A Fond Farewell

‘From a basement on the hill’, de recent verschenen postume cd van de betreurde Elliott Smith, is wellicht de meest gedraaide cd de laatste weken @ Roen’s Ranch. Gelukkig had Smith deze cd zo goed als af, toen hij zichzelf naar de andere wereld hielp. Of werd Elliott Smith toch vermoord? Ach, Smith is de zoveelste rockdode wiens dood in mystiek gehuld is. Moord of zelfmoord; wie zal het ooit zeggen… Feit is dat Elliott Smith met zijn 6 solo-cd’s een indrukwekkend, onvergetelijk oeuvre bij elkaar heeft geschreven. Ik ontdekte het werk van Elliott Smith pas in de zomer van ’98, via de lyrische recensie van ‘Either / Or’ van Gert Van Nieuwenhove in Humo. ‘Either / Or’ was toen eigenlijk al bijna een jaar uit, maar werd hier pas officieel uitgebracht in de zomer van ’98. Enkele maanden later al verscheen Smith z’n ultieme meesterwerk ‘XO’, dat ook hier toen meteen uitgebracht werd. Het daaropvolgende ‘Figure 8’ uit het jaar 2000 was een plaat waarop Smith andere muzikale wegen insloeg. Vervolgens werd het lange tijd erg stil rond Elliott Smith. Vorig jaar kwam er dan toch het verlossende bericht dat Smith aan een nieuwe cd werkte die de werktitel ‘From a basement on the hill’ droeg en die eind 2003 nog zou verschijnen. Vanwege Smiths overlijden werd de release uitgesteld, maar nu, een jaar later, is de cd er gelukkig toch nog gekomen. Jammer genoeg moeten we het stellen met een gehalveerde versie van ‘From a basement on the hill’, want Elliott Smith had een dubbelaar klaar. Ach ja, zoals iedere rockdode zal ook Elliott Smith wel uitgemolken worden door zijn erfgenamen en zullen we de rest van het album wellicht volgend jaar al op een nieuwe postume cd aantreffen. Je kunt er over klagen en zeuren zoveel je wilt, het verandert niks aan de zaak. Je kunt maar blij wezen dat de erfgenamen het nagelaten werk überhaupt nog willen uitbrengen. Zeker in het geval van ‘From a basement on the hill’. Het is zelfs in deze gehalveerde vorm een onvervalst meesterwerk geworden, dat in mijn persoonlijke eindejaarslijstje van 2003 in de hoogste regionen zal eindigen. Smith gaat hierop verder op de muzikale weg die hij met ‘Figure 8’ ingeslagen was. Net zoals bij ‘Figure 8’ herken je er immers The Beatles ten tijde van hun ‘Dubbele Witte’ in.

Vanavond, nadat we Ayco in haar bedje gestopt hadden, beluisterde ik de plaat opnieuw. Toen hét absolute hoogtepunt van de plaat, het wondermooie verstilde ‘A fond farewell’, voorbijkwam, dwaalden mijn gedachten af. “Hoe zou het eigelijk zijn met Fred?”, vroeg ik me bij dat nummer spontaan af. Het is ondertussen bijna 6 jaar geleden dat ik vriend Fred liet vallen als een baksteen. Fred was in die periode compleet het noorden kwijt wegens relatieproblemen en in plaats van hem te helpen of op z’n minst te steunen, duwde ik hem nog wat meer de grond in door hem zowat de huid vol te schelden. Ik had toen misschien beter wat meer afstand moeten nemen en me niet moeten moeien met de relatieperikelen van Fred. Het uiteindelijke resultaat was dat ik Fred begin ’99 niet meer opzocht. Ik had er genoeg van.
Toch was Fred de kwaadste nog niet. Met hem kon ik na een spelletje op de PlayStation uren en uren discussiëren en filosoferen over vanalles en nog wat. Zo hebben we exact 6 jaar geleden, tijdens een Center Parks-vakantie in het Allerheiligenweekend van ’98, eens dik 2 uur lang gediscussieerd over het nut van breedbeeldtelevisie terwijl we zaten te eten in het Center Parcs-restaurant. Die discussie laaide op den duur zodanig hoog op, dat de mensen die een tafeltje verder zaten het er zodanig van op hun heupen kregen, dat ze het restaurant uit pure miserie verlieten. Waarschijnlijk zouden we nu ook uren gediscussieerd en gefilosofeerd hebben over de Amerikaanse presidentsverkiezingen. Iedere aanleiding, hoe banaal of hoe belangrijk ook, was immers goed om er een hele nacht over door te bomen.
We zochten elkaar zowat elke dag op, maar vooral de vrijdagavonden werden legendarisch. Zo vertrokken we ooit op een vrijdagnacht in augustus ’98 richting kust. Fred was verknocht aan Oostende en toen hij er op die bewuste vrijdagavond nog maar eens over begon, stelde hij ineens rond 0u30 voor om naar Oostende te rijden. Ik dacht dat hij de onnozelaar wilde uithangen, maar Fred méénde altijd alles wat hij zei. En zo vertrokken Fred, ik en onze madammen toen om 0u30 ’s nachts tegen een gemiddelde snelheid van 150 km/u richting Oostende voor wat de meest onwezenlijke nacht van mijn leven zou worden. Ik kan u verzekeren: het casino van Oostende ziet er om 3u ’s nachts, gezien vanop het strand, op z’n zachtst gezegd nogal mysterieus uit. En de golven die aanspoelden op het strand leken uit het donkere Niets te komen. Toch waren er tot mijn grote verbazing nog betrekkelijk veel wandelaars op dat Goddeloze uur op het strand en op de dijk. Onze nachtelijke strandwandeling eindigde in een Oostendse taverne om 4u ’s ochtends, waar we alweer een zoveelste discussie op gang trokken. De totaal ontredderde barman smeekte ons een uur later of we aub wilden ophoepelen. Uiteindelijk lag ik die zaterdagochtend om 6u30 in mijn bed. Maar wàt een prachtige, memorabele nacht was het toch geweest.
Ik heb sinds begin ’99 niets meer vernomen van Fred. Ik vind dat nu, 5 jaar later, nog steeds enigszins doodjammer, omdat ik soms onze felle, urenlange discussies ontzettend mis. De meeste andere vrienden en kennissen haken immers vlug af wanneer een discussie te hoog dreigt op te lopen.

Uitgerekend bij het beluisteren van het nummer ‘A fond farewell’ van Elliott Smith, moest ik terugdenken aan Fred. Het was net of ik mezelf tegenkwam in het refrein van dat nummer op het moment dat ik definitief afscheid nam van hij die ooit een tijdlang mijn beste vriend is geweest…

it’s just a fond farewell to a friend
it’s not what I’m like
it’s just a fond farewell to a friend
who couldn’t get things right