41. Buddy & Julie Miller :: Written In Chalk
Een plaat waar ik maar moeilijk “in” kwam,deze tweede duoplaat van het echtpaar Buddy & Julie Miller. Vooral de pianoballades vielen me tijdens de eerste luisterbeurten te licht uit. Het klonk me allemaal te lief, en ook nu na –tig luisterbeurten gaat er nog steeds behoorlijk veel huiselijk huwelijksgeluk uit van de plaat. Maar dat vind ik ondertussen niet erg meer. Want het plaatje groeide langzaam en op den duur ging ik het kleinood toch koesteren. Alleen al het duet van Buddy Miller met Robert Plant ‘What you gonna do Leroy’ rechtvaardigt plaats nr.41 in mijn top 50 van 2009. Bij deze dus.
Buddy & Julie Miller MySpace pagina (geen songs van deze cd aanwezig)
42. Justin Townes Earle :: Midnight At The Movies
Justin overklast met z’n tweede volwaardige studioplaat moeiteloos z’n pa Steve Earle! Voila, zo simpel is dat. Ik zei het vorig jaar al tegen z’n tante Stacey Earle, toen die met haar man Mark Stuart optrad in de gezelligste club van ‘t land Toogenblik, en ze zou het compliment een week later met Thanksgiving overmaken. Iets wat ze ongetwijfeld zal gedaan hebben, want met het vol zelfvertrouwen klinkende ‘Midnight at the movies’ overtreft Justin moeiteloos zijn debuut ‘The good life’ van vorig jaar en getuigt de nog steeds erg jonge Earle junior van een enorme maturiteit die je eerder van z’n pa zou verwachten, ware het niet dat de ouwe Earle zwaar aan het dementeren is gegaan sinds het begin van deze eeuw. Justin is het overduidelijke prototype van een oude geest in een jong lichaam, hetgeen het best tot uiting komt in dé topsong van de plaat, ‘Poor fool’. Heerlijk stoffige, ouderwetse, maar oh zo onweerstaanbare, pure ol’ time country. Er zou al een plaatsje gereserveerd moeten zijn voor Justin Townes Earle op een eventuele nieuwe compilatie van ‘The Anthology of American Folk Music’.
Justin Townes Earle MySpace pagina
43. The Gourds :: Haymaker!
Alles van The Gourds is goed. Voila, zo simpel is dat. Niet dat ze wereldschokkende muziek maken, en eigelijk zijn hun platen allemaal onderling inwisselbaar. Maar het klinkt toch altijd weer oh zo onweerstaanbaar en aanstekelijk. De gezelligste feestplaat van het jaar brengt het dan ook moeiteloos tot nr.43 in mijn jaarlijst en dat is niets te hoog, integendeel. Zeker nu de ouwe wolven van Los Lobos al wat ouderdomsverschijnselen beginnen te vertonen en het wat lieten afweten op hun recentste platen, moet een band als The Gourds gekoesterd en gewaardeerd worden. Met The Gourds is het altijd een beetje zomer; zelfs op dagen van ijs, dagen van kou als vandaag.
44. Corin Raymond :: There Will Always Be A Small Time
“De muziekindustrie verlaat het land” is, na Sigur Ros op ‘Heima’, ook de boodschap van de mij voordien onbekende Corin Raymond op diens heerlijke cd ‘There will always be a small time’. Het deert Raymond niet dat de muziekindustrie as we knew it dankzij het internet naar de kloten is gegaan. Het verval bracht de artiest immers weer bij het publiek in kleine, gezellige clubs. Alles komt terug, zelfs de middeleeuwse troubadour die met zijn liedjes van publiek naar publiek trekt. Eenzaam is hij nooit, want hij heeft zijn liedjes altijd bij zich, en een publiek dat zijn liedjes wil horen, zal er altijd wel zijn. Dat is de overtuiging van Corin Raymond op de gezelligste bruinekroegplaat van het jaar, en eigelijk heeft hij gelijk. Zijn in eigen beheer uitgebrachte fraaie cd distribueert hij overigens niet via een platenfirma, maar op concerten en via het onafhankelijke cdbaby, hetgeen zijn boodschap alleen maar geloofwaardiger maakt.
45. Van Eaton & Friends :: Blood On The Ground
Een plaat met hoge draaibaarheidsfactor, deze ‘Blood on the ground’ van de door bluegrass legende Del McCoury ontdekte Van Eaton. De mix van ol’ time country, bluegrass en americana geïnjecteerd in een collectie straffe songs werkt namelijk net zo superaanstekelijk als de outlaw country van Hank III. Niet meteen voer dus voor de oren van de meeste Belgische muziekliefhebbers. Die vinden dit allicht véél te ruraal-Amerikaans, en dus ouderwets klinkend. Their loss.
Van Eaton & Friends MySpace pagina
46. Gurf Morlix :: Last Exit To Happyland
Hier is dan de Meester Producer zelve. Eigelijk bedeel ik Gurf met een veel te lage plaats voor deze schitterende plaat, maar ‘Last exit to happyland’ sluit muzikaal mooi aan bij de rauwe countryblues van ‘Achin in yer bones’ van Romi Mayes, een plaat dus die Gurf prodjoeste. Gurf Morlix prodjoeste overigens heel wat van mijn favoriete platen van het voorbije decennium. Ik zou het eens moeten natellen, maar ik kocht de voorbije 10 jaar zeker en vast enkele tientallen cd’s die door Gurf geprodjoest werden. Gek genoeg kocht ik zijn soloplaten pas nadat ik deze ‘Last exit to happyland’ gekocht had. Zijn nieuwe cd propvol nieuwe stevige countryblues songs, waarop Gurf overigens bijgestaan wordt door Patty Griffin en Ruthie Foster, was nog ovenvers toen Gurf een stapeltje meehad naar zijn optreden in Toogenblik begin dit jaar.
47. Romi Mayes :: Achin In Yer Bones
Enkele weken geleden bood Romi Mayes me betaalde sex aan tijdens haar optreden in Toogenblik. Zij had er denk ik meer zin in dan ik, want toen ze zich stevig tegen me aandrukte voor enkele foto’s voelde ik haar harde stijve tepels hunkeren naar warmte en tederheid. Ik vond haar maar een schichtig, veel te mager mens. Ze deed me zelfs denken aan de Koningin van Onderland uit Jommeke; een figuur waar ik vroeger altijd al bang voor was en nu nog eigenlijk, nu ik eraan denk. Ik wimpelde haar voorstel dan maar af, temeer omdat ik toch waarschijnlijk niet genoeg geld op zak had. Misschien genoeg voor een pijpbeurt, maar het feit dat ze zo stoned was als Herman Brood hielp ook al niet(s) (r)echt. Maar dat ze muzikaal talent en een neus voor straffe songs heeft staat buiten kijf. Dat bleek al uit haar debuut ‘Sweet something steady’ van enkele jaren geleden en op dit vervolg klinkt ze nog een lap t-bone steak rauwer en doorleefder. ‘Achin in yer bones’ heet het vervolg, en dat is niet gelogen. Want de rauwe countryblues gaat, met dank aan producer Gurf Morlix, muzikaal door merg en been terwijl Romi ondertussen haar harde waarheid in je ziel kerft. Nee, helemaal onberoerd laat ze je niet, deze schichtige heks.
48. Daddy :: For A Second Time
Deze ‘For a second time’ sluit muzikaal eigenlijk naadloos aan bij ‘One foot in the ether’ van The Band Of Heathens, en dus is plaats 48 een logische positie in mijn top 50. Maar er zijn nog wel meer gelijkenissen met de Heidenen. Ook Daddy telt met Will Kimbrough en Tommy Womack 2 sterke singersongwriters in de gelederen. En ook Daddy maakt zich met hun cover ‘The ballad of Martin Luther King’ andermans song helemaal eigen. Waarom dan een plaatsje hoger dan de Heathens? Mja, het geheel klinkt bij Daddy consistenter en gebalder dan op de nieuwste van de Heathens. Maar echt veel kwaliteitsverschil is er niet tussen beide platen. Bovendien kleurt ook Daddy net als The Band Of Heathens hun songs in met een warme (country)soul en (country)blues sound. Maar Lynyrd Skynyrd, it ain’t. Vooralsnog niet tenminste. Net zoals The Band Of Heathens voorlopig ook nog geen volwaardige reïncarnatie zijn van The Allman Brothers Band.
49. The Band Of Heathens :: One Foot In The Ether
De gezelligste autoplaat van het jaar pas op plaats nr.49; het is onrechtvaardig. Vorig jaar had ik nog mijn bedenkingen over de geloofwaardigheid van deze heidenen, maar sinds hun passage begin oktober in de kleine zaal van de Arenberg in Antwerpen weet ik het wel zeker: The Band Of Heathens zijn té goed voor deze ellendige wereld. Velen zullen allicht hun favoriete Heiden hebben, maar ik vind zowel Gordy Quist als Ed Jurdi
als Colin Brooks alle 3 even sterke singersongwriters. Het beste bewijs hiervan is dat de sterkste songs op deze nieuwe tweede plaat moeiteloos overeind blijven naast de prachtige cover ‘Look at Miss Ohio’ van Gillian Welch & David Rawlings. The Band Of Heathens is echter het typevoorbeeld van een echte liveband zoals mocht blijken tijdens het concert in Antwerpen: Op het podium komen de songs van ‘One foot in the ether’ pas écht tot leven en kunnen ze hun vleugels uitslaan; op de plaat voelen de songs zich hoorbaar gevangen. En dan had je eigenlijk een producer nodig die die livefeel op plaat had kunnen overbrengen. Voor hun eerste titelloze plaat van vorig jaar hadden ze daarvoor met Gurf Morlix zo’n producer, maar deze keer wilden ze het blijkbaar liever allemaal zelf doen, wat niet zo’n goed idee was. Want nu valt deze tweede plaat jammer genoeg iets te licht uit ten opzichte van dat titelloze debuut. Voor de derde plaat toch maar weer Gurf Morlix contacteren is daarom mijn advies aan de Heidenen. Desalniettemin een welverdiende plaats in mijn top 50, want de songs zijn top, en daar draait het tenslotte nog altijd om.
The Band Of Heathens MySpace pagina
50. Neil Young :: Fork In The Road
Neil z’n recentste studioplaat heeft dus niet het hoogste schavotje van mijn top 50 van 2009 bereikt. ‘Fork in the road’ moest in ieder geval in mijn top 50, want ik heb ontzettend hard genoten van deze ongecompliceerde Neil plaat. Maar het was nummer 1 of nummer 50 en niets daartussen. Want ‘Fork in the road’ moest opvallen in m’n jaarlijst. Omdat het zo’n sterke plaat is, vind ik. Telkens ik ‘m beluister wil ik ‘m opnieuw en opnieuw horen, de hele dag door; ik raak ‘m niet beu gehoord. Het is gewoon heerlijk hoe Neil een hele plaat tekeer gaat als een jong dartelend veulen, de lange grijze manen wapperend in de prairie wind en er ondertussen niet bij stilstaand of hij nu enkele nieuwe klassiekers aan zijn catalogus toevoegt of niet. Dit is pure fun en klinkt vitaler en levenslustiger dan dat moeë geëmmer van jonge snotneuzen als White Lies, Editors, Glasvegas, Enzovoort. Neil leert zijn volk aan de rand van zijn pensioengerechtigde leeftijd nog steeds rocken, maar dat volk wil het niet meer gehoord hebben. Onvoorstelbaar vond ik de negatieve commentaren op deze plaat. Ik werd en word er zelfs nu nog behoorlijk kwaad van. Deze plaat was verdomme Neil z’n feestje om de geboorte van z’n eco auto te vieren! Maar ja, zoals gisteravond nog in Terzake mocht blijken bekommert ‘de gewone man/vrouw in de straat’ zich nog steeds liever om de economie dan om de ecologie. Als ik maar op een verwarmd terras in’t Stad een veel te duur koffietje kan drinken mijnheer! Die onverschilligheid van de verrekte ‘gewone man’ (pummel is een beter woord eigelijk) tegenover het klimaat dat naar de kloten gaat, stoort me hoe langer hoe meer. Wat mij betreft mag Hopenhagen dan ook één Grote Mislukking worden, zodat wij hier in het Rijke Westen binnen onafzienbare tijd ook eens een Grote Ecologische Ramp mogen meemaken. Het moeten immers niet altijd de Armen in minder bedeelde werelddelen zijn. Want dat is wat deze generatie mensheid duidelijk nodig heeft. Wie hardleers is, moet immers dringend eens een lesje krijgen en ik mag hopen dat Moeder Natuur eens hard zal toeslaan in de nabije toekomst. Alles en iedereen naar de Hel en Verdoemenis verdomme, en liefst terwijl die hersenloze opgetutte kutwijven op een verwarmd terras van hun koffietje zitten te slurpen! Ook daarom verdient ‘Fork in the road’ een opvallende plaats in mijn top 50. Er werd zelfs niet geluisterd naar Neil zijn ecologische boodschap op deze plaat. Ik ben alleszins nog nergens de eco auto van Neil tegengekomen. En u?