Christel heeft overschot van gelijk in haar reactie bij mijn vorige tekst: het meemaken van de ramp die Galmaarden trof, is niks om fier over te zijn. Het filmen en fotograferen van dat moment was geen prestatie. Net als de daders, de brandweerlui en de andere toeschouwers was ook ik slechts een instrument in het geheel. Het Lot bepaalde wie op dat moment in de tijd op die plaats aanwezig moest zijn. Niets is immers toeval. Ik zou de ramp eigenlijk niet eens meegemaakt hebben: Elliott Murphy stond aanvankelijk vorige zaterdag op het Ten Vrede festival in Diksmuide geprogrammeerd, maar werd later om onduidelijke redenen van die affiche geschrapt om daarna in het programmaboekje van vorige zondag van de sinksenfeesten in Kortrijk te verschijnen. Het is een huizenhoog cliché, maar als er al helden van vorige zondag te noteren vallen, dan zijn het de brandweerlui wel. Alle respect voor die mensen. Ok, het is hun job, maar je moet het verdorie maar doen: met z’n tweeën in een benauwd bakje hoog in de lucht hangen om van daaruit gewapend met slechts een brandslang de oneerlijke, ongelijke, haast vergeefse strijd met het hoog oplaaiende hellevuur proberen aan te gaan. In ieder geval heb ik nu voor mezelf na 6 jaar een antwoord op de vraag: “Waarom overleefde ik destijds mijn dodelijke val?” Maar ook besef ik nu hoe ik tot sommige blogteksten zoals deze en deze en deze en deze en deze en deze en deze en deze en deze van de voorbije maanden en weken gekomen ben.
Inmiddels worstel ik alweer met nieuwe vragen. Wiens werk dit was, bijvoorbeeld. Nuchtere mensen zullen hierop de inmiddels bekende daders aanwijzen. Nuchtere mensen denken niet verder na dan de feiten. Wie de daders waren, was slechts een belangrijke vraag voor politiemensen. Ze hebben er inmiddels al een antwoord op gekregen. Feit is dat iedereen het kon gedaan hebben. Maar wie gaf de daders de opdracht? Wie verleidde hen tot de uitvoering van dit groots plan? Was het God of de Duivel? Ik zou het antwoord eigenlijk bij mezelf moeten vinden. Want zoals ik hierboven reeds zei: ook ik was een instrument in het geheel van de ramp. Wie verleidde mij of gaf mij de opdracht om de ramp op de gevoelige plaat vast te leggen? Als ik er nu over nadenk was het filmen en fotograferen van deze trieste gebeurtenis haast een sadomasochistische daad. Belangrijk voor het nageslacht en het archief van de geschiedenis over onze gemeente, dat wel. Maar ergens zit ik nu met wroeging. Deze ramp als het werk van de Duivel bestempelen, zie ik overigens als een logisch doch al te gemakkelijk antwoord. En voor u mij nu van godslastering beschuldigt: het zijn de verschillende godsdiensten zélf die alles wat er in de wereld gebeurt beschouwen als Gods Plan. Het is een kwestie van dagen, weken, maanden, jaren of misschien zelfs eeuwen, maar ooit krijgen we het antwoord op die belangrijke vraag; daar ben ik van overtuigd. Of zoals ik al suggereerde tegen Tim Cunningham van Het Nieuwsblad: “Misschien vinden ze nu wel tijdens het opruimen, onderzoeken of heropbouwen van onze kerk ergens een verborgen ruimte of donker hoekje waar het verdwenen luik ‘De Rechtvaardige Rechters’ van ’Het Lam Gods’ al jarenlang verborgen zit.” Een wilde en spontane gok; ik weet het. Maar dan opnieuw: wie legde die gok zo plots in mijn mond? Op het moment dat ik dat zei, leek het overigens alsof iemand anders via mijn mond sprak. Daarom nogmaals: “We call upon the author to explain!”
In ieder geval zal ik me deze ramp altijd blijven herinneren telkens ik ‘Sunday at Devil Dirt’, de nieuwe hemelsmooie cd van Isobel Campbell & Mark Lanegan, beluister. Het is nu al een symbolische plaat in mijn cd collectie. Ik ergerde me tot vorige week vrijdag nog dood aan het feit dat de release van deze plaat maar bleef uitgesteld worden. Maar nu weet ik waarom. Deze plaat mócht pas vorige week vrijdag verschijnen. Achteraf bekeken, was ’Sunday at Devil Dirt’ op die manier haast een symbolische aankondiging voor wat ons ’s zondagsnachts in Galmaarden te wachten stond. Een profetische plaat als het ware. Isobel Campbell verklaart in interviews dat ‘Devil Dirt’ een fictieve huiveringwekkende plaatsnaam is waar alle verzonnen gruwelijke verhalen in haar songteksten zich afspelen. Sinds vorige zondag is ’Devil Dirt’ geen fictieve plaatsnaam meer. het asgrauwe Devil Dirt ligt in Galmaarden waar tot vorige zondag nog onze mooie dorpskerk stond. In dat opzicht is Isobel Campbell in feite ook een instrument in het geheel van de ramp geweest. Zonder het te beseffen leverde zij met haar cd ‘Sunday at Devil Dirt’ immers de soundtrack bij de ramp die Galmaarden trof. Dat Mark Lanegan, zowat de gezant van de Duivel, haar soundtrack met zijn typisch dreigende, diepe grom heeft ingezongen, is dan ook haast een Godsgeschenk, zoals bijvoorbeeld mag blijken uit ’The raven’ (beluister hier de MP3!). En ook Isobel Campbell stelt zich in het schitterende ‘Who built the road’ dezelfde vragen als ik. Luister, lees en huiver maar:
Lyrics Who built the road
Who built the road
That left in my self esteem
Twisted and crushed
Black metal and bones
Who passed the buck
Who pressed my flesh to yours
Spilling like wine
And sweeter than tears
Oh, I’ll do more than survive
With trembling visions that
Terrify
So who built the road
Who turned it all around
Picked through the wreck
Scrambled in the dust
Who built the road
Who was the foolish one
Stepped out of time
Two hearts in the fire
Who lit the torch
Who fanned the flames
With sparks in the dust
Spent rivers of desire
Oh, why don’t we learn from mistakes
We stumble along with so many more to make
So who built the road
Who could foresee
That the answers we sought
Were many miles to go
La la…
We were so lonely at times
Fading away
Sitting side by side
Now we built the road
We were the chain gang
We crossed that at war
The devil at my side
Dark angel within
The everlasting fire
La la…
Cunningham? Zoals in germanist, VUB? Tiens, ik wist niet dat die voor Het Nieuwsblad schreef…
LikeLike
Dat zou ik niet weten Lene. Tim vertelde me dat hij freelancer is voor de regionale katern van het nieuwsblad. ook dat wist ik niet. ik heb al jaren geen krant meer gekocht.
LikeLike