1. Cat Power – Jukebox

De Grote Martin Pulaski zal het niet graag lezen, maar ik kan er ook niks aan doen: ‘Jukebox’ van Cat Power is mijn allergrootste miskoop van het jaar. En dat was dan nog één van de allereerste platen die ik dit jaar kocht. Ik had het moeten weten. Cat Power haar vorige album ’The greatest’ deed me ook al totaal niks. Ik heb niks met dit mens. Een toevallige erectie verslapt onmiddellijk als ik haar stem hoor. Foto’s en livebeelden van haar doen me trouwens altijd denken aan een typische, goedkope straathoer. Ik zie haar als het lelijke ongetalenteerde zusje van de stijlrijke, klassevole Neko Case. Sorry daarvoor, beste Martin.
2. Emiliana Torrini – Me and armini

Hetzelfde gevoel hierbij als bij de madam hierboven. Behalve dan dat mooie Emiliana me niet aan een straathoer doet denken, maar eerder aan een luxe escorte meisje. Haar vorige album ‘Fisherman’s woman’ vond ik overigens wél goed, wat de aankoop van deze nieuwe cd rechtvaardigde. Maar helaas; wèg is de breekbaarheid van die bloedmooie voorganger. In de plaats krijgen we gekunstelde huppeldepup kleuterpopliedjes waarmee de Kylies van deze wereld ongetwijfeld wereldhits zouden scoren.
3. The Verve – Forth

Sommige muziek ben ik gewoonweg ontgroeid. Ik besef het, maar toch koop ik nog dikwijls de nieuwe platen van vroegere idolen. Ik zou dat niet mogen doen, ik weet het. Die nieuwe Oasis plaat zal ik wellicht ook nooit meer beluisteren, maar die viel in vergelijking met deze comebackplaat van The Verve dan nog dik mee. Deze release had nooit mogen gebeuren, maar ja, zoals vorig jaar zo dikwijls gezegd: reünietournees brengen zoveel op tegenwoordig meneer! Het is dé ultieme vorm van pensioensparen. Alleen jammer dat de meeste groepen denken dat daar dan absoluut een nieuwe plaat bij hoort om zodoende het herwonnen ’hechte groepsgevoel’ extra te onderstrepen. Alleen goedgelovige sukkels (ik) en Serge Simonart (’Forth’ is zijn nr.2 van het jaar) trappen in die val. Ik leg dan liever, in een nostalgische bui, het glorieuze, levenslustige ’Urban hymns’ nog eens op, of eender welke soloplaat van Richard Ashcroft, want de muziek op ’Forth’ is muziek zonder hart en zonder ziel. Dé tienkoppige draak van het jaar. Werkelijk geen enkele track vind ik op deze cd de benaming ’song’ waardig. Gruwelijk gewoon.
4. Guns N’ Roses – Chinese democracy

Jaja, ik weet het wel: het is gemakkelijk kakken op dit plaatje. Maar toch: dit was, net als de plaat van The Eagles van vorig jaar, een noodzakelijke miskoop. Dit evenement van het jaar wilde ik absoluut niet missen. En het resultaat viel in eerste instantie best mee, maar dan had ik vlak daarna niet de vorige studioplaten van het échte Guns N’ Roses mogen beluisteren. Dan valt pas op hoe klinisch, zakelijk, koud, kil, computergestuurd,… dit afzichtelijke monster in werkelijkheid is. Het vroegere Guns N’ Roses, dat was sex, drugs, spetterende rock ’n roll, soul en vooral Slash. Maar dit megalomane vehikel is de getoonzette psychische gestoordheid van de labiele, misantropische maker ervan. Ze hadden die man al lang veilig in quarantaine moeten zetten, want ’Chinese democracy’ is een regelrechte aanval tegen de democratie en de mensenrechten. Hét ideale kerstgeschenk voor uw favoriete psychopaat dus!