Album Top 50 van 2015: Zelfmoordplaten en een zotte Zweed

20. The Waterboys :: Modern Blues

the waterboys, mike scott, modern blues

De lat werd begin dit jaar meteen bijzonder hoog gelegd door onder meer deze nieuwe plaat van Mike Scott en zijn Waterboys. Wie had dat nog gedacht dat Scott ooit nog met zo’n sterke collectie songs voor de dag zou komen? ‘Modern blues’, dat overigens weinig tot niks met blues te maken heeft, is dan ook de beste Waterboys-plaat in 25 jaar (sinds ‘Room to roam’) en werd één van de meest beluisterde platen tijdens putteke winter en het vroege voorjaar @ Roen’s Ranch. Aan meesterwerk ‘Fisherman’s blues’ kan deze ‘Modern blues’ niet tippen, maar Scott heeft in ieder geval het Heilige Vuur, de passie en de overgave van destijds teruggevonden. Erg jammer dan ook, dat ik The Waterboys niet live gezien heb dit jaar. Er waren nochtans genoeg kansen in onze contreien, maar Roeneke had in die periode andere zorgen rond zijn idiote kop.

19. The Decemberists :: What A Terrible World, What A Beautiful World

the decemberists

R.E.M. is dood, lang leve The Decemberists. Vier jaar had de groep nodig om een opvolger voor ‘The king is dead’ the bedenken. Dat kan alleen maar leiden tot een stijlbreuk zou je dan denken. Niets is minder waar, want de nieuwe plaat bleek mooi in het verlengde van zijn voorganger te liggen. En dat betekent dus dat de groep alweer grossiert in een uurtje superieure, dromerige folkrock waarrond zanger Colin Meloy zijn literaire verhalen weeft.

18. My Morning Jacket :: The Waterfall

my morning jacket, waterfall

Nooit meer gedacht, wel gehoopt: na 10 jaar kwam My Morning Jacket eindelijk voor de dag met een waardige opvolger voor hun moderne klassieker ‘Z’. ‘The waterfall’ is een uur durende, heerlijke psychedelische trip waarin klanken en zelfs kleuren voortdurend vervormen, dikwijls binnen dezelfde song. Maar dat kan ook aan mijn pillen liggen…

17. Evan Phillips :: Silhouettes

evan phillips, whipsaws

Voor deze plaat dien ik Hugo Vogel van altcountry.nl persoonlijk te bedanken. Dankzij zijn recensie kwam ik er achter dat mijn favoriete inwoner van Alaska een nieuwe soloplaat gemaakt had. Zeven jaar geleden sprak ik Evan Phillips in folkclub Toogenblik in Haren na zijn concert met Tim Easton en Leeroy Stagger. Meteen was er een klik tussen ons. We deelden dezelfde gedachten over verschillende muzikale onderwerpen en uiteindelijk wisselden we onze mailadressen uit. Dat mailadres gebruikte ik na het lezen van Hugo’s recensie voor het eerst en het bleek gelukkig nog te bestaan, want binnen het uur kreeg ik al antwoord. Phillips herinnerde zich Toogenblik (tja, welke artiest herinnert zich Toogenblik niét?) en ons gesprek achteraf en beloofde me gratis gesigneerde exemplaren van zijn nieuwe én zijn vorige solo-cd te bezorgen. Weken vervlogen, en ik dacht al dat één of andere douanier mijn cd’tjes van Phillips aan het beluisteren was, maar op een mooie dag – het kan ook een gure dag geweest zijn – bereikte de enveloppe dan toch Roen’s Ranch. De stempel verraadde dat de cd wekenlang onderweg was geweest. Ik had ‘m evengoed zelf even kunnen gaan oppikken in Alaska met mijn fietske. Phillips maakte met ‘Silhouettes’ in ieder geval een bloedmooie americana-plaat. Muzikaal is het allemaal subtieler dan met zijn band The Whipsaws, maar de melodieën zijn onmiskenbaar vintage Evan Phillips. Niet dat hij oude melodieën recycleert, maar net zoals je een goeie gitarist herkent aan zijn stijl, herken je ook een goeie songschrijver aan zijn manier van schrijven; iets wat alleen de allergrootsten (Petty, Springsteen, Young, McCartney, etc.) gegeven is. ‘Silhouettes’ was de mooiste muzikale verrassing van het jaar, waarvoor nogmaals dank, beste Hugo.

16. Rich Hopkins & Luminarios :: Tombstone

rich hopkins, luminarios, tombstone

Deze nieuwe, zoveelste plaat van Rich Hopkins & Luminarios moet één van de eerste platen geweest zijn die ik dit jaar kocht. Nu zijn ze bij Blue Rose Records nogal meer laaiend enthousiast over hun eigen releases, maar in dit geval had Edgar Heckmann zelve overschot van gelijk. Dit is typisch zo’n plaat die je eraan herinnert wat je destijds zo goed vond aan stevige alt.country: loeiende, gespierde gitaren, een betrouwbare, solide ritmesectie, klapwiekende meebrulbare refreinen en teksten die ergens over gaan. Denk Cracker, Uncle Tupelo, Slobberbone; dat soort geweldige bands. Een plaat dus, waar de doorwinterde, ouderwetse alt.country-fan niet omheen kon dit jaar.

15. Daniel Norgren :: Alabursy

daniel norgren, alabursy

Eindelijk kan ik ook eens roepen en stoefen dat ik een artiest al véél eerder kende dan de verzamelde hipsters. Van Daniel Norgren kocht ik in 2009 (!) al de plaat ‘Outskirt’; een rauwe, robuuste rammelblues-plaat waarop Norgren zich voordeed als het zotte neefje van Tom Waits. Zo goed vond ik die plaat nu ook weer niet en dus liet ik de 3 opvolgers aan mijn neus voorbij gaan. En toen kwam plots, ergens in het vroege voorjaar, dit zalige briesje vanuit de Zweedse bossen aanwaaien. Was dit wel dezelfde Daniel Norgren; die zotte Zweed van dat geschifte ‘Outskirt’ van 6 jaar geleden? Van een metamorfose gesproken! Zelfs Duyster pikte de plaat op en het wondermooie ‘Why may I not go out and climb the trees’ bevolkte de allerlaatste playlists van het programma. ‘Alabursy’ zou ongetwijfeld een Duyster essential van 2015 geweest zijn. Een half jaar later kwam Norgren alweer met een nieuw album, ‘The green stone’, maar die plaat heeft jammer genoeg niet dat magische dat van ‘Alabursy’ zo’n bijzondere plaat maakt.

14. Noah Gundersen :: Carry The Ghost

noah gundersen

Vorig jaar waren veel van mijn muziekvrienden nogal weg van ‘Ledges’, de vorige soloplaat van deze Noah Gundersen. Ik begreep er echter niks van en dus was ik niet meteen geneigd om deze nieuwe plaat aan te schaffen. Spotify bracht echter redding. Vreemd genoeg was ik nu wél meteen weg van deze nieuwe plaat, terwijl ik ‘Ledges’ na een tiental luisterbeurten nog steeds niet kan vatten. Nochtans heeft het niks te maken met het feit dat Gundersen nogal graag herhaalt dat dit zijn ‘Tonight’s the night’ is. Kan zijn dat dat voor hem de inspiratiebron geweest is, maar ik hoor het er niet in. Ik hoor op ‘Carry the ghost’ vooral het Amerikaanse muzikale kleine broertje van Damien Rice.

13. Kurt Vile :: B’lieve I’m Goin’ Down

kurt vile

Ik zei het gisteren al: dankzij lieden als Courtney Barnett en Torres, maar ook deze Kurt Vile, krabbelt de indierock stilaan terug uit het graf. Geen idee wat iedereen vorig jaar zo geniaal vond aan dat monotone plaatje van The War On Drugs; het echte genie van de oude bezetting van die groep is immers Kurt Vile. Je zou het de immer lusteloos klinkende Vile niet aangeven, maar de groeiende kwaliteit van zijn werk verraadt een serieuze werkethiek. ‘B’lieve I’m goin down’, pure jaren ‘90 slacker rock eigenlijk, is dé glijbaan naar een meesterwerk. Neil Young mag gerust aan zijn Archives reeks verder werken nu, hij heeft met Kurt Vile eindelijk een opvolger. Aan nieuwe Dylans is er nooit gebrek geweest, maar één nieuwe Young vinden was een ander paar mouwen. Tot nu dus.

12. Mark Lanegan :: Houston

mark lanegan, houston, demos

Vorig jaar was ik voor het eerst zodanig teleurgesteld in een nieuwe soloplaat van Mark Lanegan dat ‘Phantom radio’ zelfs de onderste regionen van mijn jaarlijst niet haalde. Lanegan moet geen songs maken met een app op zijn iPhone, want dan lijkt het nergens op, aldus bewees ‘Phantom radio’. En dat bewees ook deze verzameling ouwe meuk dit jaar: het contrast tussen ‘Houston’ en ‘Phantom radio’ kan immers niet groter zijn. Zelfs een klein kind hoort het verschil tussen de in een echte studio opgenomen songs op ‘Houston’ en het iPhone-gefröbel op ‘Phantom radio’. ‘Houston’ verscheen dit jaar dus op het goeie moment. Nu inderdaad, want indien ‘Houston’ destijds de opvolger geweest was van ‘Field songs’ zou de plaat veel lauwer ontvangen geweest zijn dan nu. Want om ‘Houston’ te begrijpen moet je je even verplaatsen in de tijd: dan hoor je pas dat deze verzameling songs klinken als het logische vervolg op ‘Field songs’ en dat Lanegan dus op een dood spoor vastzat. Hij was toen terecht niet tevreden over ‘Houston’, ging zich herbronnen, en kwam eind 2003 met ‘Here comes that weird chill’ terug boven water. Die plaat betekende een complete stijlbreuk, en je vroeg je af hoe dat gekomen was. Het antwoord kennen we vandaag dankzij ‘Houston’. Hierop is de Mark Lanegan te horen die ik verkies: rauw, hees en onversneden; de stem marinerend in de whiskey onder een inktzwarte walm nicotine.

11. Steve Von Till :: A Life Unto Itself

steve von till, neurosis

Eén van de 10 meest gedraaide songs in het nog steeds zeer betreurde, legendarische Studio Brussel-programma Duyster was ‘To the field’ van Steve Von Till. In het najaar van 2002 duikelde ik van de ene in de andere muzikale verbazing dankzij Ayco Duyster, maar die dodenmars van Steve Von Till was toch wel heel bijzonder en sprong er destijds bovenuit. Na maandenlang zoeken, vond ik tijdens de kerstperiode van 2002 eindelijk één exemplaar van het album ‘If I should fall to the field’ in de bakken van de Brusselse Music Mania, samen met ‘Lifted…’ van Bright Eyes overigens, maar dit geheel terzijde. Sindsdien is die plaat uitgegroeid tot een persoonlijke favoriete plaat aller tijden. Jammer genoeg verschijnen soloplaten van Von Till slechts met mondjesmaat, want zijn hoofdberoep is nog altijd lawaaimaker en brulaap bij de bvba Sloopwerken Neurosis. Wachten op nieuw solowerk van Von Till voelt dan ook aan als wachten op Godot of op een doordeweekse piekuurtrein richting Brussel Centraal. Maar als er dan weer eens een nieuwe komt, meestal op een moment dat je het niet meer verwacht, is het feest op het kerkhof. Met het verstrijken der jaren worden Von Till z’n dodenmarsen almaar trager, grimmiger en zwaarmoediger. Nog steeds klinkt Von Till als de ronddolende Nonkel Van Grauwel die je ‘s avonds liever niet tegenkomt in het bos. Vergeleken met Von Till klinkt Mark Lanegan als een Wienersängerknaap. Ook op ‘A life unto itself’ daalt Von Till weer de diepste, donkerste hellekrochten af waar zelfs de Duivel zelve geen poot durft te zetten. Dé plaat voor wie nog op zoek is naar een soundtrack bij zijn zelfmoord.

Een gedachte over “Album Top 50 van 2015: Zelfmoordplaten en een zotte Zweed

Reacties zijn gesloten.