CD Halfjaarlijstje van 2007

In navolging van Antoine (link hersteld), Kevin, Alexander en vele anderen heb ik me ook maar eens aan een tussenstand gewaagd van mijn cd jaarlijstje. Ik vind 2007 een bijzonder sterk, want rijk gevarieerd muzikaal jaar tot dusver. Variatie troef dus dit jaar, en dat maakt dat alt.country en americana voor het eerst in jaren niet alomtegenwoordig zijn in mijn voorlopige lijstje. Ik kocht tot dusver 90 nieuwe releases dit jaar, waarvan ik dit voorlopig de 20 beste cd’s vind:
1. The White Stripes: Icky thump

1. The White Stripes - Icky thump

Dé te kloppen plaat dit jaar. Maar ik vrees dat hier gewoon niemand meer over raakt. Want wat Jack White hier weer etaleert aan muzikale genialiteit is simpelweg onnavolgbaar. In een betere, internetloze wereld zouden The White Stripes al làng het Nirvana van deze tijd geweest zijn; Jack White de Kurt Cobain van nu. Maar goed, ze mogen dan al de tijd tegen hebben, toch is ‘Icky thump’ de zoveelste voltreffer op rij in de The White Stripes catalogus. Toch hoop ik nog steeds op dat alles overtreffende soloalbum van Jack. Ik zie hem in staat ooit uit te pakken met hét ultieme rootsalbum waarvoor zelfs de Grote Dylan, de Grote Young, de Grote Springsteen en Vele Andere Groten nederig het hoofd zullen buigen. Zoiets als ‘Song for the blackbird’ waarmee William Elliott Whitmore ons vorig jaar met verstomming sloeg, maar dan nóg stukken beter, authentieker. Zo’n plaat heeft Jack White gegarandeerd in zich, want het kan niet anders dat de geesten van pakweg Hank Williams, Robert Johnson, Woodie Guthrie, Johnny Cash, Jimi Hendrix, Kurt Cobain en nog wel een pak Grote Dode Anderen constant in het hoofd van Jack White rondspoken. Dat hoor je op ‘Icky thump’ in bijvoorbeeld wereldsongs als ‘300 M.P.H. torrential outpour blues’, ‘Prickly thorn, but sweetly worn’, ‘Rag and bone’, ‘A martyr for my love for you’, ‘Effect and cause’, maar vooral in het onwaarschijnlijke ‘Catch hell blues’; een modderfokker van song, meer een exorcisme eigelijk, waarin voodoo child Jack White pas écht al z’n duivels ontbindt en z’n gitaar laat janken zoals alleen Jimi Hendrix dat kon. ‘Icky thump’ is met andere woorden alwéér een Meesterwerk en, schrijf maar op, dé plaat van het jaar.

2. Wilco: Sky blue sky

2. Wilco - Sky blue sky

Mijn walging over de 2 vorige Wilco albums ‘Yankee hotel foxtrot’ en ‘A ghost is born’ heb ik in het verleden al dikwijls genoeg op diverse forums uitgekotst. Ik weet nu, na het lezen van recente interviews, wààrom ik die platen zo hartsgrondig haat. Jeff Tweedy kampte in de periode toen die beide platen gemaakt werden met angststoornissen en paniekaanvallen; precies het soort gezeik waarover ik de laatste jaren goed kan meeklappen. Ik wéét dan ook als geen ander dat dergelijke ziektes vreten aan ondermeer je creativiteit. Dat verklaart wat mij betreft waarom die albums zo futloos, levensloos, bloedloos, ongeïnspireerd klinken. Maar Tweedy overwon blijkbaar zijn angsten, en ik ben geneigd hem te geloven, want ‘Sky blue sky’ klinkt inderdaad alsof de rook rond Tweedy z’n hoofd is verdwenen. Tweedy mag me gerust eens zijn wondermiddel doormailen want wat zou ik me graag nog eens voelen zoals ‘Sky blue sky’ klinkt: ontspannen, bevrijd, speels, geïnspireerd, bevlogen, gefocust,… Dé therapieplaat van het jaar voor mij, met als persoonlijke hoogtepunt ‘You are my face’.

3. Lucinda Williams: West

3. Lucinda Williams - West

Vergeet Patti Smith. Lucinda Williams is voortaan hét vrouwelijke boegbeeld van de Amerikaanse rock. Met ‘West’ overstijgt Williams het alt.country genre en revancheert ze zich voor het ter plaatse blijven trappelende ‘World without tears’ uit 2003 . Medeverantwoordelijke hiervoor is producer Hal Willner, die de robuuste alt.country sound van Williams opentrekt en verrijkt met subtiele jazz, soul, blues, americana en rock accenten waardoor een natuurlijke muzikale diepgang gecreëerd wordt. Dat maakt van ‘West’ een Grand Canyon van een plaat: ‘West’ klinkt bij momenten net zo woest, op andere momenten net zo subtiel dreigend en in zijn geheel net zo panoramisch als dat tot de verbeelding sprekende ruige Amerikaanse landschap er uitziet. Wat mij betreft overtreft Lucinda Williams met het zowel tekstueel als muzikaal zoveel rijkere ‘West’ ruimschoots haar algemeen aanvaarde klassieker ‘Car wheels on a gravel road’.

4. Patty Griffin: Children running through

4. Patty Griffin - Children running through

Even bloedmooi als ‘Out of the ashes’ van Jessi Colter en die plaat eindigde vorig jaar op nummer 4 van mijn jaarlijstje van 2006. Misschien zal Patty Griffin even goed doen dit jaar, want ‘Children running through is duidelijk een groeier. Eerst vond ik maar niks aan de plaat, maar dan moest ik plots terugdenken aan die plaat van Jessi Colter. Ik legde haar ‘Out of the ashes’ nog eens op, beluisterde vervolgens nog eens Griffins ‘Children running through’ en toén begon mijnen euro te vallen. Vervolgens beluisterde ik nog eens de 2 vorige studioalbums ‘1000 kisses’ en ‘Impossible dream’ van Patty Griffin en toen wist ik het wel zeker: die beide platen bleken nog maar de glijbaan naar Griffins meesterwerk ‘Children running through’. Qua emotionele geladenheid doet voorlopig alleen Lucinda Williams beter dit jaar en daarom staat Patty nét na Lucinda. 

5. Jesse Sy
kes & The Sweet Hereafter: Like, love, lust & the open halls of the soul
.

5. Jesse Sykes - LLL

Een plaat die zo’n 15 jaar te laat komt. Jesse Sykes & The Sweet Hereafter maken namelijk dezelfde in mistige slierten gehulde country noir die je in de donkere vroege jaren ’90 aantrof op de platen van bijvoorbeeld The Walkabouts, Mazzy Star en Cowboy Junkies. Muziek die nét niet tot stilstand komt, en dus moeilijk te vatten voor de jonge, moderne iPod shuffelende muziekliefhebber waardoor deze plaat over het algemeen jammer genoeg ondergewaardeerd wordt. 

6. Neurosis: Given to the rising

6. Neurosis - Given to the rising

De vreemde eend in mijn lijst, maar meer dan terecht. Want wàt een patàt van een plaat zeg! Een plaat om kleine kindjes de stuipen mee op het lijf te jagen (proefondervindelijk vastgesteld!). Dé ideale soundtrack om bij nachtelijk stormweer te beluisteren, correctie: te ondergaan (proefondervindelijk vastgesteld!). Dé ultieme sfeerplaat van het jaar, quoi! En de beste horrorfilm sinds jaren (het lugubere script bedenkt u er gaandeweg zelf wel bij). Prijsbeest: de langgerekte doodsrochel ‘To the wind’.

7. Grinderman: Grinderman

7. Grinderman

‘Grinderman’ klinkt als de énige uitweg die Nick Cave nog kon nemen na magnus opus ‘Abattoir blues / The lyre of Orpheus’: wég van het kantoor en terug naar de goot. De goten anno nu zijn echter niet meer wat ze geweest zijn ten tijde van The Birthday Party, maar Cave slaagt er desalniettemin in datzelfde ranzige, groezelige sfeertje te suggereren middels een kale, blikkerige sound. En laat nu net ‘(I don’t need you) to set me free’, het meest typische Cave nummer van de hele plaat, mijn favoriete song van de plaat zijn.

8. Buffalo Tom: Three easy pieces

8. Buffalo Tom - Three easy pieces

Ik volg Buffalo Tom sinds doorbraakplaat ‘Let me come over’ uit 1992, en zoals mijn jaarlijst van 1992 hier binnenkort zal bewijzen, was ik toen behoorlijk zot van die plaat. Mààr ik vond destijds ook dat Buffalo Tom per album almaar beter werd. ‘Smitten’ uit 1998 vond ik dus tot voor kort hun allerbeste plaat. En nu is er dus ‘Three easy pieces’; een plaat die klinkt alsof er geen negen jaar maar negen maanden voorbij gegaan zijn sinds de vorige plaat. Nog steeds grossiert Buffalo Tom immers in die typische jaren ’90 gitaarrock, en ze worden alleen maar beter in deze discipline. Op ‘Three easy pieces’ staat dan ook geen song te veel; iedere song heeft zijn eigen smoel, wat maakt dat dit typisch zo’n plaat is waarop ieder wel zijn eigen favoriete songs zal vinden. Wat mij betreft zijn ze alle 13 goed en ik kan er onmogelijk eentje uitlichten, want dat zou nogal oneerbiedig zijn tegenover de overige 12 gewéldige songs. Een plaat die klinkt als een ‘greatest hits’ of beter: een ‘best of’, wat maakt dat Buffalo Tom één van de weinige groepen is waarvan de reünie gerechtvaardigd is. Mijn consumententip is dan ook: gooi die drol van ’n ‘Zeitgeist’ bij het KGA en haal deze ‘Three easy pieces’ in huis; een plaat immers die u in tegenstelling tot dat Smashing Pumpkins gedrocht niét zal teleurstellen.

9. Ryan Adams: Easy tiger

9. Ryan Adams - Easy tiger

De Eeuwige Tweede van mijn jaarlijstjes zal dit jaar met zijn nieuwe plaat een aantal plaatsen lager eindigen. Voorlopig is het dus plaats 9, en een stijging zit er de komende maanden niet in. Ik vind ‘Easy tiger’ best een goéie Ryan Adams plaat, maar in vergelijking met het vorige oppermachtige drieluik ‘Cold roses – Jacksonville city nights – 29’ valt ‘Easy tiger’ gewoon te licht uit. Meer zelfs, in mijn persoonlijke Ryan Adams top 9 (aantal officiële studioalbums) komt ‘Easy tiger’ pas op nummer 9, net voor ‘Rock n roll’ uit 2003. In een normaal rockjaar zou een ‘best goeie’ Ryan Adams plaat alla ‘Easy tiger’ nog altijd goed zijn voor een top 5 notering, maar de concurrentie is met onder andere een Jack White, een Nick Cave, een Jeff Tweedy en een Lucinda Williams in bloedvorm moordend dit jaar. Daartegen is de àllerbeste Ryan Adams nodig. En op ‘Easy tiger’ is Ryan gewoon maar op z’n best, hetgeen dit jaar dus niét genoeg is om vooraan te eindigen. In ieder geval blijft Ryan Adams ook op ‘Easy tiger’ in de sporen van Gram Parsons. De gelijkenis begint zelfs griezelig te worden sinds ‘Cold roses’, en vooral ‘Jacksonville city nights’. Beluister die beide platen en ‘Easy tiger’ maar eens na de The Byrds klassieker ‘Sweetheart of the rodeo’ (met ‘Hickory wind’) en de Gram Parsons soloalbums ‘GP’ en ‘Grievous angel’ en huiver. Het begint er dan ook meer en meer op te lijken dat Ryan Adams voortborduurt waar Gram Parsons destijds noodgedwongen eindigde.

10. Jesse Malin: Glitter in the gutter

10. Jesse Malin - Glitter in the gutter

Panoramische refreinen voorzien van het label meebrulfactor 100, die bovendien aangevuurd worden door een arsenaal gespierde, breedgeschouderde gitaren en dat alles in een glad gepolijste, bombastische, opgefokte produktie. Nee, ik heb het niet over Muse, maar over Jesse Malin zijn ‘Born in the USA’ plaat. Prijsnummers: alles, maar voor ‘In the modern world’ en ‘Prisoners in paradise’ haal ik graag nog eens de luchtgitaar uit de kast, en als het allemaal iets rustiger mag voor mijn doodvermoeide hoofd, bieden de pianoballad ‘Broken radio’ (duet met Bruce Springsteen) en de heerlijke
luchtige autoradio tune ‘Lucinda’ soelaas.

11. The Shins: Wincing the night away

11. The Shins - Wincing the night away

Dé popplaat van het jaar. De meest beluisterde plaat van het jaar voorlopig ook @ Roen’s Ranch . Dé plaat met de mooiste, sterkste melodieën van het jaar; zo sterk zelfs dat refreinen overbodig waren. Ook zonder refreinen nestelen de songs zich immers moeiteloos in de beste fauteuil van je geheugen. Toch blijft het onweerstaanbare ‘Phantom limb’ hét hoogtepunt van de plaat.

12. Richard Thompson: Sweet warrior

12. Richard Thompson - Sweet warrior

Eén van dé allergrootste singersongwriters breit met ‘Sweet warrior’ nog maar eens een nieuw meesterwerk aan zijn al énorm indrukwekkende oeuvre. Ik vind deze ‘Sweet warrior’ zelfs een ietsje beter dan voorganger ‘Front parlour ballads’, wat maakt dat Thompson ook nu weer ongehavend uit de strijd tegen de nieuwe jonge generatie singer songwriters komt. Ze kunnen allemaal nog wat leren van Grootmeester Thompson.

13. Decemberists: The crane wife

13. The Decemberists - The crane wife

Dé herontdekking van het jaar, deze Decemberists. Ik kocht eerder al ‘Her majesty’ in het najaar van 2003, maar ik liet de groep daarna links liggen. Onterecht, want ‘The crane wife’ is een boeiende, avontuurlijke plaat die van begin tot eind geen seconde verveelt, en die me bovendien het werk van Fairport Convention, Sandy Denny en Steeleye Span deed herontdekken. Bij ‘O Valencia’ draai ik de volumeknop altijd wat verder open, dus zal het wel mijn favoriete song van de plaat zijn zeker… En voor de mierenneukers: Jazeker, internationaal verscheen deze cd vorig jaar al, maar ik kocht hem na de Belgische releasedatum, na 29/01/2007 dus.

14. Bright Eyes: Cassadaga

14. Bright Eyes - Cassadaga

Nee maar! Het huppeltrutje heeft zowaar een gruwelijk mooie plaat gemaakt! Onverlaten durfden begin 2005 de miskleun ‘I’m wide awake it’s morning’ een meesterlijke americana plaat te noemen. Weten zij veel! Voor het overige luisteren ze immers niet eens naar americana. Of ja: naar dàt soort americana dat in hun bekrompen indiewereldje getolereerd wordt. In ieder geval: als’t goed is, zeg ik het ook graag, en de nieuwe Bright Eyes vind ik fantàstisch goed (want het is gelukkig geen americana), maar er staan jammer genoeg een aantal songs te veel op, anders had er zelfs een voorlopige top 10 notering ingezeten. Maar Conor Oberst blijft hoedanook in mijn verbeelding een huppeltrut in jaren ’70 jurk met bloemetjesmotief.

15. Bruno Deneckere: Someday

15. Bruno Deneckere - Someday

Over deze plaat schreef ik enkele maanden geleden dit al, en ik neem er nog steeds geen woord van terug. Dé beste Belgische plaat van het jaar totnogtoe.

16. Sivert Hoyem & The Volunteers: Exiles

16. Sivert Hoyem - Exiles

De Madrugada frontman met z’n tweede soloplaat en die is meteen stukken beter dan z’n eerste ‘Ladies and gentlemen of the opposition’ uit 2004. Toch kan ik me niet van de indruk ontdoen dat ‘Exiles’ in Madrugada verband middels dat typische, zwaarmoedige geluid nog béter had kunnen zijn. ‘Exiles’ vind ik dan ook veel weghebben van een lightversie van ‘The nightly disease’, hét meesterwerk van Madrugada uit 2001. Hoe zou het nu trouwens verder moeten met Madrugada nu ons vorige week het trieste nieuws bereikte dat Madrugada gitarist Robert Buras overleed op donderdag 12 juli jongstleden?

17. Bloc Party: A weekend in the city

17. Bloc Party - A weekend in the city

Over deze plaat schreef ik enkele maanden geleden hier al mijn mening, waarvan ik nog steeds geen milimeter afwijk.

18. Kings Of Leon: Because of the times

18. Kings Of Leon - Because of the times

Mijn eerste kennismaking met Kings Of Leon, maar dankzij het gewéldige ‘Because of the times’ zal daar snel
verandering in komen. Songs als ‘Knocked up’ en ‘Arizona’ geven me overigens het gevoel dat Kings Of Leon blijkbaar goed geluisterd heeft naar ‘Z’, de laatste My Morning Jacket plaat. Mijn absoluut favoriete song van de plaat is echter het op een diepe basgroove stuiterende ‘Black thumbnail’.

19. Tragically Hip: World container

19. The Tragically Hip - World container

Het lijkt een comeback plaat, maar dat is het natuurlijk niet, want de Hip is altijd platen blijven uitbrengen. Alleen verzwolgen die de laatste jaren in een tsunami van betere releases. Maar met ‘World container’ komt de groep, 13 jaar na hun laatste écht goeie plaat ‘Grace’, eindelijk weer boven water. Méér zelfs: ‘World container’ is niets minder dan dat ultieme meesterwerk dat al een dikke 20 jaar in de groep sluimerde. Ten tijde van ‘Throwing copper’ werd Live overigens meermaals vergeleken met The Tragically Hip en van ‘World container’ zou je nu kunnen stellen dat het de plaat was die je van Live verwacht had na ‘Throwing copper’. Verscheen ook al vorig jaar, maar lag ook pas officieel in de Belgische winkelrekken vanaf dit jaar en vandaar telt ie ook mee voor dit jaar.

20. Dinosaur Jr.: Beyond

20. Dinosaur Jr. - Beyond

Ook hierover ontzettend veel onzin gelezen in de recensies. Dit zou de beste Dinosaur Jr; plaat zijn in 20 jaar. Welja, dan vergeten we maar eventjes een splinterbom alla ‘hand it over’, de vorige plaat van Dinosaur Jr. uit 1997. In ieder geval: Jay Mascis verkeert nog steeds in topvorm, zo erg zelfs dat het opvalt wanneer er een Lou Barlow nummer passeert op de plaat. Dat zijn, en daar moet ik de recensies wél gelijk geven, verrassend genoeg de minst goeie songs van de plaat. Dit terwijl Barlow toch ooit zoiets als bijvoorbeeld het machtige Sebadoh nummer ‘Beauty of the ride‘ geschreven heeft. Toch vind ik ‘Beyond’ als geheel iets minder goed dan het consistentere ‘Hand it over’ van 10 jaar geleden.

* En nu afwachten maar wat er op het einde van het jaar van deze top 20 nog zal overblijven. Ze zullen in ieder geval met zwaar geschut voor de dag moeten komen om mijn top 3 omver te blazen. Zeker als je ziet welke steengoeie platen deze top 20 niét haalden, hoewel ik ook al veel genoten heb van:

rest of the best

  • Queens Of The Stone Age: Era vulgaris
  • Aereogramme: My heart has a wish that you would not go
  • Elliott Murphy: Coming home again
  • Willy Mason: If the ocean gets rough
  • The National: Boxer
  • Low: Drums and guns
  • Tom McRae: King of cards
  • The Waterboys: Book of lightning
  • Travis: The boy with no name
  • Ray Lamontagne: Till the sun turns black
  • Kreg Viesselman: The pull
  • A.J. Roach: Revelation
  • Patti Smith: Twelve
  • Amy Winehouse: Back to black
  • Norah Jones: Not too late
* En tot mijn eigen stomme verbazing vind ik zelfs ‘Favourite worst nightmare’ van Arctic Monkeys en ‘Neon bible’ van Arcade Fire best goed.

arctic fire

* Daarnaast zijn er een aantal cd’s die ik eens wat meer zou moeten beluisteren om ze naar waarde te schatten. Hopelijk vind ik voor het einde van het jaar nog de tijd om deze cd’s wat meer luisterbeurten te gunnen:

restjes

  • Mavis Staples: We’ll never turn back 
  • Jennie Stearns: Birds fall 
  • Ry Cooder: My name is Buddy
  • Graham Parker: Don’t tell Columbus 
  • Seasick Steve: Dog house music
  • Richmond Fontaine: Thirteen cities
  • Justin Rutledge: The devil on a bench in Stanley park
  • Hayward Williams: Another sailor’s dream
  • The Kamikaze Hearts: Oneida road
  • Laura Veirs: Saltbreakers
  • Cowboy Junkies: At the end of paths taken
  • Chris & Carla: Fly high brave dreamers
  • Townes Van Zandt Tribute: There’s a hole in heaven where some sin slips through
  • Elliott Smith: New moon
  • Suzanne Vega: Beauty & crime
  • Tori Amos: American doll posse
  • Paul McCartney: Memory almost full
  • Built To Spill: You in reverse
  • The Hold Steady: Boys and girls in America
* En de Belgen dan, vraagt u zich misschien wel af. Met ‘Someday’ van Bruno Deneckere staat er slechts &eacute
;én Belgische plaat in mijn voorlopige top 20, hoewel ik dit jaar toch al 16 Belgische cd’s kocht. Niet dat de overige 15 allemaal slecht zijn, maar ze vallen gewoon allemaal wat te licht uit ten opzichte van het internationale geweld. Met ‘Hilite hotel’ van Tom Helsen zit er overigens een enorme stinker tussen de Belgische releases. Na zijn eerste 3 schitterende soloplaten stelt Helsen dus voor het eerst zwaar teleur door zijn warme akoestische sound van weleer in te ruilen voor de gedateerde fletse Dido sound; een dure verpakking die echter niet kon verhullen dat Helsen dit keer gewoon geen goeie songs had. Gelukkig valt er toch genoeg te genieten van deze 14 tamelijk goeie Belgische platen:

les belges

  • H.T. Roberts: Fingernail moon (best mooi, maar toch ’n beetje een tegenvaller na het sublieme ‘Acres of time’ van vorig jaar dat toen nog goed was voor de nummer 10 in mijn jaarlijstje)
  • Marjan Debaene: Wolfish times (was mijn allerlaatste cd aankoop van 2006 op 31/12 en dus telt ie mee in this year’s lijst. Tamelijk fantastische cd waar ik later nog wel eens op terugkom.)
  • Nils De Caster & Yves Meersschaert: Citron bleu (Nils & Vis met een instrumentale, sfeerrijke klassieke cd. Kocht ik van Lies omdat ik Nils & Vis hun werk op de plaat van Bruno Deneckere zo fenomenaal goed vind. Ook dit is, hoewel niet mijn ding, behoorlijk fraai.)
  • Sioen: A potion (de eerste écht goeie, consistente plaat van Sioen, maar toch nog wat te licht om mee te dingen voor de top)
  • Absynthe Minded: There is nothing (zie Sioen)
  • Dez Mona: Moments of dejection or despondency (de nadruk ligt te veel op het creëren van een nachtelijke sfeer, waardoor de songs uit het oog verloren worden)
  • Yevgueni: Aan de arbeid (best goed, maar toch minder goed dan de mooie voorganger ‘Kannibaal’)
  • Zita Swoon: Big City (niet goed en niet slecht. Nog maar eens dezelfde Zita Swoon plaat, en eigelijk had ik deze beter niet gekocht)
  • Krakow: As the heart is (moet ik nog wat meer luisterbeurten gunnen)
  • Mintzkov: 360° (veel en veel minder goed dan hun fantastische debuut uit 2003)
  • The Rhythm Junks: Pop off (aangenaam zomers plaatje, maar ook niet meer dan dat)
  • Van Den Heuvel: Meanwhile at the moon parlor (rootsplaat waar je jammer genoeg te veel de stempel van producer Tom Van Stiphout in hoort. Dit had dan ook gerust de nieuwe soloplaat van Van Stiphout kunnen zijn)
  • Axl Peleman: Dagget wet (Leuk voor ’n paar draaibeurten, maar niet echt essentieel. Het vorige Camden album was stukken beter)
  • The Van Jets: Electric soldiers (Lompe Belgische Boerenkool Rock, met weliswaar een paar leuke momenten)

* Ondanks een sterk jaar, kocht en hoorde ik dit jaar toch ook al een aantal miskleunen. Zo liet ik me maar al te vaak meeslepen in de reünitis hype. Hoewel Iggy & The Stooges moeiteloos hét hoogtepunt werden van diverse festivals, leverden ze met ‘The weirdness’ een makke, uitgezakte, zeikerige kutplaat af. Én er staat bovendien enorm veel haar op. Zij die het niet eens zijn hiermee, raad ik aan nog eens ‘The Stooges’, ‘Fun house’ en ‘Raw power’ (en en passant meteen ook ‘The idiot’ en ‘Lust for life’) te beluisteren. Ik bezweek jammer genoeg ook voor de veredelde reünieplaten van wat men tegenwoordig nog Smashing Pumpkins en Crowded House durft te noemen. Maar laten we eerlijk zijn: de betrokkenen (resp. Billy Corgan en Neil Finn) opereren louter uit commercieel perspectief weer onder hun meest succesvolle vlag om zodoende méér dan ooit bérgen poen te scheppen. Concerteren levert nu éénmaal stukken méér op dan destijds in hun glorieperiode, en op die manier verzekeren ze zich alsnog van een zorgeloze oude dag. Om het allemaal tenminste nog een béétje geloofwaardig te maken, werd er dan ook maar een nieuwe plaat uitgebracht. Een verliespostje dat echter teniet gedaan wordt met hetgeen de concerten opleveren. Maar de enkele idioten zoals ik die de ondingen ‘Zeitgeist’ en ‘Time on earth’ toch kochten, hebben ze er toch maar mooi in’t zak mee gezet en nu zitten we er mee zie; geraak daar nog maar eens vanaf. Zo’n klein gevaarlijk afval wordt zelfs op het plaatselijke containerpark niet aanvaard. Toeme toch! Hetzelfde geldt trouwens voor ‘2007’ van The Scene dat mijn inziens té zeer overgewaardeerd wordt in de muziekpers. De heropgenomen The Scene klassiekers mogen in een moderne produktie dan al veel vetter klinken dan in hun ouwe jasje, toch werd met de moderne produktie de ziel en de magie uit de songs gezogen.

den boecht

Daarnaast vond ik ook geen zak aan deze platen:
  • Soulsavers: It’s not how far you fall, it’s the way you land
  • Chris Cornell: Carry on
  • Interpol: Our love to admire
  • Grant-Lee Phillips: Strangelet
  • Within Temptation: The heart of everything
  • The Good, The Bad & The Queen: s/t
  • Cold War Kids: Robbers & cowards
  • The Fray: How to save a life
  • Kaiser Chiefs: Yours truly, angry mob

* En tot slot voor de volledigheid ook nog deze platen buiten categorie vermelden. Fantastische platen die gerust tot het allerbeste van het jaar mogen gerekend worden, maar omdat het gaat om reissues, best offen en liveplaten tellen ze niet mee voor het jaarlijstje:

de speciallekes

  • Bruce Springsteen with The Sessions Band: Live in Dublin
  • Neil Young: Live at Massey Hall 1971
  • The Traveling Wilburys Collection
  • Pearl Jam: Live at the Gorge
  • Josh Ritter: In the dark – Live at Vicar Street
  • Over The Rhine: Discount fireworks