CD Top 50 van 2011 :: Johnny Ace Is Dead

41. Alison Krauss & Union Station – Paper Airplane

alison krauss, union station, paper airplane

 

Ergens had ik gehoopt dat Alison Krauss inspiratie zou geput hebben uit haar samenwerking met Robert Plant en T Bone Burnett op ‘Raising Sand’ uit 2007 en dat ze die ingeslagen weg zou blijven bewandelen met haar solocarrière. Helaas. Alison Krauss haar nieuwe plaat met haar vaste begeleidingsband Union Station klinkt als een plaat van Alison Krauss & Union Station. Alsof er geen 7 jaar voorbij zijn gegaan sinds de vorige studioplaat ‘Lonely Runs Both Ways’ uit 2004. Maar: de plaat straalt dankzij het melancholische karakter een soort magische aantrekkingskracht uit, waardoor ik ze het hele jaar door bleef draaien en er op den duur ging van houden. Uiteraard klinkt dit soort glad gepolijste contemporaine bluegrass voor de moderne Europese muziekoren veel te saai, maar toch: als de songs goed zijn, dan zijn ze goed. En deze keer zijn de songs zelfs uitstekend, waardoor Alison Krauss & Union Station voor het eerst mijn jaarlijst halen. Zo moet de titeltrack zeker niet onderdoen voor de Richard Thompson-cover ‘Dimming Of The Day’, waarop Alison Krauss wat mij betreft een mooiere zangprestatie neerzet dan Linda Thompson destijds. Ga dat zelf maar eens constateren op Spotify: Alison Krauss & Union Station – Paper Airplane

42. Diana Jones – High Atmosphere

diana jones, high atmosphere

Iets minder straf dan haar vorige plaat ‘Better Times Will Come’, maar dan nog weet Diana Jones met haar tot de verbeelding sprekende Appalachian folksongs te betoveren. Een hoogtepunt zoals ‘Henry Russell’s Last Words’ op haar vorige plaat is er deze keer niet, maar Diana Jones haalt een constant hoog niveau zodat de plaat ook nooit een minder moment kent. De openingstrack is meteen ook de titeltrack en die zet meteen de sombere, spookachtige toon voor de rest van het album. Beluister het hier op Spotify: Diana Jones – High Atmosphere

43. Malcolm Holcombe – To Drink The Rain

malcolm holcombe, to drink the rain

Iets minder straf dan zijn vorige plaat ‘For The Mission Baby’, maar een iets minder straffe Malcolm Holcombe is nog altijd straf genoeg om een plaats op te eisen in mijn jaarlijst. Prijsbeesten genoeg immers op dit album, met prachtige melodieuze melancholiedjes als ‘Mountains Of Home’, ‘Down In The Woods’, en vooral het aan zijn echtgenote opgedragen, ontroerende ‘Becky’s Blessed (Backporch Flowers)’. De bijtende Malcolm Holcombe komt dit keer jammer genoeg iets minder aan bod, maar hoed u toch maar voor de enkele keren dat hij het wél ouderwets snauwt zoals in het titelnummer en ‘Where I don’t Belong’. In ieder geval: Malcolm Holcombe stelt nooit teleur; niet op plaat en al zeker niet op het podium. Zo was zijn derde opeenvolgende passage in Toogenblik in maart alweer één om nooit meer te vergeten. Zelfs als hij z’n meegereisde lapsteelgitarist voor enkele songs in de spotlights wilde zetten, trok hij nog alle aandacht naar zich toe, gewoon door als een oude opa de hele tijd op z’n stoel te zitten schommelen, ergens achteraan in een hoekje van het podium. Het blijft een fenomeen Malcolm Holcombe dat je zeker eens live moét meegemaakt hebben. Z’n plaat is zelfs op Spotify te beluisteren: Malcolm Holcombe – To Drink the Rain

44. Bruno Deneckere – Walking On Water

bruno deneckere, walking on water

Ik heb dit jaar geen enkel concert gezien van Bruno Deneckere, voorwaar een hele prestatie (waar ik overigens niet fier op ben). Maar dit geheel terzijde, want ook zonder de live-ervaring wist Bruno Deneckere me te overtuigen met z’n nieuwe plaat. Voor ‘Walking On Water’ pakte Bruno het anders aan dan op z’n vorige, uitgepuurde plaat ‘Someday’. Bruno zag het groots deze keer en dus is de muzikantenlijst iets uitgebreider dan we doorgaans gewoon zijn van z’n platen. Naast ouwe getrouwen als Nils De Caster en Yves Meersschaert bevat de waslijst medewerkers namen als Derek, BJ Scott, Patrick Riguelle en Johan Verminnen die als backing vocalisten een gospelkoortje vormen en de meeste songs met een flinke scheut gospel injecteren. Schitterende plaat dus alweer van Bruno, maar toch klinkt ‘Walking On Water’ eerder wat gewoontjes in vergelijking met z’n meesterwerken ‘Someday’ en ‘Crescent Of The Moon’. Maar een ‘gewone’ plaat van Bruno is nog altijd goed voor een plaats in mijn jaarlijst. Dat kan dan weer niet gezegd worden van de laatste dEUS-plaat en ook de nieuwe platen van The Bony King Of Nowhere en Amatorski haalden mijn jaarlijst niet. Slechts één Belgische plaat doet het beter dan Bruno, maar dat zie je in één van de volgende delen van m’n jaarlijst. Jammer genoeg valt de plaat niet te spotifaaien, maar gelukkig maakte Bruno een mooie clip voor de single ‘By And By’, dat meteen een goed algemeen beeld van de hele plaat schetst.

 

45. Louis Johnson – Old Friend

louis johnson, old friend

Nog een plaat die niet op Spotify valt te beluisteren. Jammer, want deze Louis Johnson is één van mijn mooiste ontdekkingen van het jaar. Niet zelf ontdekt overigens, maar dankzij Rein Van den Berg van Johnny’s Garden die terecht laaiend enthousiast was over dit kleine meesterwerkje van deze fantastische singer-songwriter. Ik verwijs u dan ook graag door naar zijn recensie over dit album, want die zegt het helemaal.

46. Tom Russell – Mesabi

tom russell, bob dylan, mesabi, calexico, americana

Machtige Americanaplaat, maar met 15 songs en +60 minuten te langdradig om van een echt meesterwerk te spreken. Sommige songs, zoals ‘Farewell Never Neverland’, de ragtime ‘The Lonesome Death Of Ukulele Ike’ en de countrysleper ‘Heart Within A Heart’ klinken gewoon té oubollig en mochten gerust geschrapt worden. Overigens is dit album één langgerekte hommage aan Bob Dylan en andere oude al dan niet overleden (film)helden van Russell. De titel van de plaat windt er wat dat betreft alvast geen doekjes om: Mesabi is een gebied in de Amerikaanse staat Minnesota waartoe ook Duluth, de geboorteplaats van Bob Dylan, behoort. Het titelnummer handelt dan ook over de tiener Bob Dylan die voor het eerst geconfronteerd wordt met country music, latin music, blues, cajun, etc. via de Mexicaanse piratenzenders die destijds uitzonden vanuit de border towns. Geen wonder dus, dat Russell de hele plaat lang een Mexicaans sfeertje creëert dankzij de hulp van onder andere Calexico.Vooral de typische langgerekte trompetklanken van Calexico trompettist Jacob Valenzuela zijn prominent aanwezig over de hele plaatlengte. Als ultiem eerbetoon aan z’n held waagt Tom Russell zich met de hulp van Lucinda Williams aan een cover van Dylans ‘A Hard Rain’s A-Gonna Fall’ en hij komt er nog bijzonder goed mee weg ook. Wat mij betreft is het de meest geslaagde Dylan-cover sinds Buddy Miller z’n versie van ‘God On Our Side’. Voor wie een definitie nodig heeft van ‘Americana’: beluister ‘Mesabi’ op Spotify: Tom Russell – Mesabi

47. Blackie & The Rodeo Kings – Kings & Queens

47.jpg

 

Blackie & The Rodeo Kings is geen foute line dance-groep of redneckgroep, maar een Canadese supergroep bestaande uit de drie singer-songwriters Tom Wilson (in de jaren ’90 bekend als frontman van Junkhouse), Colin Linden en Stephen Fearing. ‘Kings & Queens’ is al hun zesde studioplaat, maar de 5 vorige platen waren jammer genoeg aan mijn aandacht ontsnapt. Een bijzondere plaat overigens, deze ‘Kings & Queens’, omdat de plaat louter uit duetten met Bekend Vrouwvolk bestaat. Uiteraard mag de obligatoire Emmylou Harris dan niet ontbreken en dat is hier niet anders: zij mag samen met Colin Linden de Willie P. Bennett-ballad ‘Step away’ een eind weg croonen. Haar interpretatie van deze song is overigens meteen stukken beter dan alle songs op haar eigen nieuwe plaat ‘Hard Bargain’ samen. Een ander hoogtepunt is het door Colin Linden en Ron Sexsmith geschreven, swingende ‘Got You Covered’, waarop Rosanne Cash de queen van dienst is. Maar de echte outstanding tracks hier zijn ‘My Town Has Moved Away’, het soort ontroerende song dat Pam Tillis op het fraaie lijf geschreven is; de aanstekelijke countryswing ‘Heart A Mine’ met niemand minder dan Mary Margaret O’Hara die de laatste 10 jaar wel van de aardbol verdwenen leek en vooral het opmerkelijke rockabilly-nummer ‘Made Of Love’, waarin Tom Wilson in duet gaat met punkster Exene Cervenka. Voor de volledigheid: Lucinda Williams, Sara Watkins, Amy Helm, Cassandra Wilson, Patti Scialfa, Janiva Magness, Holly Cole, Sam Phillips en Serena Ryder zijn de overige queens die Blackie & The Rodeo Kings wisten te strikken voor dit project. Te beluisteren op Spotify: Blackie and the Rodeo Kings – Kings and Queens

48. Lucinda Williams – Blessed

lucinda williams, blessed, don was

‘Blessed’ is in alle opzichten een verbeterde versie van Lucinda Williams haar teleurstellende vorige plaat, het ronduit zwakke ‘Little Honey’. Producer Don Was gaf Williams haar rauwe sound terug die ze op haar vorige plaat had verruild voor een gladde, radiovriendelijke variant. Maar nu mogen de ferm uit de kluiten gewassen gitaren opnieuw loeien als vanouds, laat Lucinda haar Southern accent weer drawlen dat het een lieve lust is en zet de ritmesectie een groove neer van heb ik jou daar. Het resultaat is de beste Lucinda Williams-plaat sinds ‘World Without Tears’ uit 2003. Maar wat de plaat écht bijzonder maakt, waardoor ze een plaats kreeg in mijn top 50 is de toevoeging van de bonus disc ‘The Kitchen Tapes’; een titel die je letterlijk mag nemen, want hierop staan de demo’s van de songs die Williams had opgenomen aan haar, juist ja, keukentafel. En hoera, want die bonus disc valt gelukkig ook te belusiteren op Spotify: Lucinda Williams – Blessed

49. North Mississippi Allstars – Keys To The Kingdom

north mississippi allstars, jim dickinson, keys to the kingdom

Dankzij de dood van hun vader, de legendarische producer Jim Dickinson, hebben Cody & Luther Dickinson met ‘Keys To The Kingdom’ de beste North Mississippi Allstars-plaat tot dusver gemaakt. “Produced for Jim Dickinson” staat er op de hoes en dat is eraan te horen. De plaat klinkt dan ook als een soort tribute aan hun vader: voor het eerst verruilden de broers hun blikkerige sound voor de kurdroge, rauwe, afgekloven sound van hun vader; een sound die dicht aanleunt bij die van The Black Crowes, die eerder dit jaar definitief de handdoek in de ring wierpen. Ook qua songwriting leverden Cody & Luther Dickinson hun beste werk tot nog toe af, wat maakt dat hun eigen songs niet eens hoeven onder te doen voor hun versie van de Dylan-classic ‘Stuck Inside Of Mobile With The Memphis Blues Again’. Een uitmuntende versie, jazeker, maar het is toch vooral met hun eigen songs dat de broers Dickinson hoge ogen scoren. Niet in het minst dankzij de medewerking van enkele opmerkelijke gasten. Zo zingt Mavis Staples de gospelblues ‘The Meeting’ de eeuwigheid in, klieft Ry Cooder met z’n wonderlijk slidegitaarspel doorheen ‘Ain’t No Grave’ en is Alvin Youngblood Hart de Steve Harpo van dienst. Maar de stille kracht is misschien wel Spooner Oldham die met z’n opvallend onopvallende pianospel gedurende vrijwel de hele plaat het nodige bindmiddel toevoegt. Hier te spotifaaien: North Mississippi Allstars – Keys To The Kingdom

50. Dave Alvin – Eleven Eleven

dave alvin, phil alvin, eleven eleven, the blasters

‘Johnny Ace Is Dead’ zingt Dave Alvin op z’n twaalfde studioalbum ‘Eleven Eleven’. En inderdaad, op Kerstdag zal het precies 57 jaar geleden zijn dat het toen 25jarige R&B-talent Johnny Ace zichzelf een kogel door het hoofd joeg tijdens een uit de hand gelopen spelletje Russische roulette. Dave Alvin vertelt het hele voorval in deze dampende R&B-stamper dat dé killertrack van ‘Eleven Eleven’ is. Niet dat de rest ondermaats is overigens, integendeel. Alvin houdt de hele plaat lang een hoog niveau vast, wat maakt dat ‘Eleven Eleven’ zijn beste soloplaat ooit geworden is én daarmee in één moeite zijn beste sinds The Blasters, zijn legendarische groep met z’n broer Phil Alvin. Niet toevallig gaat laatstgenoemde in duet met z’n broer in twee andere onweerstaanbare tracks; de smerige R&B-stamper ‘What’s Up With Your Brother’ en in het afsluitende ‘Two Lucky Bums’. De hernieuwde samenwerking met z’n broer én de medewerking van een topcast musici als de inmiddels betreurde Chris Gaffney, Don Heffington, Greg Leisz, Rick Shea en Gene Taylor heeft Dave Alvin tot een topprestatie gedwongen, want op ‘Eleven Eleven’ staat geen enkele overbodige song. Ga dat horen op Spotify: Dave Alvin – Eleven Eleven