Er was de laatste tijd heel wat aanleiding voor het schrijven van mijn vorige bericht. Maar dé kiem die me tot het vorige schrijven aanzette, was een paar weken geleden al gezaaid. Plots werd ik her en der met slachtoffers van een nieuwe, hevig oprukkende psychische stoornis geconfronteerd. Het Muziekmoeheid Syndroom (M.M.S. afgekort). Een stoornis die me verbaasde en triest maakte omdat vooral jonge mensen er schijnen onder te lijden. En tegelijkertijd verbaasde die stoornis me ook niét, omdat dat syndroom ooit eens moést toeslaan. Je voelde dat syndroom als het ware al enkele jaren aankomen. Maar toch. Was het ooit voorspeld geweest? Toen dat hoge woord een paar weken dan toch viel, kwam het in ieder geval hard aan. “Hoe is het begot mogelijk dat je al “muziekmoe“ kan zijn rond je twintigste? Toen ik 20 was genoot ik immers met volle teugen van muziek en viel ik van de ene muzikale verbazing in de andere.”, dacht ik in eerste instantie. Na die eerste spontane reactie bedacht ik me dat ik 20 was in 1994 en spookten termen als downloadtijdperk, myspace, oververzadiging van de muziekmarkt en memory almost full in mijn arme, vermoeide hoofd rond. Vooral dat laatste: “memory almost full”. Daarbij dacht ik natuurlijk aan de recentste plaat van Paul McCartney en diens uitleg over de titel, waardoor ik net als Sir Paul ook tot een aantal vragen kwam. Hoeveel informatie kan de harde schijf van een mens aan? Hoeveel gigabyte aan liedjes kan er op onze inwendige iPod? Wordt het daarom niet dringend tijd om een externe harde schijf aan onze hersenen te koppelen? Of wil er iemand alstublieft het licht uitdoen, op de delete knop drukken en onze harde schijf opnieuw formatteren zodat we met een schone lei kunnen herbeginnen? Krijgen we überhaupt nog een tweede kans nadat het muziekmoeheid syndroom in ons lijf is geslopen? Die tweede kans om opnieuw op natuurlijke wijze te leren genieten van muziek. Die tweede kans om opnieuw geraakt, meegesleept en verwonderd te worden door muziek.
Vanavond zag en hoorde ik mijn bijna 5 jarige dochter geraakt en meegesleept worden door muziek. Toen we met de auto naar haar grootouders (mijn schoonouders) reden, speelde de recente mixtape die ik voor madam had gemaakt. Het was tijdens het liedje ‘Out of our heads’ van Sheryl Crow dat mijn dochter plots spontaan begon mee te zingen in een soort broebel Engels telkens het vrolijke refrein voorbij kwam. “Ze doet dat iedere keer als dat liedje voorbijkomt“, vertrouwde madam me toe. Heerlijk vond ik dat. Ik genoot van mijn dochter haar spontane, natuurlijke reactie op de opgewekte muziek en joelde, tot groot jolijt of tot grote ergernis van madam (wat precies weet ik niet), samen met mijn dochter dat heerlijke refrein mee. Er is nog hoop, bedacht ik me achteraf. Hoop, om dat ellendige muziekmoeheid syndroom de wereld uit te helpen. Na het nummer van Sheryl Crow kwam het al even luchtige en eveneens tot meezingen uitnodigende ‘Ethylene’ van John Hiatt langs. Een song die ik inmiddels al tientallen keren gehoord heb, maar waarvan ik nog altijd even vrolijk en opgewekt word als toen in 1995 bij de eerste beluistering ervan. Gelukkig heb ik nog steeds geen last van het muziekmoeheid syndroom, bedacht ik me. Gelukkig ook, omdat ik met het post traumatisch stress syndroom (P.T.S.S.) al een syndroom heb. Eén syndroom is immers al meer dan genoeg, dankuwel. Voor het eerst in jaren voelde ik een zalige gemoedsrust op mijn vastgeroeste schouders neerdalen en ik zette de muziek nog wat harder. ‘Telephone road’ van Rodney Crowell begon. Kon het nog toepasselijker?
MP3 Rodney Crowell – Telephone road
Lyrics Rodney Crowell – Telephone road
Rain came down in endless sheets of thunder
Lightning bolts split pine trees down to the roots
In the shadow of the Astrodome
With a hurricane coming on strong
We used to hit the streets and go swimming in our birthday suits
Skiing in a bar ditch behind a moped
Thirteen stitches on the corner of a sardine can
We were dirt poor Houston kids
Our whole family living on the skids
But we always had a nickel for the coming of the ice cream man
Mosquito truck blowing up DDT
Barefoot heathens running wild and free
Air raid buzzer at a noonday scream
Living in a dream
On Telephone Road
I used to love them cherry cokes down at the Princess drive-in
the cheeseburgers taste so good I like to come untied
There’s a chinaberry tree I remember
I used to climb in and out my window
The night I left was on the day before my grandma died
Sawdust spread out on a dancehall floor
Jukebox ripping at an all out roar
Barmaid smiling at a ten-cent tip
Living is a trip
On Telephone Road
Magnolia Garden bandstand on the very front row
Johnny Cash, Carl Perkins and The Killer putting on a show
Six years old and just barely off my daddy’s knee
When those rockabilly rebels
Sent the devil running right through me
Drive-in movie in the trunk of my car
One-eyed sailor in an ice-house bar
Split shine Charlie and ol’ Peg-leg Bill
dressed up fit to kill
On Telephone Road
Barbeque and beer on ice
A salty watermelon slice
At the Little Taste of Paradise
On Telephone Road
Sheryl Crow – Out of our heads (live):
Ik kan soms overvallen worden door het besef dat de muziek die ik beluister niks voor me betekent. Altijd een heel vreemd moment dat meestal samengaat met een meer algemeen gevoel van betekenisloosheid. Maar het klopt wat je zegt: het overaanbod aan muziek werkt die verzadiging in de hoofden zeker in de hand.
LikeLike
Wanneer we vroeger op stap gingen spraken we soms af bij een maat van ons. Die had slechts één (1) LP: Leonard Cohen’s Greatest Hits. En die draaide hij elke keer voor we gingen stappen.
Hij had gewoon geen behoefte aan afwisseling.
Ik vraag mij af of hij al last had van het MMS of dat hij er ooit toe zal komen?
LikeLike
Die cd van Rodney Crowell is gewoon fantastisch, heb ik jaren geleden grijsgedraaid, zonder last te krijgen van MMS…
Nu trouwens ook nog nooit last van gehad, maar doet we er wel aan denken dat ik The Houston Kid nog maar eens ga opzetten… En straks voor de zoveelste maal Elliott Murphy live, in Verviers. Nee, MMS is niet aan mij besteed, nu niet en nooit niet…
LikeLike