Closing Time :: Country

82582102_10221633017960315_3757055236682809344_oZou het hiernamaals er ook zo vredig uitzien, vroeg ik me af terwijl ik gisteravond met mijn hond over de in een dikke mist gehulde kam van de Bosberg wandelde. De mist had zich sinds zondagavond over Bosbergland gevlijd, en bezorgde me eindelijk dat wintergevoel waar ik al maanden naar hunkerde. Lang zal het niet duren, zag ik op de app van het kmi, want zaterdag is de lente alweer terug in ‘t land. Er valt dus geen tijd te verliezen om met volle teugen van het winterlandschap te genieten. Ik vond het dan ook vreemd dat wij geen silhouetten van andere ronddolende zielen in de muren van mist ontwaarden. En tegelijk verbaasde het me niet. Want hoewel een koud mistlandschap voor een vredige stilte zorgt, maakt het de mensen nog banger dan anders. Ze verschuilen zich in hun warme, goed beveiligde huizen, want met dit weer loopt het nu buiten ongetwijfeld vol ongure figuren, die zij – samen met dat linkse gespuis van Extinction Rebellion – liever in gevangenissen zouden zien belanden. Indien ik nu twintig was, had ik ongetwijfeld aan de XR-actie op het autosalon van afgelopen zaterdag deelgenomen, mijmerde ik, toen wij plots op het veld naast ons een bruine kudde zagen opdagen. Een kudde bruine reebokken, welteverstaan. Het was al lang geleden dat wij tijdens onze avondwandeling nog eens reebokken gezien hadden, en ik vreesde al dat de jagers ze enkele maanden geleden allemaal hadden afgeknald. Omdat het maar niet wilde winteren, bleven deze mensenschuwe dieren zich in hun schuilplaatsen in de bossen verstoppen, maar dankzij de mist durfden zij zich eindelijk in de velden en de bossen wagen. Toen zij ons in de gaten kregen, gingen zij er als een speer vandoor. Ik greep vliegensvlug naar mijn smartphone in mijn jaszak om ze te fotograferen, maar op het moment dat ik met mijn telefoon in de lucht stond te zwaaien, vluchtten zij net het bos in. Niet dat mijn hond ze met zijn geblaf verjaagd had, want hij geeft nooit een kik tijdens onze wandelingen. Braaf dier, onze Mirza. Weldra zullen wij jammer genoeg moeten afscheid nemen van hem, want hij is stokoud en versleten. En misschien ook wel een beetje levensmoe. Het is mooi en genoeg geweest, baas; de tijd van gaan is gekomen, zie ik hem de laatste weken steeds harder en luider denken. Dat wordt nog een harde noot om te kraken, zowel voor mij als voor mijn tienjarige zoontje Neil. Mirza is zijn beste vriend, en ik vraag me nu al maanden af hoe ik mijn lieve jongen op die onvermijdelijke dag zal troosten.

Hopelijk blijft die dag nog wat weg, want Neil loopt de laatste weken al gestresseerd genoeg rond. Hij moet namelijk samen met een klasgenoot tegen volgende maand een uitgebreide spreekbeurt maken. Nu hij in het vijfde leerjaar zit, moet hij plots wel tien pagina’s tekst uitschrijven, terwijl hij nog nooit drie opeenvolgende zinnen heeft geschreven, laat staan een opstelletje. Het is me wat met dat lager onderwijs van tegenwoordig. In de vroege jaren ‘80 moesten wij vanaf het derde leerjaar wekelijks een opstel schrijven. Er werd, in tegenstelling tot nu, urenlang en tot vervelens toe geoefend op zinsontleding en spelling. Nu, ruim vijfendertig jaar later, is schrijven ten strengste verboden tot en met het vierde leerjaar. Denkt zijn juf nu werkelijk dat de kinderen de teksten voor hun spreekbeurt helemaal zelf zullen schrijven?

Ik viel bijna van mijn stoel toen Neil vorige maand, net voor de kerstvakantie, verkondigde dat hij en zijn klasgenoot “muziekgenres” als onderwerp van hun spreekbeurt gekozen hadden. Een spreekbeurt over games, minecraft, youtube of bekende vloggers was mijn verwachting. Toch niet over muziekgenres? Neil is totaal niet geïnteresseerd in muziek. Ja, de hitjes van het moment kent hij uit het hoofd. De laatste tijd brult hij hevig mee met ‘Dance monkey’ van Tones & I en ‘Old town road’ van Lil Nas X die hij om de haverklap via youtube laat afspelen. Alles wat ik draai, vindt hij maar stom en gezaag voor oude mensen. Als ik hem dan verklap dat singer-songwriters als Ian Noe en Colter Wall ook nog maar twintigers zijn, klikt hij schouderophalend nog eens ‘Reünie’ van de Nederlandse rapper Snelle aan.

Toen ik hem op de tweede vrijdagavond van dit jaar vroeg over welke muziekgenres hij het in zijn spreekbeurt wil hebben, zei hij meteen: “Blues! En heavy metal! En punk! En disco!” “Fantastisch!”, repliceerde ik enthousiast. “Laten we dan even aan de computer gaan zitten zodat ik je wat muziekgeschiedenis kan bijbrengen.”, waarna ik ‘Dance monkey’ aanklikte op youtube. Neil stond meteen heftig te dansen en mee te zingen en hij was dan ook teleurgesteld toen ik dat vrolijke liedje al na een minuut abrupt onderbrak. “Nu gaan we eens op zoek naar de liedjes waar je vandaag ‘Dance monkey’ aan te danken hebt”, zei ik, en ik klikte een oude live-opname van ‘Radioactivity’ van Kraftwerk aan. Vol verwondering staarde Neil naar de vier vreemde snuiters van Kraftwerk die in de weer waren met oude synthesizers. Ik vertelde hem dat Kraftwerk bijna een halve eeuw geleden één van de pioniers van de elektronische muziek waren. Vervolgens keken en luisterden wij even naar Donna Summer (‘Hot stuff’), The Bee Gees (‘Stayin’ alive’), Depeche Mode (‘I just can’t get enough’), A-Ha (‘Take on me’), Pet Shop Boys (‘West End girls’), Stakker Humanoid (‘Humanoid’), Bomb The Bass (‘Beat dis’) Technotronic (‘Pump up the jam’), de Confetti’s (‘Sound of C’), 2 Unlimited (‘No limit’), Underworld (‘Born slippy’) en Faithless (‘God is a DJ’). Gaandeweg begreep hij dat deze muziek de oorsprong is van ‘Dance monkey’. Omdat ik ondertussen wel schoon genoeg had van die elektronische rommel nam ik hem via youtube mee naar de crossroads waar ene Robert Johnson bijna een eeuw geleden zijn ziel aan de duivel had verkocht om de blues te kunnen spelen. Je had z’n open mond en z’n opengesperde ogen moeten zien; zo geïntrigeerd luisterde hij naar mijn verhalen over de Afrikanen die per boot naar de Verenigde Staten gebracht werden om aldaar als slaven op de plantages te werken. “Om hun miserie te vergeten, zongen ze liedjes over hun “blues”, oftewel hun ellende”, zei ik hem. Van de blues ging het naar de folk, jazz, country, rhythm & blues, rockabilly, rock-’n-roll, de mersey beat en via de psychedlica van de jaren ‘60 belandden we uiteindelijk in de hard rock en de heavy metal. Het onheilspellende onweer dat ‘Black Sabbath’ van de gelijknamige band inluidt, maakte indruk, al was Neil niet zo bang als ik destijds. Tienjarige jongetjes van nu zijn duidelijk de tienjarige jongetjes van vijfendertig jaar geleden niet meer. Na nog wat zwaar geschut van onder meer Metallica en Slayer klikte ik met ‘Blitzkrieg bop’ van The Ramones een liedje aan dat hij al jaren kent. Iggy Pop & The Stooges vond hij maar niks, de Sex Pistols vond hij dan wel weer fascinerend en ‘Basket case’ van Green Day was duidelijk het lied te veel. Neil was het beu geworden; hij was compleet murw geslagen met muziekjes. Niet verwonderlijk, want inmiddels waren er al ruim vier uren verstreken. En dan hadden we het nog niet eens over soul, funk, reggae en disco gehad. Vier uren rondstruinen in de donkere krochten en spelonken van de muziekgeschiedenis is niet niks voor een mannetje van tien.

Mijn spreekbeurt had duidelijk indruk op hem gemaakt, want de dagen nadien zat zijn hoofd nog steeds vol met muziek. Je zag hem duidelijk tobben en hij bladerde zowaar uit eigen beweging in de naslagwerken die ik op de salontafel had klaargelegd. Nu niet dat hij met volle interesse in de ‘Hard rock & heavy metal encyclopedie’, de ‘country & western encyclopedie’ en ‘OOR’s popencyclopedie’ zat te lezen. Mijn eindwerk over ‘de evolutie van de popmuziek van 1967 tem 1992’ dat ik in het zesde middelbaar gemaakt had en waarvoor ik destijds een negen op tien had gekregen, kon hem al helemaal niet boeien. Maar er werd duidelijk volop nagedacht in dat kleine hoofdje. “Papa, ik ga het hebben over country in plaats van punk”, zei hij ‘s maandagsavonds tot mijn grote opluchting. “Punk is te moeilijk”, zuchtte hij. Dat muziek ooit zo maatschappijkritisch was geweest, kon er bij hem niet in. Bovendien vond hij het brede scala van de punk veel te verwarrend. De Ramones, Green Day en Sex Pistols, ja, dat klinkt duidelijk als punk voor hem. Maar de eerste platen van Patti Smith en Elvis Costello zijn toch geen punk? De hele uitleg daarover wilde ik hem besparen en dus werd punk in de prullenmand gegooid ten voordele van country. Vol goede moed begon hij vervolgens aan zijn stukje over blues te schrijven. Tot mijn grote verbazing had hij een pracht van een beknopte samenvatting geschreven van de wikipedia-pagina’s over blues die ik hem had uitgeprint. Ik verbeterde een paar schrijffoutjes en vulde zijn tekst nog wat aan om het geheel op te leuken. “Die anekdote over de crossroads en de duivel moet er echt in Neil; dat zullen je vriendjes en de juf leuk vinden”, verzekerde ik hem. En vervolgens schreef hij de dagen nadien opnieuw zeer goede, beknopte samenvattingen over country, heavy metal en disco. Hier en daar voegde ik wat dingen toe, maar telkens stond ik er toch enorm van versteld dat hij duidelijk wist waarover hij schreef.

In ieder geval leidden Neil zijn spreekbeurt en onze gesprekken ertoe dat ik de laatste weken na lange tijd terug veel naar country en americana heb geluisterd. Temeer ook omdat singer-songwriter David Olney enkele dagen geleden stierf, waardoor ik diens platen terug ging beluisteren. Toegegeven, het zijn platen die ik in de loop der jaren veel te weinig uit mijn cd-rekken getrokken heb en bijgevolg onvoldoende ken. Met David Olney stierf er in ieder geval alweer een icoon van de hedendaagse americana. De laatste jaren had americana-land al zulke zware klappen te verwerken gekregen met de dood van helden als Robert Fisher, Greg Trooper en Jimmy LaFave.

Maar de cd-box die hier de voorbije tien dagen de activiteiten in onze ranch telkens opvrolijkte, was de schitterende driedubbel-cd ‘Closing Time: Country’, een compilatie uit 2013 die door acteur Johan Heldenbergh werd samengesteld. Dankzij zijn onvergetelijke hoofdrol in ‘The broken circle breakdown’, de live shows met de Broken Circle Breakdown Bluegrass Band die hij in de nasleep van het immense succes van de film bracht én het radioprogramma ‘Closing Time: Country’ dat hij voor Radio 1 samenstelde en presenteerde, was Vlaanderen dankzij Heldenbergh gedurende een jaar of drie helemaal in de ban van country. Heldenbergh stelde de cd-box ‘Closing Time: Country’ duidelijk met veel liefde samen en zodoende werd het één van die zeldzame onberispelijke compilaties waarop werkelijk geen enkel lied teveel staat. Heldenbergh neemt je mee doorheen de rijke geschiedenis van de country aan de hand van eenenvijftig parels die maar liefst een periode van drieënzeventig jaar omspannen: het oudste lied (‘New San Antonio rose’ van Bob Wills and His Texas Playboys) dateert van 1940 en het recentste lied (‘Snake eyes’ van The Milk Carton Kids) van 2013. Vergeten country-artiesten als Jerry Reed, Roy Acuff, Hank Thompson, Faron Young en Jimmie Rodgers werden vanonder het stof gehaald en staan broederlijk naast gevestigde waarden als Willie Nelson, Dolly Parton, Lucinda Williams, Townes Van Zandt, Tammy Wynette, Steve Earle, Merle Haggard, Hank Williams en de onvermijdelijke Johnny Cash. Maar Heldenbergh selecteerde met Shelby Lynne, Lindi Ortega, Okkervil River, The Handsome Family, First Aid Kit, Jim White, Gillian Welch en zelfs landgenoot HT Roberts gelukkig ook recentere artiesten, zodat ook de nieuwe lichting eindelijk door een nieuw publiek opgepikt werd. Alle inspanningen van Johan Heldenbergh ten spijt had het merendeel van het Vlaamse publiek de boodschap weer eens verkeerd begrepen. Niet integere muzikanten als Townes Van Zandt en Bill Monroe werden helden, maar commerciële countrypop-sterren als Toby Keith, Taylor Swift en Alan Jackson weerklonken in de foute linedance-clubs die in die jaren uit de Vlaamsche klei werden gestampt. En nu, zeven jaar later, blijft er van het Broken Circle Breakdown-effect helemaal niets meer over en wordt country zoals vanouds opnieuw stiefmoederlijk behandeld. Banjo’s, mandolines en akoestische gitaren liggen allang weer te verstoffen op de vele Vlaamsche hooizolders. Toch was de grootste hit van vorig jaar – Old town road van Lil Nas X featuring oudgediende Billy Ray Cyrus – een modern countrylied. Neil zal het lied daarom in zijn spreekbeurt als voorbeeld voor country-muziek gebruiken. Zijn publiek zal dankzij ‘Old town road’ ongetwijfeld uit zijn hand eten. Ondertussen is de mist van de voorbije dagen opgetrokken en zie ik ginds aan de einder die negen op tien voor de spreekbeurt al blinken op Neil zijn rapport.

Een gedachte over “Closing Time :: Country

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.