Laat ik eens een blogje vol emmeren over webzines. Hoewel veel over de kwaliteit te zeggen valt, vind ik het bewonderenswaardig dat de medewerkers van webzines veel van hun vrije tijd opofferen om het webzine waarvoor ze schrijven van artikels te voorzien. In ieder geval heeft die stroom van webzines ervoor gezorgd dat er de laatste jaren een ruimer aanbod is aan meningen over cd’s, films, concerten, boeken,…, terwijl je daarvoor vroeger zowat uitsluitend aangewezen was op Humo en OOR.
Maar zoals dat met zovele dingen is, geldt ook voor de webzines het cliché “Alles kan beter”. Neem nu de recentste artikels op Cutting Edge. In haar concertverslag noemt Maïté Le Van Sarah McLachlan in één adem met Alanis Morissette en Jewel. Een vergelijking die nergens op slaat, als je het mij vraagt. Hoe haalt ze het immers in haar hoofd het fluwelen, sensuele sirenengeluid van McLachlan te vergelijken met het vreselijk snerpende gekir van Morissette en het puberstemmetje van Jewel? Katrien Schuermans maakt het in haar recensie van de cd van Radio Dept. nog mooier. “My Bloody Valentine heeft nooit een plaatsje in onze platenkast gevonden omdat we net iets te jong zijn”, schrijft ze ergens in deze recensie. Kan zijn, maar dan moet je in je volgende zin niet gaan beweren dat je “weken genoten hebt van de debuutalbums van The Stone Roses en Blur”. Die debuutalbums (Blur: ‘Leisure’; 1991 en Stone Roses: ‘Stone Roses’; 1989) dateren immers begot uit dezelfde periode als de klassieke plaat (Loveless; 1991) van My Bloody Valentine! Qua contradictie kan dit tellen mijn gedacht. Bovendien is het al helemaal fout een recensie te schrijven over een genre dat je sowieso niet ligt. Dat zal immers altijd een negatieve recensie opleveren. Toch verdienen de mensen van Cutting Edge een bemoedigend schouderklopje. Zij brengen immers een gevarieerd aanbod in artikels en plaatsen regelmatig updates.
Ook niet te versmaden, en volgens mij het beste webzine dat er te vinden is op het net, is het webzine Goddeau. Goddeau is vooral gespecialiseerd in een ruim aanbod aan cd-recensies en in deze discipline vind ik Goddeau alleszins stukken béter dan de navelstaarders van Pitchfork. De medewerkers van Goddeau houden het namelijk in hun recensies bij de cd zélf en gaan niét zoals de meeste scribenten van Pitchfork eerst 10 alinea’s wijden aan de geschiedenis van de desbetreffende groep om dan vervolgens één klein, veelal vernietigend, alineaatje te schrijven over de cd. Toch legt Goddeau, net als Pitchfork, in hun artikels geen beperking in lengte op. Tenminste; dat gevoel krijg je wanneer je hun artikels leest. Op die manier wordt een cd beter geanalyseerd in tegenstelling tot de korte, vage cd-recensies van de meeste andere webzines. Ook de schrijfstijl van de meeste Goddeau-medewerkers bevalt me zeer. Zij geven namelijk de indruk meer hun gevoel en passie voor muziek te laten spreken in hun cd-recencies dan de medewerkers van andere webzines, die eerder gereserveerder overkomen. Matthieu Van Steenkiste, Jürgen Dignef, Maarten Van Meer, Philip Fonteyn, Jürgen Boel en andere Goddeau-medewerkers zullen me daarom eerder een cd aanpraten dan recensenten van andere webzines. Zij halen echter ook nog niet het torenhoge niveau van de Goden der Belgische Rockjournalistiek – Humo-legendes Patrick De Witte, Marc Van Springel, Serge Simonart, Marc Didden, Rudy Vandendaele, Marnix Peeters en Frank Vanderlinden – maar het scheelt niet veel. Ik vind de Goddeau-recensies alleszins kwalitatief stukken beter en aangenamer om te lezen dan de recensies van de nieuwe Humo- recensentengeneratie. Goddeau zou dan ook best wat meer bekendheid mogen genieten en bij deze heb ik alvast mijn steentje bijgedragen in mijn blog.