Album Top 50 van 2018: Naar de barricades!

  1. Therapy? :: Cleave

IMG_20181229_135852728

‘Never apologise, never explain’ was de laatste plaat van Therapy? die ik veertien jaar geleden kocht. 2004 was echter ook het jaar dat er een bom in mijn hoofd barstte. Hevige angst- en paniekaanvallen dwongen me om jarenlang een kluizenaarsbestaan te leiden. De muziek waarvan ik altijd had gehouden maakte me hypernerveus en zorgde voor nog meer paniekaanvallen. Op een mooie voorjaarsdag stond ik aan een kruispunt waar ik de afslag nam richting Americana-land, om aldaar vervolgens jarenlang rond te zwerven. Het gevolg was dat mijn oude, geliefde platen van onder meer Aerosmith, Def Leppard, Nirvana, Soundgarden, Metallica, Smashing Pumpkins, Oasis, Ozzy Osbourne, Pennywise en Therapy? ruim de tijd kregen om stof te vergaren. Maar toen ik aan de beterhand was, verloochende ik nog steeds mijn oude helden. Ik bleef maar die ellendige, in eigen beheer opgenomen plaatjes van verdienstelijke hobbyisten hamsteren, omdat men mij maar bleef wijsmaken dat de ene na de andere zelfverklaarde singer-songwriter een absoluut niet te missen meesterwerk had gemaakt. Wie kent ze nog, die duizenden eendagsvliegen als Huke Green, Nathan Holscher, Naomi Sommers en Roger Johnson? Hun cd’s heb ik hooguit twee keer beluisterd en nadien nooit meer. Ze staan nu in kartonnen dozen op een kleine zolder boven onze garage, in de hoop dat minstens één ervan op een mooie dag een fortuin zal waard zijn. Sinds de verkiezing van Trump, het globale, oprukkende fascisme, het ongezouten racisme in mijn directe omgeving en de verkiezing van de extreem-rechtse klootzakken die ons land regeren, ben ik ontsnapt uit dat oerconservatieve Americana-land om op zoek te gaan naar nieuwe, luide gitaarbands, maar ook om te kijken wat er nog overblijft van mijn oude helden. Dit jaar verblijdden de oude helden van Therapy? me het meest met hun nieuwe plaat ‘Cleave’; een plaat die geproducet werd door Chris Sheldon, de man die ook verantwoordelijk was voor het geluid van de Therapy?-klassieker ‘Troublegum’ uit 1994. Een tweede ‘Troublegum’ is ‘Cleave’ niet geworden, maar veel scheelt het niet. Nuja, wie ben ik om daarover te oordelen? ‘Troublegum’ was op mijn twintigste een levensveranderende plaat, dus ben ik zeer slecht geplaatst om het heden met dat heerlijke verleden te vergelijken. Best is om een dertienjarige beide platen na mekaar te laten horen, en de kans is dan niet onbestaande dat hij of zij ‘Cleave’ de betere plaat zal vinden. Hoe het ook zij, de Brexit-crisis heeft in het Noord-Ierland van Therapy? oude, slapende geesten uit hun diepe slaap gehaald. De schrikbeelden van Bloody Sunday en alle andere vergeldingsacties van de Britten voor de IRA-aanslagen doemden ongetwijfeld opnieuw op in het hoofd van Therapy?-frontman Andy Cairns. Schrikbeelden die hij vertaalde in wat ongetwijfeld zijn sterkste collectie songs is sinds ‘Troublegum’. Onweerstaanbare hooks en aanstekelijke, sloganeske refreinen werden tot tien efficiënte, smerige splinterbommen gekneed, die het ongetwijfeld zeer goed zullen doen in de moshpit binnenkort, wanneer Therapy? langskomt in de AB. En anders steek ik zelf de boel wel in de fik als ze deze nieuwe, fantastische strijdliederen er zullen doorjagen.

 

  1. Idles :: Joy As An Act Of Resistance

IMG_20181230_022722939

I am my father’s son / His shadow weighs a ton. Vriendelijk van Idles-frontman Joe Talbot om met het pijnlijk confronterende ‘Colossus’ voor mij persoonlijk een anthem te schrijven. Jammer dan ook, dat ik hun legendarische concert onlangs in de Botanique gemist heb, want ik zou de lyrics van ‘Colossus’ beslist uit volle overtuiging mee geschreeuwd hebben. Al was het maar om de demon, die mijn pa nog steeds is, uit mijn hoofd en lijf proberen te verdrijven. Om vervolgens het jachtige ‘I’m scum’ al even overtuigend mee te brullen. Dat ik uitschot was, heeft mijn pa immers mijn hele jeugd lang zeer goed in mijn hoofd gebeukt. En zo gaat dat de hele plaat maar door, Talbot bezingt mijn oude angsten, pijn en woede, en balde mijn schrijfsels van de voorbije vijftien jaar samen in twaalf woeste, wild om zich heen schoppende punksongs.

 

  1. Frank Vander Linden :: Nachtwerk

IMG_20181229_140128114

Tijd voor wat contemplatie na zoveel zinvol punkrock-geweld. Een echte relatiebreuk heb ik tot nog toe in mijn leven niet meegemaakt, en ik hoop het ook niet te hoeven meemaken. Ik ben inmiddels 27 jaar samen met de vrouw waarvan ik zielsveel hou, en dit jaar zijn we eindelijk getrouwd geraakt. Om het met Jason Isbell te zeggen: hopelijk krijgen we nog minstens veertig gelukkige jaren samen. Dat neemt echter niet weg dat ik best empathie kan opbrengen voor zij die wel al een relatiebreuk of een echtscheiding te verwerken kregen. Zo was ik diep onder de indruk toen ik begin dit jaar (het kan ook eind vorig jaar geweest zijn) voor het eerst ‘Ik dacht aan een vrouw’, de vooruitgesnelde single van ‘Nachtwerk’, van Frank Vander Linden hoorde. Zo troosteloos en gebroken had ik de schijnbaar immer vrolijke Vander Linden de voorbije 26 jaar nog niet gehoord. Net zoals zovele anderen riep ik na de release van ‘Nachtwerk’: de Vlaamse ‘Blood on the tracks’ est arrivé! Een mens, en zeker ik, roept wel al eens vaker dergelijke nonsens en holle slogans, want ‘Blood on the tracks’ is niet het verdriet van Frank Vander Linden, maar van Bob Dylan. Het pure venijn genaamd ‘Idiot wind’ tref je niet op ‘Nachtwerk’ aan. Nee, Vander Linden blikt een plaat lang, met het gemoed vol en de fles leeg, terug op zijn jaren van puur huwelijksgeluk. De nacht is daarbij een gevaarlijk moment voor een gebroken hart, want in de stilte van de nacht wordt de eenzaamheid tastbaar. Vander Linden slaagde erin om dat gevoel van ondraaglijke eenzaamheid te vertalen in verstilde muziek. Voor zij die hem nog kennen: voor Edwin Ysebaert is ‘Nachtwerk’ ongetwijfeld de plaat van het jaar.

 

  1. The Bony King Of Nowhere :: Silent Days

IMG_20181229_135954555

Ik ben er nog niet uit of ik nu ‘Nachtwerk’ van Frank Vander Linden dan wel ‘Silent days’ van Bram Vanparys de mooiste break-upplaat van het jaar vind. Eigenlijk vind ik ze allebei even mooi en dus zouden ze dezelfde plaats moeten delen, maar goed. Ook Bram Vanparys verwerkte zijn huwelijksbreuk middels het maken van hopeloos romantische liederen. En ook bij de release van zijn plaat werd om ter snelst ‘Blood on the tracks!’ geroepen (doch deze keer niet door mij). Maar ook hier is dat pure nonsens, want ook ‘Silent days’ is allesbehalve de emotionele rollercoaster die dat meesterwerk van Bob Dylan was. Bob was verdrietig, humeurig, boos, onverschillig en zelfs vrolijk tegelijk op BOTT, terwijl bij Vanparys vooral gelatenheid en verdriet doorsijpelen tijdens zijn dagen van stilte, waarin hij vooral op zoek gaat naar antwoorden en dus veel vragen stelt. Wellicht was het een periode waarin hij vaak troost zocht bij de muziek van The War On Drugs en Kurt Vile, want zijn arrangementen klinken even weids en ruimtelijk als de band van Adam Granduciel, terwijl zijn gedachtenstroom ervoor zorgt dat hij zijn teksten op dezelfde manier en dezelfde lome intonatie als Kurt Vile declameert.

 

  1. Christian Kjellvander :: Wild Hxmans

IMG_20181229_140936057

Dit verwarrende, chaotische tijdsgewricht noopte ook de Zweedse singer-songwriter Christian Kjellvander tot het schrijven van liederen over migratie, uitsluiting, onthechting, de zin van het leven en sterfelijkheid. Waar dat bij vele andere liedjesbrouwers woedende strijdliederen opleverde, zinkt Kjellvander haast weg in een depressie en vraagt hij zich zeven epische muziekstukken lang wanhopig af hoe het toch zo ver is kunnen komen met het mensdom. Je reinste getoonzette existentiële crisis dus. Niet dat Kjellvander niet woedend is, want zijn muziek en bariton klinken dreigender, onrustiger en wanhopiger dan voorheen. Koortsdromen als ‘Halle Lay Lu Jah’ en ‘Love xomes’ zijn intense emotionele erupties, die uiteindelijk culmineren in het monumentale tranendal ‘Faux guernica’, het verslag van een reis die Kjellvander met z’n zoon ondernam en waarin hij zich haast excuseert tegenover zijn zoon, omdat hij in een grimmige wereld in chaos moet opgroeien.

 

  1. Mark Lanegan & Duke Garwood :: With Animals

IMG_20181229_141403407

Als je het nog donkerder wil, kan je altijd wel bij Mark Lanegan terecht. Geen straaltje licht schijnt er door het ondoordringbare, inktzwarte moeras waarin Lanegan en Duke Garwood, zijn muzikale rechterhand van de laatste vijf jaar, een plaat lang laveren. ‘With animals’ is geen tocht door de hel, maar het akelige ontwaken in een post-apocalyptische wereld, waarin alleen maar het grote, donkere Niets overblijft. Maar omdat we ons daar vooralsnog gelukkig niets bij kunnen voorstellen, voelt ‘With animals’ aan als een tocht door een donker dennenwoud bij nacht. Geblinddoekt nog wel. Of het gevoel van 200 km met de wagen over verlaten, slecht verlichte wegen door een dichte mist te rijden, waarbij het zicht niet verder dan 10 meter reikt. Voor velen zal deze mistroostige zwaarmoedigheid een paar ton te zwaar wegen, maar voor pessimistische doemdenkers als ik voelt deze ultieme duisternis als een zacht donsdeken.

 

  1. Elvis Costello & The Imposters :: Look Now

IMG_20181229_140328543

Na zoveel somberheid is deze nieuwe, betoverend mooie plaat van Elvis Costello en zijn oude vrienden een welgekomen tegengif. Het heeft trouwens niet veel gescheeld of deze wereld was dit jaar, naast geniale giganten als Aretha Franklin, Mark E. Smith, Conway Savage, Johann Johannsson en Charles Aznavour, ook Elvis Costello bijna kwijt. Het bericht dat kanker ook Elvis Costello te grazen had en hij derhalve zijn tournee moest onderbreken, kwam in hartje zomer als een donderslag bij heldere hemel. Bijna was ‘Look now’ een posthume plaat geweest, maar gelukkig versloeg Costello die vuile ziekte die tegenwoordig niemand ontziet. Nochtans verraadt niets aan ‘Look now’ dat Costello met een kwaadaardige tumor zat. Vermoedelijk zal er op het moment van de opnames nog niets aan de hand geweest zijn, want op ‘Look now’ wordt het leven gevierd in twaalf weelderige, briljante liedjes, die oude tijden doen herleven. De tijden van geniale songschrijvers als Dozier, Holland & Dozier, Carole King en Burt Bacharach, meerbepaald. Geen toeval, want die twee laatstgenoemden hadden ook een hand in enkele liederen op ‘Look now’. Zij en The Imposters zorgden er mede voor dat ‘Look now’ een masterclass werd in classic songwriting, oude soul en warme pianoballades. En wat gedacht van het sterk staaltje zang dat Costello hier een hele plaat lang tentoon spreidt? Costello heeft nooit mooier en beter gezongen dan hier, en het valt dus maar te hopen dat de behandeling van zijn ziekte zijn stembanden niet heeft aangetast, al zal dat wel het laatste van zijn zorgen geweest zijn. Of dit de beste plaat is die Costello ooit gemaakt heeft, weet ik niet, maar ik vind het zeker en vast zijn allermooiste. ‘Look now’ bezorgt me hetzelfde gelukzalige gevoel als die keer toen ik in de zomer van 2012 ergens in de Elzas een uur lang naar de heldere sterrenhemel zat te kijken.

 

  1. Whispering Sons :: Image

IMG_20181229_140616677

Bitter weinig concerten gezien dit jaar. Dat was niet de schuld van de migranten, de sossen, de werklozen, de linkse ratten, de gehandicapten, de langdurig zieken of de Walen. Nee, mijn maniakale koersgedrag op de racefiets zorgde ervoor dat ik gewoon geen energie meer had om me nadien naar een concertzaal te verplaatsen. Terwijl normale mensen naar ‘t schijnt energie krijgen van te sporten, zak ik na elke inspanning als een zak patatten van 25 kilo ineen en krijg je me voor de rest van de dag niet meer uit mijn zetel. Gelukkig zag ik helemaal op het einde van het jaar nog twee gewéldige, overdonderende concerten. Eén daarvan was het concert van Whispering Sons, die in het gezellige, bomvolle kelderzaaltje van de Centrale in Gent een thuismatch spelen. Ik had veel jongeren verwacht in het publiek, maar tot mijn grote ontnuchtering behoorde ik met mijn 44 winters tot de snotneuzen in de zaal. Het publiek bestond vooral uit veel oude new wavers die voor de gelegenheid hun oude, lange, zwarte jassen nog eens uit hun kelders vanonder het stof hadden gehaald. Zelfs de tantes, nonkels, bompa’s en bomma’s van de groepsleden waren aanwezig. Er werd dus al wiebelend veel naar schoenpunten gestaard, maar ook naar de charismatische frontvrouw Fenne Kuppens; naast het podium wellicht een lief, schuchter meisje dat met twee woorden spreekt, maar vanaf het moment dat ze met haar band een podium betreedt, transformeert in een vrouwelijke Ian Curtis. Net zoals destijds bij Curtis slaat ook bij Fenne de paranoia toe op het podium en doet ze aan schaduwboksen tegen een onzichtbare, demonische tegenstander, terwijl haar grafkelderstem de jonge Andrew Eldritch in herinnering brengt. Ik was al een hevige fan van Whispering Sons sinds de release van hun debuut-ep ‘Endless Party’ en deze debuut-lp, maar sinds dat overdonderende concert ben ik pas echt een fanboy geworden. Mag ik asjeblief je groupie zijn, lieve Fenne?  De mistroostige sfeer van de donkere, mistige vroege jaren ‘80, een tijdsgewricht waarin de ene na de andere fabriek en steenkoolmijn de deuren sloot en de Vlaamse jongeren bij monde van De Kreuners om werk schreeuwden, hangt als een loodzware, gitzwarte sluier over droomdebuut ‘Image’. De onzekerheid, de wanhoop, het pessimisme van toen; het is dankzij onze intelligente wereldleiders en politici helemaal terug. De oude, kille new wave, waarvan Whispering Sons nu de vaandeldragers zijn, past dus perfect in het huidige tijdsbeeld en is dus derhalve géén anachronisme.

 

  1. Shame :: Songs Of Praise

IMG_20181228_125329807

Lang geleden dat ik een publiek een uur lang heb zien moshen, pogoën en crowdsurfen alsof hun leven ervan afhing. Jammer dan ook, dat ik niet kon meedoen. Het hart en het hoofd wilden wel, maar een verschot in de onderrug, dat ik enkele dagen voordien had opgelopen, zei nee. Voor zoveel plezier zorgde het Londense (post)punkrock-combo Shame, de dag voor dat andere overdonderde concert van Whispering Sons. De Brexit-crisis dreef balorige, Britse jongelingen naar de elektrische gitaren om hun woede jegens hun wereldvreemde politici te ventileren. Dé spreekbuis van de Brexit-generatie werd Shame, het meest getalenteerde groepje van de Brexit-klas. Zij pookten in het begin van het jaar de gemoederen flink op met een opruiend, opwindend debuut bomvol anthems. Frontman Charlie Steen heeft bovendien, getuige het AB-concert, het charisma en de branie om de revolutie te leiden en het gepeupel op de barricades te krijgen.