedrogen uit en denk je is het nu maar dit? Maar af en toe zijn er die parels die de eindejaarslijstjes vullen en daar doen we het dan voor.

    Like

  2. Het is gevaarlijk op die manier, beste secretly belgian. Het dwangmatig willen horen om te zien of er zoveel mogelijk pareltjes te rapen vielen in een grote greep van het totale muziekaanbod, maakte me tot een paar jaar geleden op den duur alleen maar gefrustreerd en geïrriteerd. Je kan maar beter een kleine greep nemen, die je onder andere toestaat dat je ook beter gaat luisteren. Dan ben je niet meer “mee” en mis je wellicht vele parels, maar who cares? Parels mis je sowieso, want er verschijnen iedere week ettelijke honderden releases.

    Like

  3. Roen, ik had je tekst nog niet gelezen toen ik die van mij schreef. Wel heb ik vanmorgen dat interview met Joe Boyd gelezen.
    Ik ben het volledig eens met je argumenten. Muziek beluisteren doe je met goesting, muziek ontroert je, muziek laat je een andere wereld binnentreden. Anders is het onzin.
    Bij last-fm heb ik ook mijn twijfels. Maar tot voor kort werkte ik op mijn pc, waar ik ook cd’s op draaide, dus gaf last-fm een vrij juist beeld van wat ik graag hoor. Nu heb ik een laptop die niet is aangesloten op een stereo-keten. En ik luister niet graag met de koptelefoon. Wat ik nu probeer te doen is elke week enkele cd’s te draaien die ik echt heel goed vind.

    Ik vind echt niet dat je je moet schamen voor je platenverzameling. Er zijn veel mensen die gek zijn op zo’n verzameling. Andere mogen sportwagens hebben, geef mij maar een mooie verzameling muziek en boeken.

    Ik ben ook niet echt bang meer om iets te missen. Waarom zou je bang zijn? Als het nu goed is, is het over twintig jaar ook nog goed. Dan kan ik er in 2028 ook nog naar luisteren (als ik dan nog niet helemaal doof ben).

    Fijn dat je the Butterfield Blues Band zo mooi vindt. De titeltrack is echt fantastisch.

    Like

  4. Kan niet slapen! De poes is geopereerd en moet wat geobserveerd.
    Telepathie? Kom op jouw rubriek ‘Mijmeringen’ terecht.Net nu ik het daarstraks met Martin over de grieken had…de platenhoes van East-West met twee kariatyden, die zich op de Akropolis te Athene bevinden. Zijn het de originele beelden of de copies? Is hier niet van belang. Belangrijk is de vraag wat ze op deze hoes doen? Artistieke vrijheid of …????

    Like

  5. Groot gelijk Roen en ik ga even vloeken in de kerk als ik zeg dat eigenlijk net hetzelfde geldt wanneer je bepaalde grootheden niet goed vindt of kent.

    Ik krijg er het schijt van dat mensen geschrokken zijn als ik zeg dat The Beatles mijn ding niet zijn of dat ik nu eenmaal nooit echt fan van Neil Young of Dylan was (ok nu begin ik ze te appreciëren). Maar dat toontje dat dan impliceert dat ik geen ‘echte’ muziekkenner of liefhebber ben…ze kunnen het in kont steken als er tenminste nog plaats is naast hun hoofd.

    Muziek gaat om verwondering, om het meegesleept worden, om het geraakt worden door iets wat iemand ooit schreef. En het interesseert me geen reet of dat dan canon is of hip of net elitair. Ik ontdek oud en nieuw wanneer het gebeurt. Ik zal eens iets opzoeken of uitlenen maar bovenal laat ik het op me afkomen en als ik dan eens niet mee ben, dan is het maar zo. Ik zal ze later wel eens opnieuw oppikken en wie weet worden ze dan wel een compagnon de route.

    Like

  6. volledig herkenbaar. ik koop dan ook steeds meer platen die ik echt wil horen (meerdere genres en decennia) dan platen die ik koop omdat ze nu goeie recensies krijgen en beschouwd worden als onmisbaar

    Like

  7. Mie, ik ben hier niet op eigen terrein, maar ik denk dat Roen het mij wel toestaat om iets te zeggen over die kariatiden. Ik denk dat ze te vinden zijn in Chicago. Ze schragen een deel van het Museum Of Science And Industry. The Butterfield Blues Band kwam uit Chicago, het Athene van de Blues.
    Interessant voor jou is misschien dit: de plaat East-West verscheen oorspronkelijk op het Elektra-label.

    Like

  8. Hoe zeer ik ook pitchfork en andere brol volg, mee ben ik nooit echt geweest en zal ik ook nooit zijn. Dat is geen ramp: ik ga er altijd vanuit dat goede hedendaagse dingen wel komen bovendrijven via tips of lijstjes van anderen die zich nog wel allemaal die moeite getroosten.

    Ik duik gewoon veel liever in het verleden, maar de manier waarop ik bv. de jaren zeventig uitpluis, komt ook vervaarlijk in de buurt van de overdreven en vluchtige muziekconsumptie die aangehaald wordt. All music guide en andere sites uitpluizen, platen downloaden (ik beken; niet dat ik het eigenlijk nog moest vermelden 🙂 ) en een aantal keer luisteren alvorens hem ergens op een harde schijf te dumpen. Maar die honger naar muziek kan ik gewoon niet bedwingen, het is zoveel sterker dan mij.

    De laatste tijd heb ik mij echter bezind, temeer omdat mijn laptop propvol stond/staat. Ik heb een hoop platen die toch nooit luister, weliswaar met pijn in het hart, naar de digitale prullenmand verwezen, en die platen die ik altijd al goed genoemd heb ook effectief aan een luistermarathon te onderwerpen, en er echt tijd voor uit te trekken. Maximaal drie verschillende platen per dag is de vuistregel geworden; zo heb ik de laatste dagen bijna obsessief naar Bowie’s [i]Low[/i] en [i]Station To Station[/i] geluisterd, en het doet echt veel voor mijn waardebepaling ervan. Hopelijk blijf ik het volhouden…

    Like

  9. Ik bedenk ook regelmatig dat ik minder en minder de tijd neem en heb om CDs te beluisteren en helemaal te ontdekken.
    En dan ontdek je na een half jaar plots dat een eerst verguisde plaat toch een pareltje is. Een mens moet ook tijd maken voor verwondering. Misschien toch wat minder muziek kopen (hoewel ik zeer geïntriogeerd ben door sezaars Amen Ra verhalen,)

    Like

  10. Roen, we zouden eens in dat koppeke van martin moeten kunnen zien…GEWELDIG hoeveel hij weet en kan linken! Die kariatiden behoren inderdaad-bij nader onderzoek-tot het Museum of Science, het voormalige PSK (1893) van Chicago, vandaar…
    Chicago, het Mekka van de electrisch versterkte Blues, met als peetvader Elmore James (syn. Brooks), King of the Slide Guitar. Ik leer snel, niet?
    The Butterfield Blues Band maakte de hoesfoto dus simpelweg thuis.Als ik beter had gekeken, ze staan effectief ter plekke!

    Like

  11. @ Martin:
    Ik verdraag ook geen koptelefoon. En meteen leg je de link Chicago – Chicago blues – Athene.

    @ Guy:
    Het heeft lang geduurd, maar eindelijk ben ik ook tot dat besef gekomen. Het kan nog altijd beter, maar I’m workin’ on it, at least.

    @ Sezaar:
    Ik durfde het in mijn tekst niet te zetten, en dus schrapte ik het, maar mensen kunnen zelfs oprecht geraakt worden door de liedjes van Laura Lynn en Frans Bauer.

    @ Joey:
    Je draagt het hart op de juiste plaats, Joey. Je hebt alleen het ongeluk te laat geboren geweest te zijn. Dat jij “profiteert” van de moderne middelen is niet meer dan normaal; ze werden je tenslotte aangereikt. Maar ik raad je aan om bv. eens platen te gaan uitlenen in je plaatselijke bib of mediatheek. Dan kost het je een beetje, maar je hebt meteen het artwork erbij terwijl je luistert en je kan altijd de cd’s op je pc rippen.

    @ Maarten:
    Dankzij jou kom ik alweer tot een nieuw inzicht (het lijkt misschien niet altijd zo, maar ik leer ook voortdurend bij wat muziekbeleving betreft): albums quoteren is idioot. Ik zal het niet meer doen in de toekomst.

    @ Mie:
    Martin is The Godfather, Mie. Ik hoop dat hij nog de tijd, de moed en het geduld zal kunnen opbrengen om zijn wijsheid met ons via zijn blog te delen. Hij heeft me alleszins al dikwijls tot andere inzichten gebracht, aangezet tot denken, enz. Martin is een goed mens.

    Like

Reacties zijn gesloten.