Album Top 10 van 2019

10. Jake Xerxes Fussell :: Out Of Sight.
img_20191229_225904620
Jake Xerxes Fussell is de Alan Lomax van deze tijd. Terwijl Lomax meer dan een halve eeuw geleden louter opnames maakte van folk- en bluesliederen bij de mensen thuis, maakt Fussell nu al drie platen lang samen met zijn muzikale vrienden betoverend mooie bewerkingen van oude, doorgaans godvergeten traditionals, die inmiddels tot het publiek domein behoren. Of waar obsessies al niet goed voor zijn.

9. Mark Lanegan Band :: Somebody’s Knocking.

img_20191229_230003929

Tot en met 6 december stond Mark Lanegan nog nergens in mijn jaarlijst. Ik vond ‘Somebody’s knocking’ na één luisterbeurt zelfs zijn slechtste plaat ooit. Net zo teleurstellend zwak en onsamenhangend als de zinloze teksten die ik schrijf, was mijn eerste oordeel. Een oordeel dat enkele draaibeurten later bijgesteld werd naar ‘matig, maar nog steeds onsamenhangend’. Lanegan zou mijn jaarlijst niet halen, zoveel was zeker. En toen zag ik Lanegan en zijn Belgische vrienden live in de Spil in Roeselare op 7 december laatstleden en werd ik compleet overdonderd door orkaan Lanegan. Dat was hem de laatste keer niet gelukt, toen ik hem ter promotie van zijn vorige plaat ‘Gargoyle’ in de Effenaar in Eindhoven zag. Er heerste daar een gespannen sfeer tussen de bandleden onderling, zowel op als naast het podium. Lanegan zag er toen niet gezond uit en even vreesde ik dat hij weer aan de harddrugs zat. Ik verwachtte dus niet veel van het concert in Roeselare, maar Lanegan en zijn grotendeels Belgische kornuiten revancheerden zich dus op verbluffende wijze. Bijna de volledige nieuwe plaat passeerde de revue, en plots viel alles op zijn plaats. De songs vormen helemaal geen onsamenhangend geheel, want de synths en de zware bas zijn de bloedbaan die alle songs met elkaar verbindt. De donkere trance-eruptie ‘Penthouse high’ vond ik eerst verschrikkelijk, maar na de live-uitvoering te hebben ondergaan, vind ik het één van Lanegans allerbeste songs. Schrik niet als Dimitri Vegas en Dark Mark volgende zomer in de dark room op Tomorrowland geprogrammeerd staan. Lanegan is op het sinistere ‘Somebody’s knocking’ niet langer meer de nachtportier van het knekelhuis, maar de lugubere patholoog met nachtdienst, die de doden weer tot leven wekt in het mortuarium en waar vervolgens, na middernacht, de hel losbreekt, zoals in ‘From dusk till dawn’.   

8. Leonard Cohen :: Thanks For The Dance.

img_20191229_230444202

Net als Johnny Cash haalde Leonard Cohen nog het maximum uit zijn laatste levensdagen. Met ‘You want it darker’ schonk hij de wereld nog een laatste afgewerkt adembenemend meesterwerk. En zelfs na zijn dood reikte Leonard zoon Adam vanuit het graf nog wat songs aan die hij nog gauw had ingezongen, terwijl de dood hem ongeduldig op de schouders tikte. Adam ging er samen met onder meer Beck en Leslie Feist mee aan de slag, en creëerde een bloedstollend slotakkoord met de transcendentale luisterervaring die ‘Thanks for the dance’ geworden is.

7. Patty Griffin :: Patty Griffin.

img_20191229_225642225

Het scheelde niet veel of we waren Patty Griffin, de koningin van de traditionele americana, kwijt aan kanker. Griffin overwon de ziekte gelukkig, maar dat een mens niet ongeschonden uit zo’n gevecht komt, hoeft niet te verbazen. Terwijl ze volop in behandeling was, begon Griffin aan de opnames van haar tiende studioplaat; een plaat die ze voor het eerst naar zichzelf vernoemde. Als statement vooral, omdat ze de vreselijke ziekte overwonnen had, maar ook omdat zij zelf en de vergankelijkheid van het leven de centrale thema’s zijn. De smaakvolle, stemmige akoestische arrangementen staan daarbij louter ten dienste van haar gebroken stem, die tegelijk krachtiger klinkt dan ooit.

6. Simon Joyner :: Pocket Moon.

img_20191229_230516523

Achttien platen ver staat Simon Joyner sinds hij in 1993 debuteerde. In al die tijd ben ik geen enkele keer in de catalogus van Joyner gedoken. Ik kwam zijn naam nochtans regelmatig tegen in de recensie-afdelingen van de gedrukte en de digitale muziektijdschriften en op de concertkalenders van onze Belgische live-clubs. Dat ik nu toch ‘Pocket moon’ kocht, was louter te danken aan de prachtige hoes, waarop Joyner zijn karakterkop (die wat aan Michael Stipe ten tijde van ‘Automatic for the people’ doet denken) verweesd naar de cameralens staart. Of misschien staart hij wel naar kunstschilder Jan Van Eyck, die hem portretteert. Wat heb ik al die tijd toch gemist? Wat gaat er toch allemaal om in dat warhoofd van me, dat ik in de loop der jaren stapels overbodige platen kocht, maar nooit eens eentje van Joyner. Mij komt hij op ‘Pocket moon’ over als een muzikale erfgenaam van Townes Van Zandt, en dan vooral diens donkere kant. De geest van Van Zandt spookt duidelijk hoorbaar rond in de huiveringwekkende hoogtepunten ‘Tongue of a child’ en ‘Time slows down in dreams’, dat een neefje is van Van Zandts ‘Waiting around to die’. Wie zijn folkplaten graag authentiek, geblutst en aardedonker heeft, kan dus gerust bij Simon Joyner terecht. Maar vermits ik hem al een kwarteeuw genegeerd heb, zal ik wellicht de enige mens ter wereld geweest zijn die tot nog toe geen enkele plaat van Simon Joyner in de kast had staan.

5. Will Johnson :: Wire Mountain.

img_20191229_225922871

Hij maakte zichzelf ruim twintig jaar geleden al onsterfelijk met Centro-matic en in het begin van deze eeuw met South San Gabriel, maar met ‘Wire mountain’ gooit indie-folkrock-held Will Johnson er nog een carriere-hoogtepunt bovenop. Niet dat velen er zullen van wakker liggen. Johnson blijft ondanks een hele reeks fascinerende platen een cultfiguur. Ook het in prikkeldraad gewikkelde ‘Wire mountain’ zal daar niets aan veranderen. Johnsons stevige rocksongs en spookachtige folkliederen zijn dan ook niet bedoeld voor de grote massa, maar voor rusteloze, constant piekerende zielen zoals ik, wier gedachtenstroom ook in een onontwarbaar kluwen van prikkeldraad gewikkeld zit.

4. Purple Mountains :: Purple Mountains.

img_20191229_225945218

Tien jaar lang had Silver Jews-brein David Berman zich teruggetrokken uit de muziek. En plots was hij deze zomer terug met een nieuwe plaat onder de nieuwe moniker Purple Mountains. Niets aan de verbeelding overlatende songtitels als ‘All my happiness is gone’, ‘I loved being my mother’s son’, de suïcidale toon van alle songteksten en zijn levensmoeë zang deden mijn wenkbrauwen fronsen en voorspelden niet veel goeds. Enkele weken na de release van de plaat verscheen dan het onthutsende, doch niet zo verbazende nieuws dat Berman zelfmoord had gepleegd. Had niemand van de meewerkende muzikanten op ‘Purple mountains’ of vrienden en familie nu echt niet door wat Berman van plan was? Wilden ze het niet zien of horen? Alles wees er nochtans klaar en duidelijk op. Er was eerder dit jaar al de noodkreet dat hij tot over zijn oren in de schulden zat en vervolgens kwam deze nieuwe plaat, waarop hij zo goed als letterlijk zong dat hij levensmoe was. Bovendien had hij in het begin van de eeuw al eens een zelfmoordpoging ondernomen. En toch verklaarde platenfirma Drag City kurkdroog dat “niemand het had zien aankomen”. Zijn we nu met z’n allen vanwege onze smartphones zo onverschillig geworden dat we dergelijke duidelijke signalen niet meer herkennen? Echt waar, ik begrijp er niks van. Dit is een zelfmoord die men had kunnen en moeten voorkomen. Doodzonde is het, als je het magnifieke ‘Purple mountains’ beluistert. David Berman schonk de wereld hiermee zijn mooiste tien juweeltjes die hij nog gauw maakte alvorens het licht eigenhandig definitief uit te doen.

3. Tyler Ramsey :: For The Morning.

img_20191229_225832541

Singer-songwriter en gitarist Tyler Ramsey had het zo druk tijdens zijn periode bij het succesvolle Band Of Horses, dat hij sinds 2011 niet meer de tijd gevonden had om een nieuwe soloplaat op te nemen. Na de release van de laatste Band Of Horses-plaat ‘Why are you OK’ uit 2017, verliet Ramsey de vertrouwde Paardenstal om zich met zijn gezin diep in de bossen van Asheville, North Carolina terug te trekken. In alle rust werkte hij er aan zijn vierde soloplaat, die in de lente van dit jaar onopvallend en haast ongemerkt tussen de paaseieren verstopt lag. Op de hoes zien we Ramsey samen met zijn hond op wandel in het ruwe berglandschap van zijn biotoop. Een hoes, die me bizar genoeg doet denken aan de hoes van ‘Abbey road’. Vervang George Harrison door Tyler Ramsey, en niemand zou het verschil merken. Maar dit geheel terzijde, want ‘For the morning’ heeft verder bitter weinig gemeen met die oerklassieker van The Beatles, al is Ramsey een even begenadigde gitarist als Harrison. Luister maar eens naar het monumentale ‘Firewood’, dat klinkt zoals z’n titel doet vermoeden en voorafgegaan wordt door het al even indrukwekkende instrumentale ‘Darkest clouds’, en spreek me dan maar eens tegen. Nu biedt ‘For the morning’ wat mij betreft geen enkel zwak moment, maar dit magistrale tweeluik is het allermooiste dat ik dit jaar gehoord heb.

2. Daniel Norgren :: Wooh Dang.

img_20191229_225808812

Diep in de Zweedse wouden woont singer-songwriter Daniel Norgren in een, naar ik vermoed, vervallen hoeve. Ergens in een donkere hoek van een kamer staat een in spinnenrag gehulde, dronken piano, waarvan het klavier een aantal toetsen ontbreekt. De stoffige, versleten akoestische gitaar en verroeste banjo, die beiden een paar snaren ontbreken, doen vermoeden dat Norgren ze per toeval tijdens het uitmesten van zijn hooizolder vond. Om er de eenzaamheid en de tijd te doden, nodigt Norgren af en toe een handvol vrienden uit om samen met hem wat krakkemikkige, afgebladderde folk- en blues-liederen te componeren en op te nemen. Haast is er niet, want in deze woeste omgeving met zijn grillige natuurelementen wagen platenfirmalui zich niet. Er wordt gemusiceerd in de maat van de seizoenen, en dus duurde het maar liefst vier lange jaren eer de sfeervolle opvolger van ‘Alabursy’ en ‘The green stone’ het daglicht zag. Net als op die platen hoor je op ‘Wooh dang’ ook nu weer in de achtergrond het gekraak van de vermolmde houten vloer. Het zijn ongetwijfeld de ronddolende geesten van de vroegere, reeds lang overleden bewoners van de hoeve, wier vergeelde zwart-wit foto’s nog schots en scheef aan de muren hangen. Misschien is het allemaal de schuld van mijn pillen, maar een bevreemdende, wonderlijke americana-plaat als ‘Wooh dang’ doet in ieder geval wat met een mens.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.