11. Chris Knight: Enough rope
Chris Knight heeft al enkele albums op z’n naam staan, maar ik leerde hem dit jaar pas kennen via het nieuwe ‘Enough rope’. En wat een aangename kennismaking meteen zeg! Bij de eerste beluistering kreeg ik meteen diezelfde kick toen ik destijds voor het eerst John Mellencamp, The Jayhawks, Cracker, Pete Droge en Steve Earle hoorde. Net als die grootheden grossiert ook Chris Knight afwisselend in snedige countryrocksongs en gevoelige, akoestische kampvuurliedjes waarin hij met simpele, maar eerlijke en doeltreffende teksten zijn eigen leefwereld bezingt.
è http://www.myspace.com/chrisknight45
12. Tim Easton: Ammunition
De beste Bob Dylan-plaat van dit jaar kwam niet van Dylan zelf, maar van deze Tim Easton. Met zijn vierde cd ‘Ammunition’ kwam Tim Easton zowel muzikaal als tekstueel scherper en urgenter voor de dag dan de oude meester zelf en tekende hij voor één van de allerbeste singer/songwriterplaten van het jaar. Dat bewijst Easton onder meer met het snauwende ‘News blackout’, een rauw protestlied waarvan tekst en muziek 100 keer krachtiger overkomen dan alle sloganeske songs op Neil Young z’n protestplaat ‘Living with war’ sámen. Nog zo’n krachtig statement is ‘J.P.M.F.Y.F.’, wat staat voor ‘Jesus protect me from your followers’, waarin Easton de toenemende godsdienstwaanzin in ironische, messcherpe bewoordingen aanklaagt. Niet dat ‘Ammunition’ een protestplaat is overigens. In de meeste songs verheerlijkt Easton zijn bestaan als rondzwervende troubadour. Een bestaan dat niet altijd even benijdenswaardig is en soms de bijhorende liefdesperikelen en frustraties oplevert. De tekst van de afsluitende klassieker ‘Sitting on top of the world’, waarin de geest van Robert Johnson rondwaart, is Easton dan ook op het lijf geschreven. Slechts op 5 van de 13 songs kreeg Easton de veeleer onopvallende hulp van gerenommeerde collega artiesten. De overige 8 songs speelde en zong Easton helemaal alleen in, meestal terwijl hij on the road was. Het resultaat is een rauwe, rudimentaire cd die vast en zeker fans van Bob Dylan, Elliott Murphy, Ryan Adams, Steve Earle, Wilco, The Jayhawks en Lucinda Williams zou kunnen bekoren.
è http://www.myspace.com/timeaston
13. Bob Dylan: Modern times
‘Modern times’ is niet het ultieme moderne meesterwerk van Bob Dylan. Dat blijft tot nader orde met ruime voorsprong ‘Time out of mind’ uit 1997. Dylan houdt het op ‘Modern times’ dan ook doorgaans bij perfect uitgevoerde stijloefeningen in (country)blues, jazzy ballads, swing jazz en folk. Toch kent de plaat met het vurig swingende ‘Thunder on the mountain’, de mooie country tegelsleper ‘When the deal goes down’, de indrukwekkende countrybluessong ‘Workingman’s blues # 2’ en de monumentale sombere folksong ‘Ain’t talkin’’ enkele fenomenale hoogtepunten. Op die momenten haalt Dylan wél het briljante niveau van ‘Time out of mind’, waardoor viersterrenplaat ‘Modern times’ terecht een plaats in de top 20 van het afgelopen jaar verdient.
14. Neko Case: Fox confessor brings the flood
Een stem als een klok. Een verleidelijke, rokerige stem om verliefd op te worden. Nee, ik heb het niet over Catherine Feeny, maar over de al even goddelijke Neko Case. Naast allerhande gitaren maakt Neko Case ook dankbaar gebruik van haar stem als instrument. Nooit eerder deed ze dat echter zo magistraal als op haar nieuwe cd ‘Fox confessor brings the flood’, waarop ze ondermeer de hulp kreeg van de heren van Calexico, Howe Gelb en Garth Hudson van The Band. Het resultaat is een verbluffend meesterwerk, dat in een normaal muziekjaar moeiteloos de top 10 zou gehaald hebben. Met het hemelse, op een zalig wolkje drijvende ‘Hold on, hold on’ bevat de plaat ook mijn absolute favoriete song van het jaar. Ettelijke keren na mekaar heb ik die song het afgelopen afgespeeld, wegens zo onwaarschijnlijk onaards mooi. Maar gaat u dat vooral zélf eens uitchecken op de myspace pagina van Neko Case:
è http://www.myspace.com/nekocase
15. Willard Grant Conspiracy: Let it roll
Willard Grant Conspiracy volg ik al sins hun prachtige album ‘Mojave’ uit 1999. Het daaropvolgende ‘Everythingâ
€™s fine’ uit 2000 was wisselvalliger, waarna de band zich in 2003 revancheerde met de gracieuze murder ballads op ‘Regard the end’. Op die albums bracht de groep een eigen variant op de donkere americana van The Walkabouts. Net zoals The Walkabouts vorig jaar met het magistrale ‘Acetylene’ zwaarder dan ooit uitpakten, ontbonden zwaargewicht Robert Fischer en de rest van zijn Willard Grant Conspiracy dit jaar ook al hun duivels op het zwaarmoedige ‘Let it roll’. De term ‘stoner americana’ dekt nog het best deze lading in melancholie vedrinkende songs. Allesbehalve licht verteerbare kost dus, maar een bad ass motherfucker van een plaat met het titelnummer als centrale zwaartepunt. De onnavolgbare Guy Peters schreef er voor Goddeau eerder dit jaar deze schitterende review over.
è http://www.myspace.com/willardgrantconspiracy
16. Sophia: Technology won’t save us
Technology won’t save us’ is samen met ‘Fixed water’ de meest emotioneel beladen Sophia-plaat die Robin Proper-Sheppard ooit heeft gemaakt. Wie ooit een levensingrijpende gebeurtenis heeft meegemaakt én bereid is zichzelf te verliezen in deze confronterende plaat zal dat zelf wel ondervinden. Iemand met een sterk inlevingsvermogen ook. Diegenen met het levensmotto ‘Living la vida loca’ of ‘Carpe diem’ begrijpen deze plaat niet. Happy people with no stories laten deze plaat dan ook beter links liggen en kunnen zich beter de nieuwe Robbie Williams aanschaffen.
è http://www.myspace.com/thesophiacollective
17. Admiral Freebee: Wild dreams of new beginnings
Voor de opnames van zijn derde album ‘Wild dreams of new beginnings’ deed Admiral Freebee, net als op voorganger ‘Songs’, met Malcolm Burn opnieuw beroep op een Amerikaanse sterproducer. Dankzij Malcolm Burn werd dit, ondanks het doorgaans ingetogen karakter van de songs, het beste Admiral Freebee-album totnogtoe. Bovendien bracht Malcolm Burn de Admiraal in contact met Emmylou Harris en die droomontmoeting resulteerde in het akoestische, verstilde duet ‘Coming of the knight’. Burn haalde duidelijk het beste uit Tom Van Laere als songschrijver en drukte hoorbaar zijn kwaliteitsstempel op het album. Niet dat het stoort; integendeel. Dankzij de verzorgde, typische Malcolm Burn-produktie én het duet met Emmylou Harris is ‘Wild dreams of new beginnings’ een tijdloze plaat van internationale klasse geworden, waarmee Admiral Freebee voor de derde keer op rij mijn album top 20 van het jaar haalt en op die manier een loepzuivere hattrick scoort!
è http://www.myspace.com/admiralfreebee1
18. Josh Ritter: The animal years
Ik had het in 2004 niet zo hoog op met Josh Ritter en diens toenmalige album ‘Hello starling’. Ik begreep de aandacht niet die Ritter toen genoot voor dat lichtvoetige, weliswaar niet onaardige americana plaatje. Dan was de net daarvoor verschenen dubbelaar ‘Strings of the storm’ van cultheld Elliott Murphy stukken beter en authentieker. Muzikaal waren beide albums vergelijkbaar, maar het album van Murphy overtrof Ritters ‘Hello starling’ ruimschoots zowel op melodieus als op tekstueel vlak. Toch was ik benieuwd naar dit nieuwe album van Ritter en het moet gezegd: Josh Ritter is er ten opzichte van ‘Hello starling’ niet één stap, maar wel tién stappen tegelijk op vooruit gegaan. ‘The animal years’ kent nergens een dipje en telt een ijzersterke collectie melodieuze folkpareltjes, waarvan vooral het verstilde ‘Idaho’ en het naar een machtige climax opbouwende ‘Thin blue flame’ mettertijd tot dé 2 magistrale hoogtepunten van de cd uitgroeiden.
è http://www.myspace.com/joshritter
19. Mark Erelli: Hope & other casualties
Mark Erelli ontdekte ik via zijn muzikale maatje Jeffrey Foucault (zie hieronder). Jammer voor Foucault, maar Erelli z’n nieuwe cd ‘Hope & other casualties’ vond ik nét dat ietsje meer hebben dan Foucault z’n ‘Ghost repeater’. Nochtans lijken Erelli z’n composities een stuk simpeler, waardoor ze makkelijker verteerbaar zijn dan die van Foucault. Waar het dan wel aan ligt? Erelli is met een aangename, wollige, kleurrijke stem gezegend waarmee hij altijd een soort naïeve hoop in zijn doorgaans sombere songs weet te leggen. Dat maakt dat Mark Erelli ervoor zorgt dat je de hele plaat bij de les blijft waardoor ‘Hope & other casualties’ efficiënter op de luisteraar inwerkt dan Foucaults ‘Ghost repeater’.
è http://www.myspace.com/markerelli
20. Jeffrey Foucault: Ghost repeater
‘Ghost repeater’ van Jeffrey Foucault opent met de oergezellige titeltrack, die nochtans niet bepaald representatief te noemen is voor de rest van het album. In de overige songs heerst een serene intimiteit van een zelden gehoorde schoonheid, waardoor Foucault eigelijk een plaats in de top 10 verdient, ware het niet dat zijn zachte, kristalheldere stem wat te monotoon en te kleurloos klinkt, waardoor naarmate de plaat vordert je aandacht dreigt te verslappen. Desalniettemin is ‘Ghost repeater’ een prachtalbum van een boeiende storyteller dat sowieso tot het beste van 2006 mag gerekend worden. Maar leest u er vooral de geweldige recensie van de onvolprezen Guy Peters op Goddeau nog eens op na!
è http://www.myspace.com/jeffreyfoucault