Donderdagavond, half elf. Mijn vrouw en ik stappen in de gutsende regen richting Muntplein naar parking L’Ecuyer waar we twee uur voordien na veel vijven en zessen onderdak vonden voor onze auto. Geen wonder dat het stortregent. De jonge helden van Whispering Sons hadden zonet vijfenzeventig minuten lang in een nokvolle AB met hun zwartgallige, apocalyptische doom- en gloomklanken de goden van regen en duisternis aangeroepen. “This is the dead land / This is the mad land / And Life is very long / When you’re stuck in existence” had een bezeten frontvrouw Fenne Kuppens ons herhaaldelijk en smakelijk in het gezicht gefluimd.
Harde, confronterende woorden die echter perfect de tijdgeest vatten, want toen we terug op weg naar huis reden en ik op mijn smartphone de app van De Morgen checkte, sijpelde net het bericht binnen dat Boris Johnson de Britse verkiezingen met een overweldigende score had gewonnen. De meerderheid van de Britten wil met andere woorden daadwerkelijk wég uit de Europese Unie en dus vestigen ze al hun hoop, na onder meer de Amerikanen en de Brazilianen, op een meedogenloze hufter. De brexit ligt de gemiddelde Brit nauwer aan het hart dan onderwijs, het klimaat, zorg en de sociale zekerheid. Zaken waar ook de meerderheid van de Vlamingen niet wakker van ligt, getuigde de uitslag van onze stembusgang in juni. Een meerderheid van de Vlamingen haat, méér dan ooit, alles en iedereen dat ook maar een beetje afwijkend is van ‘de model-Vlaming’ en stemde met volle overtuiging op krankzinnige rechtse haatpredikers als Van Grieken, Jambon, De Winter, Van Langenhove, Francken, Weyts en De Roover. Alles wat er ook maar misgaat in het miserabele leven van ‘de hardwerkende Vlaming’ en in dit land is immers de schuld van de verzamelde linkse ratten; van de sossen, de groenen, de communisten, de Walen, de allochtonen, de moslims, de vluchtelingen, de zieken, de werklozen, de kunstenaars, de schrijvers, de acteurs, de muzikanten en sinds dit jaar vooral ook van Anuna De Wever, Greta Thunberg en alle andere duizenden jonge klimaatspijbelaars. Daar moet je dan verdorie zo oud voor geworden zijn, om kinderen te gaan haten. Kinderen, waaronder mijn zestienjarige dochter, die terecht luid roepend op straat kwamen om op te komen voor een leefbare planeet Aarde, waar ze in de toekomst graag ook nog wat gezonde, zuivere lucht zouden kunnen inademen. Hoe vér moet je heen zijn om goed bedoelende minderjarigen te ridiculiseren met memes (wat een pest is dat tegenwoordig toch zeg, die memes) en ronduit te haten. Dan ben je in mijn ogen geen haar beter dan Marc Dutroux. En dus stemde de rechtgeaarde Vlaming, uit vrees voor Anuna, Greta en ‘de groene belastingentsunami’, radicaal rechts. Een verkiezingsuitslag die de klimaatjeugd verlamde, want plots verstomde het protest. “Kop dicht houden en luisteren! Ga niet meer de straat op, maar studeer, zodat je later voor onze stinkend rijke vrienden van de extreem vervuilende multinationals kunt gaan werken!”, bulderde en blafte Keizer Bart de Eerste als een razende, schuimbekkende pitbull de Vlaamsche onschuldige jeugd toe vanop Zijn troon in Zijn Schoon Verdiep, terwijl op datzelfde moment de longen van de aarde in het Amazonegebied en in de taiga in lichterlaaie stonden. Nog even en we ademen met z’n allen pure ammoniak in. Dan vallen we meteen allemaal tegelijk dood en hoeft Keizer Bart niemand nog pensioenen uit te betalen. Maar dat zal de brave Vlaming allemaal Boma-worst wezen.
Overigens moet die elf miljard staatsschuld maar door de voornoemde bende linkse luieriken en profiteurs betaald worden en dus vliegt de hakbijl richting nutteloze overheidsdiensten als cultuur, zorg, welzijn, sociale zekerheid en milieu. We organiseren liever onder het mom van ‘De warmste week’ de grootste jaarlijkse Vlaamsche Kermis van het jaar voor de honderdduizenden arme en andere onfortuinlijke dutsen die Vlaanderen rijk is in plaats van te kiezen voor een degelijk sociaal beleid, dat er zou kunnen voor zorgen dat we in de toekomst geen ‘warmste week’ meer nodig hebben. Maar nee, dankzij ‘De warmste week’ is dat vervelende geweten alweer voor een jaar gesust en hebben we die vervelende linkse ratten, die op een structurele manier aan ‘onze centen’ zouden durven komen, niet nodig. Waarom zou je immers de centen bij de grote, enorme winstmakende multinationals, de farmareuzen en bij alle andere superrijken van het land, wier snoezige spaarvarkentjes al jarenlang belastingvrij in Panama en andere belastingparadijzen geparkeerd staan, halen als je ook gewoon de kunstenaar, de acteur, de muzikant, de werkloze, de allochtoon, de vluchteling, de Waal, de zieke, de schrijver, de gehandicapte en alle andere zieligaards, die geparkeerd staan op de pechstrook van het leven, kan kaalplukken? Nee, die grote bedrijfsleiders en rijke stinkerds hou je als neoliberale zwarte rechtse rat beter te vriend, want dan krijg je tenminste af en toe tickets om gratis voetbalwedstrijden bij te wonen. Of uitnodigingen zelfs, om met je vette Vlaamsche pens in de business seats van het voetbalstadion neer te ploffen, zodat je tenminste vanuit een comfortabele positie, nippend aan een glas Dom Perignon, met je zure, blije rechtse bakkes naar het voetbal kunt gapen. Dat de verzamelde Vlaams-nationalisten op slechts een zucht staan van een absolute meerderheid in de resultaten van de recentste peilingen, die het nieuws op vrijdag beheersten, verbaasde me dan ook niets. Gelukkig is Wallonië slechts acht kilometer van mijn deur verwijderd.
Ach, de Vlaming en zijn rechtse politieke helden. Ik heb me er het voorbije jaar veel te veel over opgewonden. Zondagavond nog, toen we met het hele gezin de kerstmarkt in het naburige dorp Pollare bezochten. Ik verwachtte sfeervolle kraampjes en een aangename, gemoedelijke drukte. Helaas. Driewerf helaas. Deze kerstmarkt was niets meer dan een ordinaire jaarmarkt; één grote carnavaleske Vlaamsche kermis met enkele kermisattracties om de kindjes koest te houden, terwijl hun ouders zich vol schransten met frieten, vettige hamburgers en hotdogs of zich ladderzat bezopen in een twintigtal eet- en zuiptenten, waaruit de ene marginale Vlaamsche schlager na de andere lompe carnavalskraker opsteeg. Ik verwachtte elk moment dat de lokale extreem-rechtse hufter Guy D’Haeseleer me met z’n lompe, dikke, vette pens zou rammen, maar.tot zo’n meteorietinslag kwam het gelukkig niet. Zijn kiesvee was nochtans wel massaal aanwezig. Dat merkte ik al te zeer aan de honderden zure, arrogante smoelen die mij, met m’n zwarte kleren, lange haren en dito baard, allemaal argwanend, afkeurend, angstvallig of agressief aanstaarden. Nee, voor een vredevolle kerstsfeer moest je zondag niet in Pollare zijn.
De volgende ochtend kwam de heimelijke tsjeef Wouter Beke, een paar dagen voor de start van ‘De warmste week’, verkondigen dat hij de sukkels met suïcidale gedachten vanaf nu een handje zal toesteken richting zelfmoord door de organisaties die hen daartoe willen behoeden hun financiële Vlaamse overheidssteun te kortwieken. Tot zover de warme; christelijke kerstsfeer van 2019. Iemand moet Wouter Beke dringend eens de betekenis van het woord ‘welzijn’ uitleggen en vertellen waar die ‘C’ in CD&V voor staat. Alle leden van de Vlaamse regering leverden in deze laatste weken van het jaar een hevige strijd om de bedenkelijke eretitel ‘Mr. Scrooge van het jaar’ binnen te rijven, maar de verzamelde neoliberalen werden helemaal op het einde alsnog rechts ingehaald door de voormalige Oppertsjeef. Ik zal maar niet de commentaren in de riolen van de sociale media van ‘de Vlaming’ hieromtrent lezen; ik kan ze me zo al voorstellen.
Ik las het voorbije jaar dan ook veel te veel de reacties van het rechtse trollenleger op de facebookpagina’s van de media. Een paar maanden geleden schreef ik me, tijdens een helder moment in die dwaze rotkop van me, uit als volger van de facebookpagina’s van de Morgen, vrt nws en Humo, tot voor kort de drie enige mediakanalen die ik nog via facebook volgde. Een overduidelijke framing door de dubieuze Wetstraatspecialist Bart Verhulst in het vrt-journaal ten voordele van Jambon tijdens diens vraag- en antwoordsessie in het openingscollege politieke wetenschappen aan de UGent en de dwaze hoerastemming bij het rechtse publiek daarover was de druppel. Het is ver gekomen als de belangrijke politieke verslaggevers van tegenwoordig vanuit hun bevoorrechte positie het nieuws zodanig framen om toch maar in de gunst te blijven staan van de populaire rechtse ratten en op die manier de verruwing en de polarisering in de maatschappij nog wat aanscherpen. In ieder geval had ik door dit ene voorval eindelijk door dat ik voortaan beter een ontspannende fiets- of wandeltocht kan maken, of mijn tijd zinvol kan besteden aan het lezen van een boek, het beluisteren van een plaat of het noteren van mijn onophoudelijke, verwarde gedachtenstroom in kromme teksten, die toch niemand leest. Dat is tenminste aangenamer en nuttiger tijdverdrijf dan me nog langer te laten opjutten door de dwaze commentaren van dat ingehuurde trollenleger op facebookpagina’s.
Misschien moest ik ook maar eens de lokale facebookpagina’s ‘Ge zet van Halle as ge’ en ‘Galmaarden-Vollezele-Tollembeek’ ontvolgen. Want van de berichten en reacties van mijn eigen dorpsgenoten en ex-stadsgenoten word ik ook al niet vrolijker. De waanzinnige paranoia die je daar tegenkomt is ronduit absurd. Je mag tegenwoordig ‘s avonds en zeker al niet ‘s nachts diep in gedachten verzonken door de veldwegen en de straten verdwalen of je staat meteen op de lokale facebookpagina geseind. “Opgepast! Alarm!! Verdachte figuur slentert rond in de buurt! Houd uw kinderen en dochters binnen! Doe uw deur niet open! Het is er ene van het Oost-Europese type! Ik kan zijn gezicht niet zien, want hij draagt een zwarte kap over zijne kop!” Tegenwoordig lees je dagelijks wel minstens één dergelijk hysterisch bericht op de lokale facebookpagina’s. Om dergelijke onzin te vermijden, had ik me destijds niet ingeschreven bij het buurtinformatienetwerk, maar de paranoia in die netwerken is inmiddels helaas overgeslagen naar facebook.
Vanwege al dat vermoeiende gedoe heb ik het voorbije jaar domweg het schrijven compleet verwaarloosd. Ik had het na mijn fietstochten immers veel te druk met het lezen van die nutteloze, zure facebook-commentaren. En zo kwam het dat ik dit jaar niets meer deed met het project ‘honderd favoriete albums bespreken’, waar ik vorig jaar nochtans zoveel voldoening uit haalde. Maar ik zal me revancheren en dat project in 2020 alsnog op z’n minst proberen af te werken. Op z’n minst inderdaad, want ik ben zo ontzettend jaloers op het wondermooie, indrukwekkende dagboek dat facebookvriend Wim de Beuckelaer nu al vier jaar lang neerschrijft en deelt. Zijn kinderen zullen hem later dankbaar zijn omdat ze via zijn teksten een glashelder beeld zullen hebben over hoe het leven eraan toeging in dit absurde tijdsgewricht waarin we de macht aan gewetenloze en harteloze hufters en narcisten hebben gegeven.
“Hoe is het toch allemaal zo ver kunnen komen?” is de vraag die de laatste tijd steeds opduikt in dat warhoofd van me, terwijl ik halverwege mijn dagelijkse avondwandeling met mijn hond uitrust op het bankje langs de veldweg, die leidt naar de top van de Bosberg. Onlangs kwam ik tot de conclusie dat tijdreizigers wel moeten bestaan. Want hoe verklaar je anders de wereldwijd heersende paranoia, chaos, hufterigheid, tergende tegendraadsheid, en surreële absurditeit? Plane-poolen, iemand? Er werd ongetwijfeld ‘Back to the future’-gewijs een breuk in de normale tijdlijn gemaakt, waardoor we met z’n allen sinds het begin van deze eeuw in een alternatieve, absurde tijdlijn leven. Muziekhelden als Michael Jackson, Prince, Luc De Vos, Willy Willy, Leonard Cohen, David Bowie en Marie Fredriksson zijn dan ook niet dood. Nee, zij werden naar het wormgat, dat naar de normale tijdlijn en dus de normale wereld leidt, gebracht. Ik denk overigens dat het allemaal de schuld is van Trump. Ik verdenk hem ervan de tijdreiziger te zijn, die verantwoordelijk is voor de breuk in de normale tijdlijn; een breuk die hij wellicht rond de eeuwwisseling maakte. Tot halverwege de jaren ‘90 verliep alles immers vrij normaal in de wereld. Het was dus niet het Y2K-virus dat in het begin van de eeuw had toegeslagen. Nee, het was tijdreiziger Trump!
Misschien was 1990 zelfs het allerbeste jaar ooit in de geschiedenis van de mensheid. De Muur en het IJzeren Gordijn waren net gevallen. De Sovjet-Unie implodeerde. In het Midden-Oosten regeerden de dictators nog met de ijzeren hand en was er aldus nog geen chaos. In het Amazonewoud brandden er dagelijks gebieden ter grootte van slechts drie voetbalvelden af. Armand Pien voorspelde ‘s winters nog sneeuw, vorst en ijzel in plaats van belachelijke lentetemperaturen. ‘s Zomers voorspelde hij temperaturen die wel konden oplopen tot een duizelingwekkende, tropische 30°C. Stel je voor zeg: ‘s zomers slechts 30°C; we zouden het er tegenwoordig koud van krijgen en een dikke trui aantrekken. Zo jammer dan ook dat Pien de zomer van 2019 niet meer heeft mogen meemaken. Ik had liever zijn kleurrijke beeldspraak gehoord in plaats van Frank Deboosere, die kurkdroog kwam verkondigen dat “we vlotjes voorbij de 40°C zouden fietsen”, Die Verschrikkelijke, historische 25e juli. “Drink voldoende water.”, voegde hij er nog schamper aan toe. Zijn terechte waarschuwing om op 25 juli geen zware inspanningen te doen, sloeg ik echter in de wind, want op die dag maakte ik, samen met slechts enkele andere overmoedige leden van de wielerclub, een fietstocht. Terwijl we tijdens onze tocht de hele tijd naar lucht hapten die er niet was, zagen we de aardappelen op de verschroeide, dampende velden letterlijk koken. Na afloop stond ik nog uren na te trillen op mijn benen. Het doet wat met een mens, zo’n idiote inspanning leveren tijdens dergelijke weersomstandigheden, maar precies daarom kan ik het iedereen van harte aanbevelen. Na zo’n ervaring verlang je vanzelf wel naar de koude winters van weleer.
Naar de winter van dat gouden jaar 1990 bijvoorbeeld, toen iedereen gewoon nog wekelijks naar één van de vele lokale platenwinkels om de hoek ging om er de nieuwste platen te kopen, want spotify en alle andere streamingdiensten bestonden nog niet, temeer omdat het internet domweg ook nog niet eens bestond. Ondingen des duivels als tablets en smartphones bestonden zelfs nog niet in onze ergste nachtmerries. De minder gefortuneerden, zoals ik, gingen platen huren in de lokale bibliotheek om ze vervolgens op ambachtelijke wijze op lege cassettes te kopiëren. Ach, wat mis ik die muziekschaarste van toen. Je ging haast wonen in die kleine maar fijne platencollectie die je bezat. Daarom ben ik ook zo blij dat ik sinds dit jaar eindelijk mijn eigen mooie muziekkamer gekregen heb van mijn lieve vrouw. Temidden van al mijn in mooie kasten geordende platen, cd’s en cassettes creëer ik mijn eigen wereldje en doe ik alsof het terug 1990 is. In mijn betere wereld maak ik na dertig jaar terug op ambachtelijke wijze mixtapes, zoals ik dat destijds op mijn schamele, onverwarmde en ongeïsoleerde zolderkamertje deed. Alleen is er dertig jaar later gelukkig mijn bulderende pa niet meer, die me beneden staat uit te kafferen. Zo’n mixtape op ambachtelijke wijze in elkaar knutselen is in ieder geval zoveel leuker en aangenamer dan playlists op spotify aan te klikken.
Het is trouwens godgeklaagd dat tegenwoordig iedere idioot met een gitaar of een laptop zijn geluidsbrij en overbodige liederen op spotify, youtube of bandcamp kan pleuren. Niet iedere muzikale scheet verdient immers aandacht en tijd. Het leven is immers veel te kort om ieder jaar 1001 nieuwe platen te beluisteren. Zowat iedereen maakt daarbij de denkfout dat hij veel nieuwe muziek ‘ontdekt’ dankzij streaming. Maar het is niet in dat overaanbod dat de muzikale rijkdom schuilt. Dat overaanbod leidt alleen maar tot oppervlakkige beluistering en onverschilligheid bij de moderne muziekliefhebber. In de beperking toont zich de meester, weet je wel. Desalniettemin is dat streaming-gedoe eerder een zegen dan een vloek, zowel voor de platenfirma’s als voor de muzikanten zelf, al klaagt die laatste categorie terecht over de lage inkomsten via streaming. Maar het zijn, hoe weinig ook, in ieder geval wél inkomsten. Dat konden ze niet zeggen in de jaren nul, het tijdperk van The pirate bay. En de gigantische platenverkoop van weleer, komt toch nooit meer terug. In het wonderjaar 1990 bereikte de platenverkoop nog wel astronomische hoogtes, dankzij klinkende namen als Sinéad O’Connor, Vaya Con Dios, Jon Bon Jovi, Heart, Alannah Myles, Roxette, Madonna, Gary Moore, John Lee Hooker, Bonnie Raitt, Bryan Adams, Phil Collins, AC/DC, Depeche Mode, Prince en Michael Bolton, die dat jaar de grootste hits scoorden.
Binnenkort zal het maar liefst dertig (30!) jaar geleden zijn dat we in 1990 leefden. Dat is haast niet te geloven. Volgens mijn traag werkende brein is 1990 nog maar vijftien jaar geleden of zo. In ieder geval hebben we alles wat we toen leuk vonden en ons toen zoveel plezier verschafte al lang opgegeven. In onze moderne klimaatneutrale, lege huizen liggen alleen nog maar een handvol tablets en smartphones. Al de rest – nutteloze stof vretende ondingen als boeken, platen, cd’s, muziek-cassettes, tv’s en vhs-cassettes – hebben we ergens in het begin van deze absurde eeuw in de oceanen gedumpt. Dankzij de smartphone en de tablet is ieder huis nu tenminste netjes en leeg, zodat het lijkt alsof we allemaal in krek dezelfde saaie dokterspraktijken wonen. Dankzij genieën als Steve Jobs en Mark Zuckerberg hebben we al die rommel uit 1990 niet meer nodig, want er dient van Keizer Bart immers 24/7 gewerkt te worden om onze immer honger lijdende Oppergod Economie te voeden. Om te slapen is er tenslotte nog meer dan tijd genoeg als we dood en bijgevolg nutteloos geworden zijn in deze maatschappij – een samenleving kan je dit niet meer noemen. Tot zolang zitten we klemvast in deze krankzinnige, alternatieve tijdlijn en in de absurditeit van ons bestaan. Fenne Kuppens had donderdagavond in de AB verdorie overschot van gelijk toen ze als een bezetene haar mantra “This is the dead land / This is the mad land / And Life is very long / When you’re stuck in existence” maniakaal uitschreeuwde. Sindsdien is er alweer een knotsgekke week voorbij van wat alweer een geschift jaar was van een krankzinnig decennium. Hopelijk betekent het einde van de jaren ‘10 ook het einde van het tijdperk van de narcisten, hufters, bullebakken, botteriken, lomperiken, kaffers, schoften en onbeschofteriken. Ik wens de wereldleiders, superrijken en alle andere bullebakken voor 2020 dan ook een hart, een geweten en minder hufterigheid toe.