Apocalypse Now!

1. NEIL YOUNG & CRAZY HORSE

~~~~

AMERICANA & PSYCHEDELIC PILL

neil young, crazy horse, americana, psychedelic pill

 

Hoera, morgen vergaat de wereld! Dat ik dat nog mag meemaken. Mijn 9-jarige aardvrouwtje kijkt er alvast naar uit, maar mijn 3-jarige aardmannetje is zich van niets bewust. Hoog tijd dus om mijn album top 10 van dit jaar nog wereldkundig te maken alvorens het te laat is. Een album top 10, en bij uitbreiding mijn héle top 50, die zoals steeds in de énige juiste volgorde staat en dus rekenkundig klopt. Dit is het jaar zoals ik het muzikaal beleefd heb, dus is er geen juistere of andere volgorde. Eerlijker kan de volgorde niet zijn. Morgen, volgende week, volgende maand of de volgende jaren zal deze volgorde exact hetzelfde zijn. Als er nog een morgen, laat staan een volgend jaar is, tenminste. Want je weet maar nooit in hoeverre die Maya’s te betrouwen zijn. 

Voor mijn concert top zoveel is het in ieder geval te laat. Niet dat ik die lijst domweg vergeten ben. Ik heb gewoon veel te veel concerten gezien het voorbije jaar om me nog exacte data te herinneren. Bovendien ben ik zeer slordig in het bewaren van concerttickets en meestal waren het dan ook nog eens onhandige print-at-home tickets. Jamaar en je opnames dan Roeneke, zullen jullie je wellicht afvragen. Helaas, ik heb niet zoveel concerten of concertfragmenten meer opgenomen dit jaar. Ik werd dit jaar helemaal ontmoedigd om nog langer opnames te maken, want iedereen haat concert registrerende mensen tegenwoordig, hetzij het publiek, de optredende artiest zelf, de security van de zaal, de tourmanager,… De lijst is eindeloos. Van zodra ik soms nog maar mijn camera aanfloepte kwam er al iemand op mijn schouders tikken om me vervolgens met een vermanend vingertje terecht te wijzen op mijn misdaad. Met het concert van Wilco in de AB in maart werd mijn cameraatje zelfs aan de ingang tot na het concert in beslag genomen. Maar de moed zonk me pas helemaal in de schoenen nadat één van mijn filmpjes van het concert van Agnes Obel op het Naked Song festival in Eindhoven door een medewerker van platenfirma PIAS gevlagd werd op YouTube. Kreeg ik me daar toen een veroordeling van YouTube tegen de oren geslingerd zeg. “Ga direct naar de gevangenis, ga niet langs start, u ontvangt geen 200 euro”, luidde het verdict. Nuja, ik besef ook wel dat ze zich bij platenfirma’s tegenwoordig met iéts moeten kunnen bezighouden. Tenslotte zijn er al werklozen genoeg in deze trieste tijden. 

In ieder geval is het concert van Sam Baker in de kapel van Roepaen van ergens in september mijn nummer 1 van het jaar. Eigenlijk was die hele concertnamiddag ontroerend en hartverwarmend mooi. In het voorprogramma van Sam Baker traden namelijk ook nog de verrukkelijke Anna Coogan en haar Italiaan Daniele Fiaschi, alsook de fijnbesnaarde singer-songwriter Danny Schmidt en zijn wederhelft Carrie Elkin samen met Joy Mills op. Tijdens zijn concert nodigde Sam Baker de hele meute op het podium uit en dat was niet alleen om het laatste liedje mee te zingen. Nee, ze begeleidden Baker bijna gedurende zijn hele set. Het was nog maar eind september, maar dit geïmproviseerde gospelensemble creëerde op die manier zo vroeg op het jaar al kerstfeer, waardoor ik alvast een warm kerstgevoel kreeg vanbinnen. En dan betrof dit overigens niet eens een deel van de affiche van het jaarlijkse Roepaen festival, want dat vond pas twee weken nadien plaats. 

En nu is het alweer wachten op de concerten van volgend jaar. Als die vervloekte apocalyps geen roet van de zon in het eten gooit tenminste. Maar apocalyps of niet, ik ga het volgend jaar sowieso proberen beperkt te houden qua concerten. Ten eerste zie ik altijd op tegen de vermoeiende rit. Een mens wordt alleen van de gedachte om zich weer maar eens in de Belgische verkeersjungle te smijten al doodnerveus. Ten tweede maakt de alsmaar stijgende benzineprijs me ook niet bepaald vrolijker en ten derde heb ik al 2 ontzettend dure concerttickets gekocht voor het concert van Neil Young & Crazy Horse in Vorst Nationaal op 8 juni volgend jaar. Nu is “duur” natuurlijk een relatief begrip. Dit jaar verbleef ik in het kader van de concerten van Elliott Murphy in Paradiso en in Roepaen een weekendje in Amsterdam en de week nadien voor Elliott z’n beide verjaardagsconcerten in de New Morning een weekendje in Parijs. Dàn ben je pas een bom geld kwijt aan concerten. In ieder geval wil ik Neil Young & Crazy Horse koste wat het kost zien. Zeker na het horen van de bootlegs van de Amerikaanse tournee en het lezen van de enthousiaste verslagen van fans. 

Neil Young heeft dan ook twee magistrale platen uitgebracht dit jaar. ‘Americana’ was in juni dan nog maar het opwarmertje; het voorspel van het auditieve orgasme ‘Psychedelic pill’ dat in oktober verscheen. Beide platen zie ik als één onlosmakelijk geheel en dus staat dat imponerende Meesterwerk ‘Psychedelic Americana Pill’ dan ook als geheel op nummer één van m’n jaarlijst; dat is niet meer dan logisch. Ik besef dat ik wat Neil Young betreft in herhaling val, maar ook dit jaar torende hij met dit tweekoppige Monument alweer boven alles en iedereen uit. Hij maakte met ‘Americana’, onbedoeld wellicht, een coverplaat met oude Amerikaanse folksongs die perfekt past in dit Nieuwe Depressie tijdperk om vervolgens nog eens ouderwets zwaar uit te pakken met het nieuwe songmateriaal op ‘Psychedelic pill’, een plaat die evengoed in de jaren ’70 had kunnen verschijnen. Ik hoor alleszins diezelfde epiek en datzelfde gevoel in ‘Psychedelic pill’ terug die ook songs als ‘Down by the river’, ‘Cortez the killer’ en ‘Like a hurricane’ uitstralen. Thematisch sluit ‘Psychedelic pill’, dat je evengoed als de soundtrack bij zijn onlangs verschenen autobiografie ‘Waging heavy peace’ zou kunnen zien, dan weer aan bij zijn laatste platen ‘Le noise’ en “Chrome dreams II’; platen waarop Young ook al terugblikte op zijn leven . ‘Le noise’ was zelfs een heuse biecht voor al zijn stommiteiten uit het verleden. Maar Young lijkt met ‘Psychedelic pill’ nog iets anders te willen bereiken: mensen opnieuw leren luisteren naar een plaat. Nee, niet zomaar naar muziek, maar naar een heuse échte plaat. Liefst zoals dat ging in de jaren ’70: plaat voorzichtig uit de hoes halen, op de draaitafel leggen, naald in de groef leggen en vervolgens je laten neerploffen in de zetel om rustig te genieten van de muziek. Neil verfoeit dan ook net als ik de huidige vluchtige mp3-mentaliteit. Hij probeert de moderne muziekliefhebbers dan ook terug een geweten te schoppen door ze te dwingen om epische songs als ‘Driftin’ back’, ‘Ramada inn’, ‘She’s always dancing’ en ‘Walk like a giant’ in hun geheel te beluisteren. Niet dat dat een straf is, want het zijn stuk voor stuk prachtige, panoramische sonische landschappen die Young creëert. Zodoende dringt Young tot de oerkern van de rock ’n roll door middels opwinding, verbeelding, verwondering en bewondering op te wekken. Toch bij deze luisteraar in ieder geval. En draaide het daar tenslotte niet allemaal om in de rock ’n roll?

 

2. Bob Dylan – Tempest

bob dylan, tempest

Wat is dat toch met Scarlet Town? Bestaat er eigenlijk wel zo’n stadje met die naam? Google biedt, zoals wel vaker, geen oplossing voor dergelijke grote levensvragen. Nochtans gebeurt er heel wat in Scarlet Town. Vorig jaar beweerde Gillian Welch nog dat er een lijk in een waterput gedumpt werd in haar murder ballad ‘Scarlet town’. En dit jaar drukt Bob Dylan ons herhaaldelijk op het hart dat hij, in tegenstelling tot wat Google en zijn autobiografie beweren, geboren werd in Scarlet town! Ik kan eerlijk gezegd niet goed meer volgen; mijn ongezond boerenverstand is er duidelijk te klein voor. Wat ik echter wél weet, is dat Scarlet town nu al twee opeenvolgende jaren boeiende, raadselachtige folksongs heeft opgeleverd. Terwijl Gillian Welch het fictieve stadje gebruikte als decor bij haar murder ballad, is de inhoud bij Dylan universeler. Je beseft hat hij het evengoed over Chicago, New York, Brussel, Aalst, Peutie, Zwevezele of Galmaarden heeft in ‘Scarlet town’. ‘Scarlet town’ is daarom een meesterwerkje binnen het Grote Meesterwerk ‘Tempest’. Ook Dylan schreef overigens met ‘Tin angel’ in tegenstelling tot Gillian Welch een niets aan de verbeelding overlatende, gedetailleerde murder ballad. Vrouw gaat naar haar minnaar. Butler licht man in over het bedrog. Jaloerse echtgenoot zoekt en wacht beiden op. Minnaar schiet echtgenoot door het hoofd. Echtgenote wordt boos en steekt minnaar en vervolgens, uit liefde voor beide mannen, ook zichzelf dood. De tientallen versen in een notendop. Een clichéverhaal, maar dat zijn de meeste gezinsdrama’s, waar tenminste geen sprake is van heliumflessen en aardmannetjes, ook. Dylan weet het verhaal bovendien mede dankzij de hypnotiserende, repetitieve muziek boeiend en spannend te houden. Niet het een kwartier durende Titanic-titelnummer, maar dit ‘Tin angel’ is het ontegensprekelijke meesterwerkje binnen het Grote Meesterwerk ‘Tempest’. Toch verveelt ook dat titelnummer geen seconde. Integendeel, Dylan en z’n begeleidingsband kruipen in de huid van het orkest van de Titanic en beleven, gezien de zwierige, speelse toon van het nummer, de tijd van hun leven en gaan lachend het ijskoude water en hun dood tegemoet. Hoewel de algemene teneur van de plaat donker is, valt net dàt trouwens weer heel hard op: net als op alle platen sinds ‘Time out of mind’ lacht Dylan de Dood vierkant in het gezicht uit. Hij beseft dat iedere plaat wel eens de laatste zou kunnen zijn en beleeft dan ook duidelijk plezier in het maken van nieuwe platen. Dylan klinkt nu, in het begin van de winter van zijn leven, vitaler en energieker dan in de prille lente van zijn leven, op het gros van zijn jaren ’60-platen. De hoesfoto’s onderstrepen die vitaliteit: Dylan & band zien eruit als de coolste en gevaarlijkste gang in town. “I pay in blood, but not not my own”, sneert Dylan ons immers in een ander meesterwerkje toe en je durft niet anders dan hem te geloven. Het is dan ook onzin te stellen dat Dylan sinds ‘Time out of mind’ terugkeert naar de muziek op z’n eerste platen. Nee, Dylan duikt sinds die plaat, en eigenljik al sinds de twee coverplaten ‘World gone wrong’ en ‘Good as I been to you’ daarvoor, nog véél dieper de muziekgeschiedenis in: het zijn niet de sixties, maar de jaren ’20, ’30 en ’40 die volop herleven op Dylan zijn platen van de laatste 20 jaar; niet toevallig de periode waarmee hij het gros van zijn ‘Theme time radio hour’ vulde. Op Tempest is het niet anders. Zelfs openingstrack ‘Duquesne whistle’ trekt zich op gang als een oude stoomtrein. Een stoomtrein richting Scarlet town, vermoed ik. Hopelijk duurt het nog lang eer Dylan z’n lijk in de waterput van Scarlet town ligt te dobberen.

 

3. Flying Horseman – Twist / Navigate

flying horseman, bert dockx, twist, navigate

Een Belgische plaat op nummer 3 van mijn jaarlijst. Dat had ik nooit meer voor mogelijk gehouden. En indien Neil Young en Bob Dylan er niet waren geweest, zouden ‘Twist’ en ‘Navigate’ mijn jaarlijst zelfs aangevoerd hebben. Eind vorig jaar keek ik overigens naar ‘Control’, de film over Joy Division, maar vooral over het leven van Ian Curtis. Diezelfde maniakale, bezeten blik in de ogen van Ian Curtis zag ik in april in de Vooruit terug in de ogen van frontman Bert Dockx van Flying Horseman. Net als Curtis ging Dockx helemaal op in zijn imponerende gitaarspel en zang; hij gaf geen concert, hij onderging het. Zoiets maakte ik nog maar één keer eerder mee en dat was niet toevallig tijdens een concert van David Eugene Edwards. De nieuwe plaat ‘Twist’ had ik overigens enkele dagen voor dat concert in de Vooruit gekocht tijdens Record Store Day. Meteen vanaf de eerste beluistering werd ik dankzij de onheilspellende bel (die overigens meteen Nick Cave’s ‘Red right hand’ in herinnering bracht) meegezogen in de unheimliche, duistere wereld van Flying Horseman om er vervolgens in de loop van het jaar nog meermaals naar terug te keren. Onlangs breide de groep met de EP ‘Navigate’ dan nog een fijne coda aan ‘Twist’. Het moge duidelijk zijn: Flying Horseman zijn de Ruiters van de Apocalyps en brachten hun Onheilsboodschap middels ‘Twist’ en ‘Navigate’; de onheilspellende Voorbode van wat morgen komen zal: de allesvernietigende Grote Zonnestorm. 

 

4. Mark Lanegan Band – Blues Funeral

mark lanegan, blues funeral

Niets minder dan een Mijlpaal in mijn leven was het, mijn ontmoeting met Mark Lanegan na zijn concert begin maart in Trix. Een onvergetelijk bompaverhaal voor later, ook. Normaal ben ik nooit nerveus om artiesten te spreken na een concert, maar net voor, tijdens en dagenlang na mijn gesprek met Lanegan gierden de zenuwen door m’n hele lijf. Je ontmoet dan ook niet elk jaar een gigantische rocklegende; iemand die een groot stuk muziekgeschiedenis geschreven heeft en een belangrijk deel van de soundtrack van m’n jeugd in de vroege jaren ’90 verzorgd heeft. Je mag nooit je helden ontmoeten; ze kunnen alleen maar tegenvallen, lees en hoor je zo dikwijls. Maar Lanegan viel niet tegen. Hij was ontzettend vriendelijk, nam alle tijd voor een babbel, was in tegenstelling tot z’n podiumprésence bijzonder spraakzaam én signeerde zowaar alle 31 cd’s die ik meehad (en dan was ik er godverdomme nog enkele vergeten). Nochtans was ik aanvankelijk wat teleurgesteld toen ik ‘Blues funeral’ voor het eerst hoorde. Ik had gehoopt op een vervolg van ‘Field songs’, maar ‘Blues funeral’ bleek eerder een logisch vervolg op ‘Bubblegum’. Maar die lichte teleurstelling verdween na dat onvergetelijke concert en ik ben ‘Blues funeral’ het hele jaar door blijven beluisteren. ‘Blues funeral’ werd vooral de soundtrack tijdens middernachtelijke ritten na concerten op de terugweg naar huis. Het sinistere ‘Blues funeral’ gedijt dan ook het best ’s nachts en is het perfekte requiem voor somber nachtongedierte als ik. 

 

5. The Avett Brothers – The Carpenter

the avett brothers, the carpenter

Zal ik nog eens tegen een scheentje schoppen? Welja, waarom ook niet. Mumford & Sons, dat is Bart Peeters & de Radios van eind jaren ’80, begin ’90. Ongevaarlijke, lollige lompeboerenfolk. Ziet de boerinnekes hun rokskes zwaaien, maar houd uw kanneke proper Dianeke, dat soort folk. Zowel live als op plaat. Mumford heeft zelfs de kleren van Bart Peeters van toen gestolen. Niks op tegen hoor, tegen dat soort laagdrempelig entertainment. Ik heb tenslotte ook ooit strontzat met afgezakte broek op tafel staan dansen op de tonen van ‘Sex on the beach’. Nu zijn The Avett Brothers ook niet bepaald The Pogues. Op plaat althans niet, want live maken ooggetuigen gewag van eenzelfde Pogues-ervaring tijdens concerten van de broertjes Avett. Dat Mumford & Sons na amper één jaar en één plaat een grote doorbraak konden forceren en The Avett Brothers na 10 jaar ploeteren en evenzoveel platen niét, gaat mijn ongezond boerenverstand echter te boven. Nuja, sinds hun vorige plaat ‘I and love and you’ forceerden The Avett Brothers een commerciële doorbraak in hun thuisland en ook deze nieuwe, tiende plaat ‘The Carpenter’ knalde in z’n eerste week dankzij 40.000 verkochte exemplaren meteen de top 10 van The Billboard Top 200 binnen. Maar het nochtans Britse ‘Mumford & Sons’ knalde even later nog harder diezelfde Billboard Top 200 binnen: 600.000 verkochten exemplaren van hun tweede plaat in die eerste week in de US alstublieft. Nochtans lijken de platen van The Avett Brothers me zowel tekstueel als muzikaal interessanter dan de platen van Mumford & Zonen. Lijken, zeg ik, want ik ben tenslotte zelf geen muzikant, laat staan een musicoloog. Toch vind ik mijn oren getraind genoeg om te horen dat The Avett Brothers knappere, soepelere en gevarieerdere composities in mekaar knutselen dan M&S. Bovendien hou ik van zingende zagen. Er zit een bijzonder mooie zingende zaag in het ontroerend mooie ‘Winter in my heart’. Aanvankelijk duidde ik die sfeervolle song aan als mijn favoriete track van de plaat, maar inmiddels is dat het aangrijpende ‘A fathers first spring’ geworden. Iedere vader herkent immers dat gevoel van onvoorwaardelijke liefde voor zijn pasgeboren dochter of zoon. ‘A fathers first spring’ vind ik dan ook, softie die ik ben, de mooiste song van het jaar. Daarmee weten jullie dat ook alweer.

 

6. John Fullbright – From The Ground Up

john fullbright, from the ground up

Ik zag John Fullbright enkele jaren geleden op het verkeerde moment: Fullbright stond tijdens de editie 2010 van het Naked Song festival in Eindhoven vlak na Joanna Newsom geprogrammeerd. De overgang van de sprookjeswereld van Joanna Newsom naar de gewone wereld van John Fullbright was gewoon te bruusk. Maar dat we van de toen pas 19-jarige Fullbright nog grootse dingen zouden horen, was toen al duidelijk. Op het einde van dat jaar verscheen dan een eerste liveplaat van Fullbright, maar het was in de vroege lente van dit jaar dat John Fullbright pas écht voor beroering in de americana wereld zorgde met zijn ronduit fenomenale studiodebuut ‘From the ground up’. Die plaat kwam Fullbright vorige maand in Toogenblik live voorstellen. Het werd het concert van de bevestiging en één van de 5 beste concerten die ik dit jaar meemaakte. Indien ‘From the ground up’ begin jaren ’70 was verschenen, zou het nu een klassieker tussen het rijtje klassiekers van Jackson Browne, James Taylor en alle grote singer-songwriters van toen zijn. Maar kijk, misschien wordt ‘From the ground up’ alsnog een klassieker van deze tijd, want een goeie week na zijn pasage in Toogenblik werd bekend gemaakt dat John Fullbright genomineerd is voor de nakende Grammy Awards. Het is dus goed mogelijk dat we Fullbright volgend jaar voorgoed kwijt zijn aan het grote publiek en een volgende keer in de AB of een misschien nog grotere zaal zullen terugzien. Kijk maar wat er met Bon Iver gebeurde: 4 jaar geleden nog in de kleine nightclub in Roepaen, dit jaar in een volle Lotto Arena. Het zou in ieder geval niet meer dan terecht zijn dat John Fullbright die Grammy in de wacht sleept.

 

7. The Pines – Dark So Gold

the pines, dark so gold

In juli was ik op vakantie in Bretagne. Hoewel ik, zeker sinds mijn ziekte; niet graag op reis ga, heb ik die week met volle teugen genoten van de Bretoense rust, ruimte en natuur. De regen viel de eerste dagen met bakken uit de hemel, maar dat belette ons niet om wandelingen te maken. Vanaf de eerste dag toen we de auto namen naar gindse bestemming schoof ik de cd ‘Dark so gold’ van The Pines in de auto cd-speler en die kwam er de rest van de reis niet meer uit. Nee, dat klopt niet helemaal, want ik nam de cd ’s avonds bij onze terugkomst ons vakantiehuisje mee binnen om er dan nog wat van te genieten. Lichtvervuiling bestaat niet in Bretagne en de bosrijke omgeving van Pluvigner baadde ’s avonds onder de sterrenpracht en in een oorverdovende stilte, die perfect harmonieerde met de verstilde, geheimzinnige gothic folk van ‘Dark so gold’. Als ik nu de cd beluister, voert de wondermooie muziek me terug mee naar de mysterieuze menhirs, de prachtige groene omgeving rond Pluvigner, het tot de verbeelding sprekende Belle-Ile-en-Mer, het strand van Carnac, de woeste kust op het schiereiland Quiberon, het uitgeregende middeleeuwse dorpje Auray en de eenzame strandjes met zonnebadende bloedmooie naakte meisjes.

 

8. First Aid Kit – The Lion’s Roar

first aid kit, the lion's roar

De tweede plaat van deze bloedmooie jonge folkmeisjes verscheen in het begin van het jaar en vergezelde me het hele jaar door. De plaat achtervolgde me overal waar ik ging: naar de eerder genoemde exotisch klinkende plaatsnamen in Nederland, naar Bretagne en de Elzas in de zomer en godweetwaar nog allemaal. Het werd méér dan eender welke plaat de soundtrack bij mijn 2012. Eén feit springt me echter telkens voor de geest telkens ik de plaat nu beluister: de verschrikkelijke busramp in maart die het hele land in rouw onderdompelde. De teneergeslagen sfeer en het machteloze gevoel van die donkere dagen zit dan ook perfect vervat in het bijwijlen ontroerende, sombere ‘The lion’s roar’. Je vraagt je af of die meisjes van First Aid Kit wel een gelukkige jeugd hebben beleefd. In ieder geval zorgden ze met ‘Emmylou’ wat mij betreft voor één van de allermooiste songs van het jaar. 

 

9. Witchcraft – Legend

witchcraft, legend

De opwindendste van alle nieuwe retro hardrockgroepen: Witchcraft uit Zweden, damesenheren! Jazeker, Witchcraft plundert de erfenis van Black Sabbath schaamteloos, maar doet dat goed. En als jongeren dankzij de nieuwe helden van Witchcraft nu Black Sabbath ontdekken, heb ik daar helemaal niks op tegen. Witchcraft is ook het ABBA van de retro hardrock: ze schudden de aanstekelijke melodieën uit hun laaggestemde gitaren alsof het hen geen enkele moeite kost en ze bedenken oorwurmen die op alle mogelijke momenten van de dag in je hoofd beginnen te knagen. Tja, ze hebben tenslotte de reputatie van “Zweden, het land van de oorwurm”, hoog te houden. Maar in tegenstelling tot concullega’s als Graveyard heeft de muziek van Witchcraft dat magische; dat tijdloze karakter dat ook de eerste 6 platen van Black Sabbath tijdloos maakte. Het in duisternis gehulde, dreigende ‘Legend’ wordt ongetwijfeld een legendarische hardrock plaat en is tegenwoordig wellicht de soundtrack tijdens Zwarte Missen. Nee, vrolijk word je niet van ‘Legend’, dat met het inktzwarte ‘Dystopia’ dé ultieme hymne voor fatalisten als ik, die in de apocalyps geloven, bevat.  

 

10. Ry Cooder – Election Special

ry cooder, election specal

Ondanks de aanhoudende wereldwijde crisis lijkt de Occupy beweging meer dood dan levend te zijn. En ook in de muziekwereld blijft het oorverdovend stil. Terwijl de revolutionaire jaren ’60, de doemdenkende jaren ’80 en de uitzichtloze jaren ’90 diverse muzikale spreekbuizen van hun generaties baarden, blijft het nu angstvallend stil vanuit de muzikantenhoek. Niemand lijkt zijn stem noch zijn gitaar te durven verheffen vandaag, terwijl de Algemene Grote Verontwaardiging net zou moeten doorklinken in de hedendaagse muziek. Maar nee, deze generatie heeft nog geen nieuwe Neil Young, Bob Dylan, Bruce Springsteen, Ian Curtis, Bono, Eddie Vedder of Kurt Cobain voortgebracht. Laat staan een nieuwe Pete Seeger of Woody Guthrie. Dat schijnt Ry Cooder danig op de zenuwen te werken en dus nam hij een goed half jaar na het nog enigszins omfloerste ‘Pull Up Some Dust And Sit Down’ met ‘Election Special’ een niets aan de verbeelding overlatende protestplaat voor deze tijd op. Het leverde alleszins een krachtiger statement dan Springsteen zijn ietwat geforceerde ‘Wrecking Ball’ op. Let overigens niet op de gehavende hoes. Dat krijg je namelijk als je cd’s laat rondslingeren in de buurt van 3-jarige aardmannetjes.