“Hoeveel vraag je ervoor?”, vroeg ik. Bob Neuwirth richtte zich hierop tot Elliott Murphy en vroeg hem: “Hey Elliott, hoeveel vraag jij voor je rommel?” Elliott repliceerde: “15. 15 is een eerlijke prijs, Bob”. Bob scheen zich het antwoord van Elliott echter niet aan te trekken, want kaatste mijn vraag meteen terug: “Hoeveel wil je ervoor geven?” En daar stond ik dan; met mijn mond vol door ettelijke hectoliters coca-cola aangevreten tanden. Ik had deze wedervraag niet verwacht. Ik wilde gewoon 3 cd’s van Bob kopen: ‘Look up’, ‘Back to the front’ en ‘99 monkeys’. Hij had ook exemplaren van ‘Havana midnight’, zijn laatste studioplaat uit 2001, bij zich, maar die cd had ik al. Bob wist dat ik daarover niet loog, want ik had ze samen met die andere cd die ik van ’m heb, ’Last day on earth’, meegenomen om door hem te laten signeren. Andere cd’s (heeft ie er sowieso nog andere?) had hij niet bij zich. Hier stond ik dan, op een stom festival in Zottegem, samen met een Levende Legende die samen met z’n vriend Bob Dylan in de sixties en zéker in de seventies Rockgeschiedenis heeft geschreven, en uitgerekend deze Grote Mijnheer vroeg mij hoeveel ik voor zijn 3 cd’s wilde betalen. Ondertussen stond hij me ook nog eens te filmen terwijl ik nadacht over z’n vraag. Niet zo opmerkelijk overigens; Bob liep al de hele tijd met z’n camera rond. Alleen tijdens zijn eigen optreden had hij niet gefilmd. De nuchtere Vlamingen, zowat iedereen dus, vonden hem daardoor een rare kwiet. Ik niet. Ik wist meteen: hier is een échte kunstenaar aan het werk die dit festivalletje vanuit een totaal ander perspectief, misschien wel vanuit een totaal andere wereld beleeft. Het terugkaatsen van mijn vraag bevestigde die gedachte: Bob Neuwirth IS een Kunstenaar. Echte kunstenaars denken niet na over zoiets banaals als een prijs.
Op dat moment, in die situatie, drong het plots tot me door en zag ik hét énorme verschil tussen de 2 artiesten Elliott Murphy en Bob Neuwirth. Je moest al een nuchtere Vlaming zijn om dit verschil niét te zien. Nuchtere Vlamingen stellen zich immers geen vragen bij de dingen; ik wel. Ik zag in één en hetzelfde moment de vele facetten van Elliott Murphy: de singersongwriter, de showman zowel op als naast het podium (hij signeerde maar al te graag de vele tieten die hem spontaan aangeboden werden), maar ook de zakenman. Elliott Murphy ként immers z’n prijs voor zijn cd’s: 15 euro en geen eurocent minder moeten ze kosten! Met Elliott Murphy valt niet te discussiëren over zo’n dingen. Hij is wat dat betreft de Lance Armstrong van het muzikantenpeloton. En daarnaast stond dan Bob Neuwirth, de Kunstenaar. Bob ademt Kunst. Bob is één en al Kunst. Kunst die hij in eerste instantie creëert middels beeld of muziek. Vorige zondag combineerde hij op Song City die beide kunsten. Maar Bob ziet in alles kunst. Tot in het verkopen van cd’s toe. Zelfs zo’n banaliteit weet hij tot kunst te verheffen door te experimenteren met de vraag: “Wat is mijn muziek voor jou waard?” Uitgerekend ik was zijn proefkonijn. “Wel, ik heb nog 70 euro bij me Bob.”, antwoordde ik in alle eerlijkheid en ik liet hem zelfs mijn briefje van 50 en van 20 zien. “Ik wil je gerust 50 geven voor alle 3. Die 20 zou ik graag nog willen houden om straks uit te geven aan drank of om me te laten pijpen door een lekker wijf. Vind je daarom 50 genoeg Bob?”. Bob straalde van vreugde toen ik hem het briefje van 50 overhandigde. Hierop pakte hij me stevig beet en gaf me een dikke knuffel. “Dit heb ik nog nooit meegemaakt man! En je hebt verdorie groot gelijk dat je die 20 houdt! Een man moet altijd voorbereid zijn op een blowjob; zelfs al is het een slechte!”, vertrouwde hij me toe. “Djiezes Elliott, heb je dat gezien? Hij kocht ze alle 3 en gaf me er 50 voor!” Ik was de enige die cd’s gekocht had van Bob, maar toch was hij zichtbaar veel gelukkiger en dankbaarder dan Elliott die weliswaar meer cd’s had verkocht aan verschillende mensen. Maar Elliott besefte dat Bob hem op een veel hoger niveau had verslagen. Elliott staart zich dan ook blind op zijn richtprijs; Bob niet. Bob experimenteert en maakt het daardoor voor zichzelf en zijn vrijwillige proefkonijnen (ik in dit geval dus) spannend. En door dit stomme voorval was Elliott Murphy voor mij nog maar eens gebuisd als mens. Met Elliott Murphy heb ik naast het podium nog nooit kunnen opschieten. We praten soms wel eens met mekaar, maar eigenlijk praten we dan de hele tijd naast mekaar. Naast het podium is Elliott alles behalve rock ‘n roll. Dan lijkt hij haast een nuchtere Vlaming. Hij zou gerust een NVA’er kunnen zijn. Niet zo met Bob Neuwirth. Bob Neuwirth was lang voor mijn aankoop van zijn cd’s al mijn beste vriend. Het klikte onmiddellijk tussen ons. Met Bob stond ik meteen op dezelfde golflengte. Bij Elliott heb ik het gevoel dat onze golflengtes zich met de jaren meer en meer van mekaar beginnen te distantiëren. Vandaar dat ik tegenwoordig na de optredens Elliott steeds ontwijk en liever een babbeltje sla met Olivier Durand, met wie ik veel beter kan opschieten. Tot slot richt ik deze smeekbede tot Luc Gheldof, programmator van Toogenblik: Haal Bob Neuwirth het volgende concertseizoen aub naar Toogenblik! Naast de 3 cd’s van Bob Neuwirth kocht ik de afgelopen week, week 27 in het 2008-in-cd’s-collectief, overigens ook nog deze cd’s:

Dit trio John Cale platen bestelde en kocht ik op aanraden van de grote Martin Pulaski. Ik vond ze vrijdag in mijn bus. Handig, zo’n brievenbus. Ook handig: de site waar ik ze een paar dagen eerder bestelde. Cosmox is beter, handiger en over het algemeen goedkoper dan het al even Belgische Proxis. En geen gedoe met online betalen. Je krijgt gewoon een overschrijving bij je pakket. De verzendkosten zijn overigens gratis. Nog een Cosmox pluspunt dus. Na 2 bestellingen bij Cosmox heb ik hen nog steeds op geen minpunt kunnen betrappen. Zware aanrader dus. De dubbelaar ‘The Island years’ omvat overigens met ‘Fear’, ‘Slow dazzle’ en ‘Helen of Troy’ 3 integrale John Cale platen in één klap.

‘Texas troubadour’ van Townes Van Zandt en ‘At the Ryman’ van Emmylou Harris kocht ik op aanraden v
an Marc Vos. Beiden zaten overigens bij mijn John Cale cd’s in hetzelfde Cosmox pakket. ’Texas troubadour’ van Townes is een 4 CD set die echter maar liefst 7 integrale studio cd’s bevat. Toch ben ik slechts 6 studio cd’s van Townes rijker. Dat komt omdat ook ‘The late great Townes Van Zandt’ in deze set zit, en die had ik vorig jaar stom genoeg al apart gekocht. Maar in ieder geval ben ik nu met ‘For the sake of the song’, ‘Our mother the mountain’, ‘Townes Van Zandt’, ‘Delta Momma blues’, ‘High, low and in between’en ‘Flyin’ shoes’ in één klap 6 studioplaten + nog wat studio outtakes en live songs van Townes rijker. Vorig jaar deze tijd had ik nog geen enkele Townes plaat. Het was Guy die me dat extra duwtje gaf vorig jaar. Ik wilde al sinds 1997 Townes gaan ontdekken, maar het kwam er maar niet van. De aanleiding daartoe waren de liner notes van Steve Earle in diens eigen cd-boekje bij de cd ‘El corazon’. Toch ben ik blij dat ik zo lang gewacht heb. Nu pas voel ik me immers klaar voor Townes. Ik betaalde voor deze schitterende box set inclusief boekje overigens slechts 19.49 euro bij Cosmox. Dat voelt aan alsof ik voor die prijs net ‘Zonnebloemen’ van Van Gogh gekocht heb. Ik voel me er wat ongemakkelijk bij. Het is een oneerlijke, onlogische wereld. Toch is deze box set dé aankoop van het jaar voor mij. Maar niét omwille van de prijs, wél omwille van de inhoud.

Mijn eerste bestelling bij Cosmox viel vorige maandag in de bus en ik had het er hier deze week al eerder over. Hoe is het mogelijk dat zo’n twee, de essentie van Rock ‘n roll vattende platen zo goed verstopt werden door de hogere machten in de muziekindustrie? Gelukkig wees Guy me op het bestaan van deze beide grote platen, waarvoor ik tot mijn grote schaamte slechts een aalmoes diende te betalen.

En tenslotte dus de 3 cd’s van Bob Neuwirth, waarvan u uiteraard het verhaaltje hierboven al gelezen hebt.