
(foto: RoenHetZwoen. Foto die ik nam wat verderop in mijn straat naar de top van de Bosberg toe tijdens een ochtendwandeling op maandag 15 oktober 2007 om 8u22. Het was de eerste barkoude nacht en ochtend van de herfst van 2007.)
Was het maar al herfst. Ja, zul je zeggen, het is nu buiten toch ook al herfst? Helaas, dat slechte weer is slechts schijn. Is het wel slecht weer vandaag? Het mag wat mij betreft nog wel wat frisser. Toch ben ik blij dat het tenminste niet verschrikkelijk heet is en er heerlijke frisse lucht is dankzij de regen. Maar de zomer is wel degelijk aanwezig. Iedereen is immers onrustig en meent van alles te moeten doen. Men meent de vakantie “nuttig” te moeten besteden door te tuinieren, fietsen, barbecuen, reizen, timmeren, boren, metselen, wandelen, voetballen, praten, zingen, fluiten, zeuren, dansen, springen, zwemmen, gamen, feesten, festivallen. Enzovoort. De bron van lawaai is onuitputtelijk. Omdat het zomer is. Dat zogenaamde slechte weer houdt de mensen niet tegen. Zelfs de natuur is onrustig en maakt veel te veel lawaai. Vroeger, toen ik nog gezond, jong, knap en intelligent was, bezondigde ik me ook aan hyperactiviteit gedurende de zomerperiode, maar nu heb ik een diep verlangen naar de kalmte en de rust en de ruimte van de herfst en de winter. De beklemmende lawaaihinder van de zomer maakt me gek en paralyseert me. Ik kan niet nadenken, niet lezen, niet naar muziek luisteren, niet schrijven. Ja, zul je alweer zeggen, muziek beluisteren zorgt toch ook voor lawaai? Dat is echter de kortzichtige gedachte van de gewone mens. In alle rust en eenzaamheid muziek beluisteren, zelfs al is het een LP van AC/DC, brengt immers stilte en kalmte en maakt me rustig. Nu ben ik echter de wanhoop nabij en zoek ik tevergeefs naar rust en ruimte in huis en omdat ik die niet vind, blijf ik ’s nachts veel te lang op. Veel te lang dan goed voor me is, want ik voel me ellendig. Wegens slaaptekort. Want natuurlijk is iedereen vroeg wakker, waardoor het lawaai van de helse activiteit al vroeg doorheen mijn slaap gonst en op mijn arme, moegetergde hoofd inbeukt. Een wandelingetje maken is geen optie, want nu kom ik veel te veel mensen tegen. Ik ben allergisch voor mensen. Ik voel dat ze me aanstaren en dat ze me willen aanspreken en dat maakt me onrustig en angstig. Ik heb geen behoefte aan nutteloze, overbodige gesprekken. Daarom verlang ik intens naar de desolaatheid van de herfst en de winter. Minder naar de winter, want na de winter komt die onvermijdelijke rotlente die de mensen uit hun huizen jaagt waardoor het lawaai begint aan te wakkeren. Maar in de herfst en de winter kan ik tenminste wel ongestoord gaan wandelen. Omdat dan de kans op ongewenste ontmoetingen met bekende of onbekende mensen minder groot tot onbestaande is. De herfst houdt iedereen immers binnen, want men is bang van de vroege, lange duisternis, the man in the long black coat, het gehuil van de boze wolven en het gekras van de kraaien. Ik hou van het gehuil van de wolven en het gekras van de kraaien. Ze bevestigen de doodse stilte van de herfst en de winter. Daarom hoor je de wolven en de kraaien nu niet. Zouden ze zich stil houden voor de zomerse hyperactiviteit? Of hoor je ze niet omdat hun gehuil en gekras overstemd wordt door het zomerse lawaai? Straks, als mist, duisternis, wind, kou en regen terug regeren, zullen ze wel terug uit hun schuilplaats komen om op de desolate velden uit mijn handen te eten. Ik kan haast niet wachten. Was het maar al herfst…
Steve Von Till – To the field LYRICS
The winds outside are change,
Shadows move across the floor, chasing the light.
When the leaves fall to the field,
I’ll know the wrong from yesterday.
Sky turns sustaining night.
We all watch the frost from the withered vines
Of the Autumn host I’ll pray.
On my sustaining life,
I will be as yew, with the grain.
Driven through a sea,
The tides wash in to inspire
The dawning moon of the mind.
Flesh given way to the worlds in her eyes.
The rain will no longer cease.
Drowning gives meaning to breath.
I come down to stake my claim.
Runes in the clouds and blood on the bone.