Album Top 50 van 2018: Het groot verzet

  1. The Ex :: 27 Passports

IMG_20181228_124335768

Ondertussen zijn ze bij Radio 2 met hun ‘1000 klassiekers’ al bij nr.560 aanbeland. Hoog tijd dus om er hier wat de vaart in te zetten, en wel met de Hollandse postpunk-bende The Ex. Jazz-professor Guy Peters spoorde me aan om hun nieuwste plaat te kopen, en als Guy dat beleefd, doch met licht dreigende toon zegt, luistert Roeneke altijd. Veertig jaar bestaat The Ex inmiddels, maar ik heb nooit de moeite gedaan om de band te ontdekken, want ik was altijd wel met iets anders bezig. En dat dat zonde is. Chaotische tijden vragen echter om chaotische muziek en daarvoor kan je gelukkig nog steeds terecht bij The Ex, al schijnt de snelheid enkele versnellingen lager dan vroeger te liggen. Maniakale chaos is hoe dan ook na 40 jaar nog steeds de specialiteit van het huis. Hun bezwerende, monotone, ritmische gitaar-mantra’s herinneren me aan de dagen dat ik, als de wind goed stond, in de tuin van mijn schoonouders het ritmische, echoënde gebonk, dat vanuit de gigantische hoogoven- en staalfabriek Forges de Clabecq kwam aangewaaid, kon horen. Inmiddels is die fabriek allang failliet en zijn de gebouwen gesloopt, maar de ziel leeft voort in het hart en de vurige muziek van The Ex.

 

  1. Johnny Marr :: Call The Comet

IMG_20181228_124611488

Niet dat het iemand opgevallen is, maar de britpop van de jaren ’90 kende in 2018 een heropstanding. Zo kocht ik onder meer de nieuwe platen van The Coral, Gaz Coombes (van Supergrass), James, Ash, Suede, Damon Albarn (meerbepaald The Good, The Bad & The Queen), Manic Street Preachers, Paul Weller en Johnny Marr. Het is deze laatste die mijn favoriete britpop-plaat van het jaar maakte met ‘Call the comet’, een plaat met de grandeur van de vroege Oasis en hier en daar uiteraard nog wat echo’s naar Johnny zijn oude band The Smiths. Veel breed uitwaaierende gitaren, memorabele melodieën en hemelbestormende refreinen in een ouderwets rock-geluid dus op ‘Call the comet’; een plaat die mijn nostalgiefactor nog wat opdreef en me naar ‘Definitely maybe’ deed teruggrijpen om nog eens het levenslustige anthem ‘Live forever’ uit volle overtuiging te kunnen brullen.

 

  1. Parquet Courts :: Wide Awake

IMG_20181228_124412549

Parquet Courts was met hun strikte vorm van americana-punk in een doodlopend straatje beland, en dus zochten ze sterproducer Danger Mouse aan om hun sound open te trekken. Het resultaat is een plaat die barst van de energie, vinnigheid, hooks en stijlen. Er wordt vrolijk van folk-rock, over punk-rock, naar indie-rock en americana gestuiterd en gebuiteld alsof het de Courts geen enkele moeite kost. Dat onvermoeibare genre-hoppen leverde in ieder geval  één van de beste feestplaten van het jaar op.

 

  1. Rolling Blackouts Coastal Fever :: Hope Downs

IMG_20181228_125028130

Mijn favoriete lied van het jaar heet ‘Talking straight’ en staat op het magische debuutalbum van het Australische Rolling Blackouts Coastal Fever; een roedel jonge wolven, die de Australische indie-rock van de jaren ’80 doen herleven. Landgenoten The Go-Betweens lijken de voornaamste inspiratiebron geweest te zijn, maar ook de vroege platen van R.E.M. resoneren in de sprankelende, jengelende gitaarpop van de Blackouts. ‘Hope downs’ is de pure gitaarhemel en doet met zijn hongerige, venijnig in de kuiten bijtende gitaren alvast hopen dat nog meer jongeren de hersenloze beats van Tomorrowland vaarwel zeggen en de elektrische gitaren oppakken.

 

  1. Claw Boys Claw :: It’s Not Me, The Horse Is Not Me / Part 1

IMG_20181228_125210058

Het was maar liefst zesentwintig jaar geleden dat ik mijn eerste en enige Claw Boys Claw-plaat kocht. Dat jaar hadden Peter Te Bos & co hier te lande een stevige Studio Brussel-hit te pakken met het wondermooie ‘Rosie’. Niet dat er dit keer een aanleiding was om de nieuwe CBC-plaat te kopen. Op een vroege voorjaarsdag las ik er toevallig een recensie van in OOR (ja, ik ben dus die enige balorige mens die dat ouderwetse muziekblad nog koopt) en in een vlaag van nostalgie schafte ik me de plaat aan. 67 is Te Bos inmiddels, maar dat zou je gezien de vurige energie en de vinnigheid die van deze nieuwe plaat afspat niet zeggen. Tegelijk is er in al die jaren niet veel veranderd bij Claw Boys Claw. De vroege Nick Cave & The Bad Seeds schemeren nog altijd door in de muziek van Te Bos en zijn partner in crime / gitarist John Cameron en dus horen we de groep als vanouds wild en gretig tekeer gaan in ‘Red letter’, meteen het absolute hoogtepunt van de plaat, en huilen naar de maan zoals in de wondermooie, afsluitende spookballade ‘Fade’.

 

  1. American Aquarium :: Things Change

IMG_20181228_124912116

Niet alleen Marc Ribot had een viscerale reactie na de uitslag van de presidentsverkiezingen van 2016, ook BJ Barham volgde zijn buikgevoel, pakte zijn gitaar en schreef het pessimisme van zich af middels goudeerlijke americana-liedjes waarin Barham het hart op de tong draagt en aldus zijn kleine familiale verhalen deelt met een wereld in chaos. Wat dat betreft is ‘Things change’ het kleine broertje van Jason Isbell zijn ‘Nashville sound’ van vorig jaar, waarop Isbell zijn angsten en pessimisme van zich afschudde middels zijn dankbaarheid voor het leven en de liefde van en voor zijn naasten. Voor dit zevende American Aquarium-studioalbum stelde Barham trouwens een compleet nieuwe band samen, wat meteen een gigantische stap voorwaarts betekende, iets wat kwaliteitslabel New West ook niet ontgaan was, toen Barham er met zijn plaat kwam leuren.

 

  1. The Jayhawks :: Back Roads & Abandoned Motels

IMG_20181228_124834680

“Een tussendoortje”, zo werd deze nieuwe plaat van The Jayhawks voorgesteld, als was het een excuus. Een excuus voor wat eigenlijk? Omdat Gary Louris deze liederen in het verleden samen schreef met artiesten als Carrie Rodriguez, Jakob Dylan en de Dixie Chicks? Louris verzamelde de beste liedjes van die samenwerkingsverbanden en het leverde zonder zeveren The Jayhawks hun mooiste werkstuk sinds ‘Rainy day music’ uit 2003 op, nog altijd met grote voorsprong mijn favoriete Jayhawks-plaat. Geen nodeloos geëxperimenteer deze keer, zoals op voorganger ‘Paging Mr. Proust’, en gelukkig is ook ruziemaker / oude zeurpiet Mark Olson in geen velden te bespeuren. Nee, ‘Back roads’ bevat gewoon goudeerlijke, oertraditonele americana-liedjes, waarvan de hooks en gouden melodieën je om de oren vliegen om ze vervolgens nooit meer te vergeten.

 

  1. Greta Van Fleet :: Anthem Of The Peaceful Army

IMG_20181228_124702972

Uitgespuwd door de hipsters van de muziekpolitie, maar omarmd door een leger van muzikale nostalgici. Ofwel haat je Greta Van Fleet hartgrondig, ofwel dweep je ermee; een tussenweg is er niet. In die zin lijken ze wel de opvolgers van Nickelback. Greta Van Fleet is, vanwege hun gedweep met de hippie klederdracht van de vroege jaren ‘70 in ‘t algemeen en Led Zeppelin in ‘t bijzonder, je reinste anachronisme. Een kwestie van iets te lang op grootvaders zolder te hebben vertoefd dan goed is voor de mentale gezondheid. De jongelui van Greta Van Fleet beheersen hun instrumenten in ieder geval zo goed als de legendarische giganten van destijds en proberen de gouden tijden van die rockgoden van weleer te herbeleven en te doen herleven. In dat laatste zijn ze alvast geslaagd, want terwijl ze in het begin van het jaar nog concerteerden in de kleine AB Club, ging hun concert in het najaar door in de hopeloos uitverkochte, grote zaal van diezelfde AB. Aan tickets geraken via Ticketswap was gewoon onmogelijk; van zodra er een ticket aangeboden werd, was het meteen doorverkocht. Led Zeppelin-epigonen dus, maar wel hele goeie. Een ‘Stairway to heaven’ hebben ze vooralsnog niet geschreven, maar lang zal dat niet meer duren, want hun zoektocht naar een dergelijke epische hymne in ‘t bijzonder en dezelfde mystiek in ‘t algemeen werpt nu al zijn vruchten af op dit beloftevolle debuut, dat propvol aanstekelijke anthems en hymnes staat, die ik tot grote ergernis van mijn kinderen graag mag meebrullen. Voor de haters: er zijn inmiddels wel duizenden Dylan- en Townes Van Zandt-epigonen; dan mag Led Zeppelin er toch ook wel eentje hebben zeker?

 

  1. Colter Wall :: Songs Of The Plains

IMG_20181228_124749556

En nu ik het toch heb over Townes Van Zandt-epigonen, hier heb je er zo één. Volgens luie muziekcritici althans, want de drieëntwintigjarige Canadees Colter Wall draagt eerder de geest van folklegende Derroll Adams in zich. Het is ronduit akelig hoezeer Colter lijkt op Derroll, zowel qua uiterlijk als stem. Zou hij zich daar zelf van bewust zijn? Wellicht niet, want zijn tweede album ‘Songs of the plains’ is een regelrechte ode aan Johnny Cash en diens gevoel voor mystiek. Ook Colter Wall toont zich dankzij zijn dwingende, donkere bariton een meesterverteller van onherbergzame spookverhalen, die hij voorziet van ingetogen, minimalistische arrangementen. Terwijl je de plaat beluistert, zie je de oude ghostriders in de sky al in de verte opdoemen.

 

  1. Marc Ribot :: Songs Of Resistance 1942-2018

IMG_20181228_124509911

Donkere politieke en onzekere sociaal-economische tijden vragen om protestmuziek. De verkiezing van Donald Trump dreef gitarist Marc Ribot prompt naar zijn schrijftafel en vervolgens naar de catacomben van het muzikale werelderfgoed waar hij op enkele stokoude liederen stuitte, die hij vertaalde naar het heden, zodat ze perfect in de huidige tijdgeest passen. Zo is er bijvoorbeeld de aloude mariachi ‘Rata de dos patas’, waarop naast een rappende Cornelius een anonieme migrant haar bloedstollende verhaal vertelt over haar aanvaring met Trump zijn geradicaliseerde federale politiedienst Immigration and Customs Enforcement, waarvan de werkmethoden akelige herinneringen oproepen aan die oude, Duitse politiedienst uit de jaren ‘40 van de vorige eeuw. Andere hoogtepunten zijn het beroemde Italiaanse verzetslied ‘Bella Ciao’, waarvoor niemand minder dan Tom Waits even zijn kluizenaarsbestaan verliet om deze pakkende bewerking in te grommen, en het op de anti-fascistische Italiaanse traditional ‘Fischia il vento’ gebaseerde ‘The militant ecologist’; een door en door intriest, ijzingwekkend treurlied waarvoor Meshell Ndegeocello haar fluwelen vocalen verleende. Naast Cornelius, Tom Waits en Meshell Ndegeocello wilden ook andere muzikanten als Tift Merritt, Sam Amidon, Syd Straw, Fay Victor, Justin Vivian Bond en Steve Earle maar al te graag samen met Marc Ribot op de barricades staan om te strijden tegen tiran Trump. Het indrukwekkende resultaat is deze op plaat gestanste, kleurrijke protestmars ‘Songs of resistance 1942-2018’, bijwijlen de mooiste, maar bovenal de belangrijkste plaat van het jaar.