Gelukkige Verjaardag

ayco verjaardag 01
 

De voorbije dag was een heuglijke dag. Onze dochter werd 5 jaar en dat werd samen met de meter, den bompa, de oma, enkele vriendjes, een grote verjaardagstaart, cola, fruitsap, water, chips, belegde broodjes, veel cadeautjes en spelletjes gevierd. Zelfs ik genoot er met volle teugen van, want ik heb samen met dat jong grut wel een uur lang een waterpistolengevecht gehouden. Het was een beetje een speciale verjaardag deze keer, want 13 juli 2003, haar geboortedatum, was ook een zondag en daardoor kon ik me het afgelopen weekend de details van de gebeurtenissen van exact 5 jaar geleden nog haarscherp voor de geest halen.

Het was dan ook een moeilijke bevalling geweest. Ons Ayco was al 14 dagen te laat en nét toen de gynaecoloog een keizersnede gepland had voor dinsdag 15 juli besloot onze kleine meid om op het laatste nippertje alsnog de natuurlijke uitgang te kiezen. Maar dat ging weliswaar moeizaam. ’s Zaterdagsavonds rond 20u kreeg madam eindelijk haar weeën, maar ze beviel pas ’s zondags om 15u14 na een zware, vermoeiende nacht. Om 3u ’s nachts schreeuwde mijn madam het uit van de pijn en smeekte ze haast om een epidurale verdoving. Hoewel ik doodop was, voelde ik toch de adrenaline op het moment van de bevalling door mijn lijf jagen. Bij ieder commando van de gynaecoloog greep ik vlugger dan de verpleging naar handdoeken en koude washandjes en ik hielp mijn madam als een bezetene tijdens het persen. Hoewel ik nooit een echte bergbeklimming in de Ronde van Frankrijk gereden heb, voelde dat moment wel aan als een bergbeklimming. En toen onze kleine meid dan uiteindelijk toch de uitgang gevonden had, heb ik de verbinding met haar moeder doorgeknipt. Het voelde aan als het belangrijkste dat ik ooit in mijn hele nutteloze, vervloekte leven gedaan heb. Mijn madam schonk haar het leven, maar ook ik schonk haar door het uitvoeren van deze daad het leven. Nadat ons dochtertje gewassen, gemeten en gewogen was, kreeg ik ze in mijn armen toegestopt waarop een zalig gevoel van geluk over mijn schouders neerdaalde. “Alles komt vanaf nu goed”, dacht ik nog bij mezelf.

Een moment van geluk dat niet lang mocht duren echter, want plots schoten de gynaecoloog en de verpleging in paniek. Mijn madam was letterlijk aan het leegbloeden. Daar zat ik dan in zak en as. Door het zien en het ruiken van al dat bloed in de verloskamer waande ik me eerder in een slachthuis. Het voelde ook zo surreëel. Ik zat daar met open mond stil en alles en iedereen rondom mij bewoog in sneltreinvaart. Een paar seconden voordien voelde ik me nog superman en plots zat ik aan mijn stoel genageld. Ik bibberde van angst terwijl de artsen er alles aan deden om mijn madam terug bij bewustzijn te brengen. Ik had me nooit eerder zo machteloos gevoeld. Ik wilde iets doen, maar ik kon niets doen omdat ik met ons pas geboren, hulpeloze dochtertje op de schoot zat, kijkend naar haar stervende moeder. Nog meer artsen verschenen in de verloskamer en na een half uur riep de gynaecoloog in een spontane blijdschap: “ Ze is erdoor! We hebben haar erdoor gehaald!”. Ik had me nog nooit voordien zo opgelucht en blij gevoeld bij zulke verlossende woorden. Want uiteraard spookten er de hele tijd negatieve gedachten door mijn idiote kop. Ik was woedend en angstig tegelijk. Woedend, omdat ik het oneerlijk vond dat wij altijd alle ongeluk van de wereld hadden. Angstig, omdat ik mijn madam niet wilde verliezen en omdat ik niet alleen met mijn dochtertje in de grote boze wereld wilde zijn. Na die verlossende woorden van de gynaecoloog heb ik gehuild als een klein kind. Ik huilde van geluk, omdat mijn madam toch bij ons zou blijven. Maar ik huilde ook de vermoeidheid en de doorstane emoties van de afgelopen uren weg. En daarbij verwenste ik mezelf. Wat een ezel was ik immers niet geweest het jaar voordien.

ayco verjaardag 02

Na mijn ongeval in de Ardennen in maart 2002 zonk ik langzaam maar zeker in een zware depressie die zijn dieptepunt kende in oktober en begin november van datzelfde jaar. Toen kwam voor het eerste de gedachte in me op om zelfmoord te plegen. Mijn leven had immers totaal geen zin meer. Ik was mijn madam alleen maar tot last en ze verdiende beter, dacht ik. Op een zondagavond hoorde ik tijdens Duyster op stubru dan voor het eerst ’(That’s how you sing) Amazing grace’ van Low waarna ik meteen in een word document mijn afscheidsbrief schreef. Dat nummer van Low moest op mijn begrafenis gespeeld worden, schreef ik in de brief. Dat vervloekte word document kon ik enkele dagen later gelukkig voorgoed verwijderen. Mijn madam kondigde immers aan dat ze mogelijk zwanger was; een aankondiging waarop ik eerder verschrikt dan laaiend enthousiast reageerde. Logisch ook, want ik zat op dat moment met concrete zelfmoordplannen in mijn stomme kop en die aankondiging kwam totaal uit de lucht gevallen. We probeerden immers al zo lang zwanger te geraken en we hadden de hoop eigenlijk al lang opgegeven. Die aankondiging kwam dan ook aan als een verrassing uit het Niets en nét op het juiste moment. Toen ik enkele dagen later dan de bevestiging op het scherm bij de gynaecoloog kreeg dat madam werkelijk zwanger was, draaide ik een knop om in mijn stomme kop. Ik had plots weer een doel in mijn leven en mijn zelfmoordplannen werden ter plaatse bij het zien van nieuw leven in de buik van mijn madam definitief gewist. Ik leefde mee naar de bevalling toe en daardoor ging het steeds beter en beter met me. Ik had weliswaar nog altijd last van sociale fobie en hyperventilatie aanvallen, maar ik leerde er mee omgaan; ik plaatste me erboven. Ik voelde me zowaar sterker dan mijn demonen worden.

Tot mijn psychologe op een dag in oktober 2003, 3 maanden na de bevalling dus, voorstelde om definitief af te rekenen met het verleden. Ze was laaiend enthousiast over EMDR therapie; een soort van hypnose waarbij ‘het slachtoffer’ gedurende een aantal sessies telkens weer teruggevoerd wordt naar het moment van zijn ongeval en dus de bron van zijn angst. Ik geloofde erin en ik voelde me sterk genoeg om voor eens en altijd af te rekenen met die Vervloekte Dag. Mijn eerste EMDR sessie in november 2003 was weliswaar érg confronterend, maar ik had het goed doorstaan en ik voelde me nadien eigenlijk opgelucht en bevrijd. Hoewel ik ervoor open stond, was ik nadien toch verbaasd dat de psychiater inderdaad het moment voor, het moment zelf, en het moment na mijn ongeval had kunnen oproepen. En dus bleef ik een aantal weken na mekaar gaan. Maar na iedere volgende sessie voelde ik me steeds ellendiger worden. Door mijn ongeval telkens weer te herhalen en te herbeleven, herinnerde ik me steeds meer en meer details, hetgeen eigenlijk de bedoeling is van EMDR. De details zouden je immers moeten geruststellen. Bij mij had het echter een averechts effect. Ik ging me weer angstiger voelen en de angst nam het na iedere EMDR sessie steeds meer en meer over. Na 5 sessies ben ik gestopt. Ik moést stoppen, want na de laatste keer was ik “wakker” geschrokken doordat ik vaagweg de oorzaak van mijn val had gezien. Ik heb immers nooit de oorzaak van mijn val geweten. Struikelde ik over een steen, een boomwortel of een tak? Of gleed ik uit over de natte bladeren of de modder? Of had één van de vele wandelaars achter mij me bewust of onbewust een duw gegeven om me voorbij te gaan? Ik weet het tot vandaag nog altijd niet. En voor u het denkt: Mijn madam kan het niet geweest zijn, want die liep al vele meters voor mij uit. Misschien had ik de oorzaak geweten indien ik mijn zesde EMDR sessie toch nog gedaan had. Maar ik durfde niet meer. Ik werd zoals gezegd na iedere sessie angstiger en ellendiger. Op het einde van elke sessie braakte ik letterlijk
mijn hele maaginhoud uit. Zo’n herbeleving is dan ook zowel fysiek als mentaal een uitputtingsslag. Ik baadde na iedere sessie in het zweet. Ik lieg niet; het is immers vastgelegd geweest op video, omdat ik daartoe de toestemming gegeven had aan de psychiater. EMDR therapie was toen, in 2003, immers nog een vrij nieuwe toepassing in ons land en men wilde het gedrag van de weinige patiënten vastleggen als studiemateriaal.

In ieder geval zat ik na het vele herbeleven van mijn val in mijn hoofd opnieuw aan die afgekraakte boom te bungelen. Ik hing opnieuw in de afgrond waar ik tijdens het jaar voordien bijna terug uitgekrabbeld was. Toch verweet ik het de psychiater noch mijn psychologe. Er moest immers iéts gedaan worden om me er terug helemaal bovenop te helpen. Ik had tenslotte een kind nu, en uit liefde voor mijn kind wilde ik alle mogelijkheden proberen om terug helemaal beter te worden. Deze goed bedoelende mensen verwijt ik dus niets. Het was het proberen waard. Mijn vader daarentegen. Uitgerekend mijn bloedeigen vader, die ik op dat moment nodig had, zou me enkele maanden later, tijdens de zomer van 2004, de genadeslag toedienen waardoor ik alsnog in de Semois zou belanden. Tenslotte kon ik mentaal nog altijd lager vallen. Ik bungelde immers aan een overhangende afgekraakte boom enkele meters boven de Semois. Uitgerekend mijn vader liet me in de steek. Maar mij niet alleen. Ook zijn hele familie, waaronder onze dochter, zijn petekind. Puur uit eigenbelang en egoïsme. Ik vergeef het hem nooit. Uitgerekend mijn vader zou mijn angsten en psychische gezondheid nog 1001 keer erger maken waardoor ik tijdens de jaren 2005 en 2006 de diepste krochten van de hel zou afdalen. Ik heb in die jaren dikwijls gedacht dat ik zou sterven. De paniekaanvallen volgden mekaar immers in ijl tempo op en ze werden ook erger, waardoor ik steeds meer ging verkrampen van de angst. Verstijving van de linkerarm, tintelingen in de voeten en een verzwaard gevoel rond de borstreek waren telkens het gevolg. Ik durfde niet meer naar buiten, omdat ik bang was op straat te zullen doodvallen. Ik durfde zelfs mijn eigen trap in huis op een normale manier niet meer af. Maar mijn vader heeft me niet kapot gekregen. Dankzij de levenslust en de liefde van mijn dochter en mijn madam krabbel ik sinds vorig jaar opnieuw beetje bij beetje uit de afgrond. Maar de tocht is lang en soms glijd ik nog wel eens uit, waardoor ik weer enkele meters dieper lig. Toch kom ik ooit weer boven, al moest ik vechten tot aan mijn dood. Ik reken na mijn dood wel met je af pa, als we mekaar terug zullen ontmoeten. In de hel.

 

Een gedachte over “Gelukkige Verjaardag

  1. Wat een mooie foto’s. Ik moest even aan Little Miss Sunshine denken… Die haarband zal er wel voor iets tussen zitten.

    Ik heb een jaar lang samengeleefd met iemand die angstaanvallen had. Ik herinner me vooral de machteloosheid. Die verkrampte hand… Dikwijls sloeg hij dan tegen de muur. Tot bloedens toe. Om die andere pijn niet meer te voelen.

    Nu gaat alles beter met hem. Andere medicatie en een regelmatig, sober leven helpen hem erdoor. De slaap- en kalmeermiddelen zijn voltooid verleden tijd.

    Met jou komt het ook wel goed. Sterkte!

    Like

Reacties zijn gesloten.