De laatste weken beluisterde ik vaak ‘Lantana’ van Caroline Herring en ik raakte bij iedere beluistering steeds meer gefascineerd door de song ‘Paper gown’, een murder ballad waarin Herring verwoordt hoe een moeder haar 2 zoontjes van het leven beroofde. Aanvankelijk besteedde ik niet veel aandacht aan de tekst; ik dacht dat het om een verzonnen verhaal ging. Totdat de expliciet vermelde plaatsnaam John D. Long Lake in de songtekst me een paar dagen geleden opviel. Zonder verwachtingen vroeg ik Dr. Google om raad over die al dan niet verzonnen plaatsnaam. Groot was mijn verbijstering dat ik hiermee het deksel van een overvolle, naar dood en verderf stinkende beerput lichtte. Google leidde me meteen naar een wikipediapagina die in grote lijnen het waargebeurde horrorverhaal schetst van de moord die de toen 23-jarige Susan Smith uit Union, South Carolina pleegde op haar 2 zoontjes Michael (3 jaar jong) en Alexander (13 maanden jong) die dinsdagavond 25 oktober 1994.
Bij het lezen van zo’n recente datum interesseert me overigens altijd wat ik zelf die dag zou kunnen gedaan hebben. Een dinsdag in oktober 1994 lieerde ik meteen aan een schooldag, want ik zat toen in het tweede jaar van mijn studies pers en voorlichting aan De Ham Hogeschool in Mechelen. Toch wilde ik nog meer weten te komen over mijn persoonlijke bezigheden gedurende die dag en in zulke gevallen bieden cd’s altijd waterdichte bewijsstukken. Ik ging daarom in mijn Humo-archieven op zoek naar welke cd’s die dinsdag 25 oktober besproken werden. Er was eerst een lichte teleurstelling toen ik de titels van de hoofdrecensies zag: ’Bedtime stories’ van Madonna, ’Adenosine trifosfaat preparaat’ van Belgian Asociality en ’Nativity in black, a tribute to Black Sabbath‘. Geen van die cd’s had ik die ochtend gekocht, realiseerde ik me. In de periode 1994-1995 ging ik namelijk meestal mijn cd’s op dinsdagochtend kopen bij de Halse platenzaak Doctor Vinyl. Op dinsdagochtend had ik immers geen les en dus bracht ik iedere week die vrije uren in de platenzaak door alvorens ‘s middags de trein naar Mechelen te nemen. Maar dan ging ik het rubriekje ‘Alles moet weg’ lezen waarin meerdere cd’s in het kort besproken werden. Aanvankelijk leek het nog geen resultaat op te leveren: ‘This is acid jazz new voices’, ‘The return of the space cowboy’ van Jamiroquai, ‘Damage’ van David Sylvian, ‘Flotsam Jetsam’ van Robert Wyatt, ‘Home’ van Terry Hall, ‘Angel tiger’ van June Tabor en ‘Funky family’ van The Soulcity had ik immers ook niet gekocht. Tot ik op het einde van de tekst kwam en de woorden Massive Attack en ‘Protection’ zag staan! Meteen kreeg ik een flashback naar die dinsdagochtend en stond ik terug in Steven z’n platenwinkel de bovenvermelde Humo-recensies te lezen, terwijl Steven me dolenthousiast vertelde over de nieuwe Massive Attack. Hij legde de cd op en ik werd meteen gegrepen door de titelsong waarin Tracy Thorn haar zalvende, hemelse vocalen schitteren. Ik was meteen in de ban van de plaat, en dus kocht ik die dinsdag 25 oktober 1994 ’Protection’ van Massive Attack en die avond vreeën mijn vriendin en ik op mijn zolderkamer op de erotische klanken van ‘Protection’. Niet bepaald een cruciale dag in mijn leven, maar ik ben altijd blij dat ik me aan de hand van cd-recensies situaties en gebeurtenissen tamelijk goed kan herinneren, ook al hebben ze weinig of niets betekend in mijn leven.
Voor Susan Smith was die dinsdag 25 oktober 1994 echter de meest cruciale dag in haar leven. Zij zou vanaf die avond de hele USA gedurende 9 dagen voor de gek houden met haar wilde indianenverhaal over de verdwijning van haar 2 zoontjes Michael en Alexander Smith. Ze had immers, zoals later zou blijken, zélf haar 2 zoontjes de dood ingestuurd. Letterlijk. Ze was namelijk met haar wagen, met de 2 slapende kindjes nog vastgesnoerd in hun kinderzitjes, in het John D. Long Lake gereden waarna ze de wagen langzaam met water zag vollopen en wegzinken in het donkere meer. Nadat de wagen compleet weggezonken was, zette ze het op een lopen, en terwijl ze om hulp riep bedacht ze een alibi. Ze kwam even later aan bij het huis van de familie McCloud, die het geroep van Susan hadden gehoord. Ze vroegen wat er aan de hand was en Susan vertelde hen dat ze het slachtoffer was geweest van een carjacking en dat de dader er vandoor was met haar 2 zoontjes. De McClouds belden meteen het 911 noodnummer en toen de plaatselijke sheriff Wells ten huize McCloud verscheen, verklaarde een in alle staten verkerende Susan Smith ook tegenover de sheriff dat ze het slachtoffer was geweest van een carjacking nadat ze gestopt was aan een rood verkeerslicht op het kruispunt van de op dat moment verlaten hoofdweg en dat de dader, een Afro-Amerikaan, er niet alleen met haar wagen vandoor was gegaan, maar ook met haar beide kinderen die van de dader in de wagen moesten blijven zitten. De sheriff, een kennis van Susan Smith, noteerde haar verhaal en zette meteen een grootse zoektocht naar de twee kinderen, de dader en haar wagen op poten. Zelfs in het John D. Long Lake werd de dag nadien vergeefs gezocht. Maar sheriff Wells en de andere ondervragers voelden al vrij vlug in het onderzoek aan dat er aspecten in het verhaal van Smith niet klopten wegens tegenstrijdigheden. Daarom bleven de speurders Susan Smith dagelijks herhaaldelijk ondervragen totdat ze na 9 dagen compleet verstrikt was geraakt in haar eigen web van leugens en intriges. Toen sheriff Wells en Susan Smith elkaar op 3 november 1994 ontmoetten in The Family Center of the First Baptist Church confronteerde de sheriff haar met de zwakke schakels in haar verhaal. Vermoeid door de vele ondervragingen zag Susan Smith geen uitweg meer en vroeg ze de sheriff om samen met haar te bidden. Na het gebed verhief sheriff Wells zich tot God, als was hij een priester en sprak: “God, we weten dat alles zal uitklaren als de tijd gekomen is”, waarna hij zich tot Susan wendde en zei: “Susan, de tijd is gekomen”. Susan liet het hoofd zakken en snikkend stamelde ze: “Ik ben zo beschaamd, ik ben zo beschaamd…” Ze crashte en biechtte uiteindelijk tegenover sheriff Wells de gruwelijke waarheid op. In de kerk zelf noteerde Susan heel gedetailleerd en uitgebreid haar bekentenissen neer. Ze schreef dat ze bewust naar het John D. Long Lake was gereden om er zelfmoord te plegen en dat ze haar 2 zoontjes mee de dood in wou jagen. Op het ultieme moment werd ze echter door angst, eenzaamheid en pijn overvallen en sprong ze uit de wagen. Toen ze zag hoe haar wagen in het meer wegzonk, wilde ze meteen haar actie ongedaan maken, maar ze wist niet hoe. Uit paniek liep ze dan maar de bergen in, recht naar het huis van de familie McCloud. Onderweg bedacht ze een alibi. Heel Amerika reageerde geschokt nadat het land de bekentenissen via de media had vernomen. Smith had immers niet alleen het hele land in de ban gehouden met haar grote bedrog, maar ook op raciale conflicten aangestuurd door een verzonnen Afro-Amerikaan als hoofdverdachte te bestempelen. Na haar proces werd Smith op 22 juli 1995 veroordeeld voor de moord op haar 2 zoontjes en ze kreeg, dankzij de verdediging van haar advocaat, slechts een levenslange gevangenisstraf in plaats van de doodstraf. Ten vroegste in 2025 kan ze voorwaardelijk vrijkomen.
Uiteraard valt Susan Smith haar daad niet goed te keuren, maar toch vraag je jezelf af wat Susan Smith tot zo’n onthutsende daad gedreven heeft. Op het moment van de feiten was Susan Smith nog maar 23, maar ze torste toen al de gevolgen van jarenlange ellende op haar jonge schouders. Zij en haar iets oudere broer Scotty beleefden een turbulente kindertijd: beiden waren kleuters toen hun halfbroer Michael een zelfmoordpoging ondernam en ze leefden thuis in constante angst omdat hun ouders mekaar tijdens hun vele felle ruzies wel konden vermoorden. Toen Susan 6 jaar was, scheidden haar ouders, waardoor haar vader zich helemaal in de drank stortte, om enkele weken later, begin 1978, zelfmoord te plegen. Dit verlies kwam hard aan bij Susan omdat haar vader haar God was. Susans moeder hertrouwde met een rijke zakenman en vooraanstaand plaatselijke politicus en de hele familie verhuisde van het kleine arbeidershuisje naar een mooi, groot huis. Susan probeerde voortdurend de aandacht van haar stiefvader te trekken om zo altijd zijn goedkeuring te krijgen. Toen Susan 15 was, maakte haar stiefvader misbruik van die situatie en vanaf dan hadden beiden regelmatig seksueel contact. Zelfs tot enkele weken voor Susans wanhoopsdaad. Later had ze ook seksueel contact met enkele collega’s op het werk en ook toen ze in maart 1991 trouwde met David Smith hield Susan er nog altijd andere seksuele contacten, waaronder dus haar stiefvader, op na. Vanaf dag 1 waren er dan ook al spanningen in het huwelijk van David en Susan, waardoor het huwelijk al vrijwel meteen op springen stond. Toch kwam er oktober 1991 een eerste zoontje, Michael. De problemen stapelden zich echter op en het koppel ging diverse keren uiteen, maar probeerde het telkens voor een korte periode opnieuw. En toen kwam er met Alexander een tweede zoontje in augustus 1993. Na de bevalling stootte Susan haar man David helemaal van zich af en het koppel vervreemde van elkaar. David leerde iemand anders kennen en Susan veranderde van werk omdat ze niet meer voor haar man, die ook haar directe chef was op het werk, wilde werken. Op haar nieuwe werk kwam ze in hogere kringen terecht en zo leerde ze Tom Findlay, de zoon van de rijke eigenaar van de onderneming waarvoor ze werkte, kennen. Beiden begonnen een relatie in januari 1994 en Susan had zonder medeweten van Tom zelfs seks met Tom z’n vader. Toch gaf Susan haar huwelijk met David nog een allerlaatste kans en in de lente van 1994 gingen ze weer samenwonen. Het mocht echter niet baten want einde juli 1994 vertelde Susan aan David dat ze wilde scheiden. Susan gaf haar relatie met Tom Findlay in september 1994 een nieuwe kans. Tom wilde echter niet weten van een doorstart van hun relatie, want hoewel hij Susan graag mocht, vond hij haar overdreven bezitterig en afhankelijk. Tom wees Susan definitief af op 17 oktober 1994 en legde haar in een brief uit dat hij niet de verantwoordelijkheid wilde dragen voor andermans twee kleine kinderen en dat hun achtergronden te ver uit mekaar lagen. Enkele dagen later op 21 oktober 1994 ontving Susan de echtscheidingspapieren, hetgeen bij haar de stoppen deden doorslaan. Ze voelde zich eenzamer en geïsoleerder dan ooit en een paar dagen later, op die bewuste dinsdag 25 oktober 1994, werd het haar allemaal te veel en reed ze na uren ronddolen naar het John D. Long Lake om zichzelf én haar twee zoontjes van het leven te beroven. Zo beweert Susan Smith tenminste zelf. De Openbare Aanklager, die de doodstraf eiste, wendde Toms brief immers aan als bewijs van Susan haar enorme egoïsme: zij wilde kostte wat het kost Tom Findlay voor zich winnen maar haar 2 kinderen beletten dat. Daarom dienden ze uit de weg geruimd te worden. Deze hele zaak werd één van de meest beruchte Amerikaanse moorden ooit. Niet dat dat een verdienste is, overigens.
Over de moord verschenen inmiddels dan ook heel wat boeken en er werd in een aantal tv-programma’s en films al verschillende keren naar gerefereerd. Maar ook in de populaire muziek werd de moord al enkele keren opgevoerd. Shannon Hoon, de betreurde zanger van Blind Melon, verwees met de song ‘Car seat (God’s presents)’ (een song oorspronkelijk geschreven in 1885) van de cd ‘Soup’ uit 1995 naar de gruweldaad en verklaarde in interviews dat Susan Smith de doodstraf had moeten krijgen voor haar afschuwelijke daad. Ook Hayden gebruikte het horrorverhaal voor zijn cd ’Everything I long for’ uit 1995 in de song ’When this is over’. En nu, dik 13 jaar na de feiten, rakelt Caroline Herring het verhaal dus opnieuw op in het nummer ’Paper gown’ op haar wondermooie, sfeervolle, doch zwaarmoedige americana-cd ’Lantana’. Met de titel van die song verwijst Caroline Herring naar het papieren kleed dat Susan Smith in voorhechtenis droeg. Men was immers bang dat Smith in afwachting van haar proces zelfmoord zou plegen in haar cel en dus kreeg ze een speciale behandeling. Ze diende een papieren kleed te dragen, het licht op haar cel bleef dag en nacht aan en ieder kwartier werd ze door de bewakers gecontroleerd. Door rond dit verhaal een murder ballad te schrijven, geeft Caroline Herring aan dat de Amerikaanse samenleving die gruwelijke moord, meer dan 13 jaar na de feiten, nog steeds niet verwerkt heeft. Toch zou ik graag willen weten waarom Caroline Herring precies over déze zaak een murder ballad geschreven heeft. Ik vermoed dat Caroline op het moment van de feiten een jaar of 15 moet geweest zijn (google geeft niet direct Caroline haar geboortedatum prijs). Het verhaal moet haar toen dus enorm aangegrepen hebben, gezien ze het nu pas in een song verwerkt heeft. Of denkt ze eraan terug nu ze zelf moeder geworden is van een zoontje en een dochtertje? Ik vraag het haar nu vrijdag zelf als ze voor een concert naar het Toogenblik komt. Als ik het haar durf te vragen tenminste, want Caroline Herring lijkt me gezien de sombere teneur van haar songteksten op ‘Lantana’ en haar gelaten voordracht ervan zelf geen al te vrolijke, opgewekte meid te zijn. Wie weet wat een voorgeschiedenis draagt zij met zich mee. Ik voorspel daarom nu al dat er vrijdag eerder een zwaarmoedige en sombere sfeer zal heersen in Toogenblik.
Sommigen vragen zich nu misschien wel af waarom dit verhaal me zo intrigeerde dat ik het in deze tekst helemaal uit de doeken deed. Wel, ik kwam na de wikipediapagina over deze zaak meerdere sites (behalve Nederlandstalige) tegen, die me tot in de donkerste krochten van het internet brachten. Op die manier kreeg ik een duidelijk beeld kreeg over de hele geschiedenis van Susan Smith. Ik vond het daarbij onwaarschijnlijk dat die hele geschiedenis doorspekt is met tal van zelfmoorden, echtscheidingen, misbruik en veel buitenechtelijke relaties en seks. Niet alleen wat Smith zelf betreft, maar ook bij de vele figuranten die beschreven worden en die op één of andere manier deel uitmaakten van haar directe (zowel naaste als aangetrouwde familie) en minder directe (buren, vage kennissen, stadsgenoten, werkgevers,…) omgeving. Echt een leuke boel daar in South Carolina. Langzaam drong het ook tot me door dat er heel wat parallellen te trekken zijn met dit verhaal en het nu lopende proces tegen Ait Oud, die beschuldigd wordt van, en ik citeer,”de ontvoering, opsluiting, aanranding van de eerbaarheid en verkrachting van en de moord op Nathalie Mahy (10) en Stacy Lemmens (7), in de nacht van 9 op 10 juni 2006.” Pas op, ik insinueer niks; daarvoor ken ik te weinig details over de zaak, maar het lijkt me dat er in deze zaak ook al te snel een anders gekleurde medemens als zondebok aangeduid werd. Ik mag maar hopen dat ik ongelijk krijg…
MP3 Caroline Herring – Paper gown
Lyrics Caroline Herring – Paper gown
Small town stars shine bright for a day
The moon lights up a watery grave
Woods move in the nighttime breeze
That lifts from the lake through the trees
On the night that defined my name
Fantasy or monster, you say
Watched my boys ride the incline down
All for a paper gown
Long ago I used to be
A little girl on my daddy’s knee
Dreams lie like diamond rings
Babies and pretty things
I watched my car sink silently
My lover’s sweatshirt wrapped around me
On a black man I blamed the crime
With moans and screams and cries
Then I waited for him to call
My ready-made family gone after all
While the world mourned an alibi
My hopes began to die
Long ago I used to be
A little girl on my daddy’s knee
Dreams lie like diamond rings
Babies and pretty things
Day by day
All the promises faded away
No one but me
Controls my destiny
The sheriff sat me down to pray
At the First Baptist Church on the ninth day
“Susan, make your conscience clean”
“Sheriff, I’ve done a terrible thing”
I confessed that, for love’s sake,
I drowned my children in John D. Long Lake
They’re with Jesus, looking down
At me in this paper gown
Long ago I used to be
A little girl on my daddy’s knee
Dreams lie like diamond rings
Babies and pretty things
Long ago I used to be
A little girl with dreams I believed
Dreams lie like diamond rings
Babies and pretty things
YouTube Caroline Herring – Paper gown
Lap Roen, ge zijt bedankt. Ik was ook een stukje aan het voorbereiden over precies hetzelfde nummer en de gebeurtenissen. Maar uw stukje is schitterend werk, dus op naar het volgende.
Wat Caroline zelf betreft zul je aangenaam verrast worden. Ze is helemaal niet zwaar op de hand. Integendeel, toen ik haar twee jaar geleden zag, in het voorprogramma van Jeffrey Foucault en Slaid Cleaves, vertelde ze honderduit. Ook over dit nummer.
Ze komt uit een republikeins nest en is daarover niet beschaamd. Toch houdt ze er heel andere ideeën op na dan de rest van haar familie. Het onderwerp van haar songs zijn meestal vrouwen. Sterke vrouwen uit het Zuiden van de Verenigde Staten. De streek waar ze vandaan komt. Vrouwen die iets meegemaakt hebben in het leven.
Dat leverde een van de mooiste cd’s van het jaar op en een van de moosiet nummers van het decenium.
Misschien dat ik toch eens verder ga werken aan het stukje over ‘Two daughters and a beautiful wife’.
LikeLike
Doen Peerke! Ik wist niet dat die Drive-By Truckers song een zelfde soort lading dekte.
Ik had zodanig veel informatie gelezen en ondertussen genoteerd over deze zaak dat ik er dan absoluut mijn eigen visie wilde over schrijven. Mijn visie is misschien uitgebreid, maar het had uiteraard, zoals je zelf intussen ook wel zal weten, veel langer gekund. Maar daarvoor (de vele details) was deze tekst niet bedoeld.
Je hebt me alleszins al wat geruster gesteld wat Caroline Herring betreft; ik verwachtte me immers ook al aan een geschift mens uit de deep south. Niet dat ik zelf niet geschift ben overigens 🙂
Sorry alvast om je “tekst af te pakken”. Misschien moesten we dit in de toekomst vermijden door op voorhand onze projecten met mekaar uit te wisselen 🙂
LikeLike
Ik ben benieuwd Peerke. Ik had gelezen dat het nummer ging over de moord op een andere muzikant maar hij stierf samen met zijn vrouw en kinderen. In dat nummer sterft alleen de man.
En ik kan het niet verhelpen maar ik erger me steevast dood aan die roepen om de doodstraf, hoe gruwelijk of monsterlijk een daad ook is. Ik weiger te geloven dat iemand doelbewust zichzelf op die manier buiten de m’ij plaatst. Mensen die zulke daden plegen, moeten uiteraard gestraft worden maar bovenal hebben ze mijn mededogen. Ik hoop dat ik niet met de demonen geconfronteerd zal worden die zij meedragen noch dat ik dan alleen maar rust zal vinden door zo op zo een onafwendbare en onmenselijke manier te bezweren.
Ik kan me nog steeds vinden in wat seriemoordenaar Joel Rifkin zei: “I will in all probability be convicted. But I will not go down as a monster but as a tragedy.”
LikeLike
Ik weiger dat ook te geloven, seaar; we zijn tenslotte allemaal produkten van de m’ij. Wie een moord pleegt was daartoe voorbestemd, zoals de voorgeschiedenis in dit geval heel duidelijk aangeeft.
En doodstraf of niet, in dit specifieke geval zou dat niet eens een straf geweest zijn, maar een beloning.
LikeLike
Los daarvan spookt het nummer ook al een week door mijn hoofd. Ga eens wat andere dingen van haar beluisteren.
LikeLike