“Alles is kapot, Roen, ‘t is erg als g’het ziet. Ik heb mijn eigen wat aangedaan met die kolos hier een heel week in huis los te laten voor de opnames van zijn nieuwe cd. Telkens Solomon hier ook maar één stap durfde te zetten viel er wel iets uit en van de kasten. Resultaat: ons Julie haar schoonste serviezen, die ze nog van haar grootmoeder erfde, om zeep. Zelfs onze stenen vloer vertoont hier en daar zorgwekkende scheuren. Om nog maar van de trappen en de vloer van de bovenverdieping te zwijgen! De trappen zijn levensgevaarlijk geworden en beneden hebben we het plafond voorlopig met zware balken moeten stutten. En telkens Solomon uithaalde met die krachtige Stem van hem viel wel ergens in huis het glas uit de ramen of uit de vitrinekasten aan diggelen. Ons Julie kon er op den duur niet meer mee lachen, man: telkens Solomon in een zetel of op een stoel plofte, zakte hij er meteen door; net als in het bed op de logeerkamer. Enfin, het heeft me ons huis en onze huisraad gekost, maar het muzikale resultaat compenseert dit alles gelukkig! Dankzij de ijzersterke cd die ‘Nashville’ geworden is, kunnen we gelukkig nog met onze eigen miserie lachen! Enfin, copain Roen, tot nog eens; dit telefoontje zal u zo al genoeg kosten. Stuur me de rekening maar door hoor Roen; dat telefoonfactuurtje zal het verschil niet meer maken. En daarbij: van ‘Nashville’ verwacht ik niets minder dan dat er ettelijke miljoenen exemplaren van zullen verkocht worden en dat we er de ene na de andere award mee in de wacht zullen slepen. De groeten aan uw verrukkelijke madam en de klein eh Roen! We zien jullie volgende zomer wel op onze jaarlijkse barbecue?” “Natuurlijk Buddy, copain! Moest uw huis instorten: ge weet mij wonen eh man… Jij en Julie zijn hier ook altijd welkom, this side of den Bosberg! Saluukes eh Buddy, copain! Kusjes aan Julie! Bye!” Jaja beste bloglezers… krijg dat maar eens in huis; zo’n kolossaal zwaargewicht als Solomon Burke. In ieder geval moet het daar toch zéér gezellig geweest zijn ten huize Buddy & Julie Miller tijdens de opnames van Burke’s nieuwe cd ‘Nashville’. Dat hoor je meteen vanaf de schitterende openingstrack ‘That’s how I got to Memphis’ waarin de krachtige, door merg en been snijdende stem van Burke frontaal en rauw in de mix gezet werd, waardoor het lijkt alsof Burke het nummer live midden in je huiskamer staat, euh, zít te croonen. Ergens achter het omvangrijke lijf van Solomon Burke toveren Buddy Miller en Byron House onopvallend spaarzame warme klanken uit hun akoestische gitaar en staande bas. Zoiets noem ik nu nog eens indrukwekkend beginnen zie! Wie denkt dat hiermee de toon is gezet voor een uurtje rustig kabbelende countrysoul en zich daarom dan maar in de beste zetel nestelt, komt bedrogen uit. Met de daaropvolgende energieke countrysoul van ‘Seems like you’re gonna take me back’ van Jim Lauderdale zet Solomon Burke met behulp van enkele vurige backing zangeressen de boel immers meteen in vuur en vlam. Het opzwepende ‘Ain’t got you’, bijna 20 jaar geleden de openingstrack op Bruce Springsteen’s ‘Tunnel of love’, werpt even later echter nog wat méér olie op het vuur. De aanstekelijke fiddle van Sam Bush, de dwingende accordeon van Phil Madeira en de zwierige dobro van Al Perkins zitten Burke gedurende het hele nummer op de hielen en porren hem aan tot zangprestaties waarvan hij zelf allicht dacht dat hij ze nooit meer uit zijn talrijke vetplooien zou geknepen krijgen. Burke is, getuige de algemene hilariteit van de muzikanten vlak na dit waanzinnige hoogtepunt, duidelijk zwaar in het rood gegaan en kan een welgemeend “What the heck was goin’ on in this place here” niet onderdrukken. Dit korte hilarische intermezzo doet je beseffen dat het eigelijk doodjammer is dat men bij deze release niet een extra-dvd heeft toegevoegd met de opnamesessies van deze cd. Het spetterende muzikale vuurwerk van ‘Seems like you’re gonna take me back’ en ‘Ain’t got you’ wordt gelukkig afgewisseld met enkele hemelse, kalme duetten. Zo is ‘Tomorrow is forever’ met Dolly Parton nog eens een lekkere ouderwets romantische tegelplakker. Ideaal dus om uw madam nog eens stevig tegen uwe gillet te trekken. En de ontroerende mountainsongs ‘Valley of tears’ (van en met Gillian Welch) en ‘Up to the mountain’ (van en met Patty Griffin) groeien dankzij het inlevingsvermogen en de meeslepende zang van Burke vér boven zichzelf uit. Alweer: in-druk-wek-kend! Het is echter niemand minder dan Emmylou Harris die met ‘We’re gonna hold on’ tekent voor het indrukwekkendste duet van de plaat en hiermee in één moeite haar beste zangprestatie in jaren neerzet. De laatste jaren verleende Emmylou Harris haar vocalen immers te pas en te onpas aan te véél matige songs van artiesten die Emmylou Harris alléén maar gebruikten als extra-verkoopsargument voor hun cd. Jazeker, ik heb het onder andere tegen ú daar, meneer Conor ‘Bright Eyes’ Oberst! Zelfs haar zang op de uitstekende duetplaat ‘All the roadrunning’ met Mark Knopfler van eerder dit jaar verbleekt bij haar prestatie in dit ene nummer hier. Deze samenwerking met Solomon Burke werkte hoorbaar bevrijdend voor Harris, terwijl haar ontelbare gastbijdrages van de laatste jaren eerder aanvoelden als het zoveelste verplichte nummertje op rij. Kakt deze cd dan nooit eens een keertje in? Welnee; om het met het Nederlandse jaren ’80 one hit wonder Man te zeggen: “Het gaat maar door. Ongelofelijk! Het gaat maar door”. Zo blijkt de op zich al niet misselijke countryblues van ‘Honey where’s the money gone’ nog maar het opstapje voor het doorleefd gecroonde ‘Atta way to go’, dat meteen daarna ook alweer overtroffen wordt door de monumentale hemelreikende gospelsong ‘Millionaire’. En Budd U merkt het beste bloglezers, ik ben nog geen beetje onder de indruk van de countrysoul-plaat grand cru die ‘Nashville’ geworden is. Niet in het allerminst dankzij de minzame producer Buddy Miller die voor de opnames van de plaat zelfs zijn huis ter beschikking stelde waardoor Solomon Burke in de allerbeste omstandigheden en in alle vrijheid zijn ding kon doen. In die ontspannen sfeer kwam duidelijk hoorbaar het beste bij de betrokken muzikanten naar boven, waardoor ook de songs boven zichzelf uitstegen. Die ongedwongen manier van werken zorgde ervoor dat ‘Nashville’ een nog bétere plaat geworden is dan Burke’s fenomenale comebackplaat ‘Don’t give up on me’ uit 2002. Goede wijn behoeft geen krans, maar weet dat u met ‘Nashville’ van Solomon Burke het muzikale equivalent van een Château Petrus van een goed jaar in huis haalt. En dat voor ocharme 15 euro! Santé! 9,5/10Gisteren mijn goeie copain Buddy Miller nog aan de telefoon gehad. We hadden het uiteraard over zijn produktiewerk voor ‘Nashville’, de nieuwe cd van Solomon ‘The Bishop of Soul’ Burke die ten huize Buddy & Julie Miller opgenomen werd. Naarmate ons gesprek vorderde begon Buddy – ik mag Buddy zeggen – echter steeds meer zijn hart te luchten. Buddy wist mij namelijk te vertellen dat zijn huis zowat gesloopt werd door de passage van Orkaan Solomon:
y & Julie Miller hun mond moet zowat synchroon van bewondering opengevallen zijn toen Solomon Burke hun eigen ‘Does my ring burn your finger’ middels een krachtige injectie Soul naar een hoger niveau uittilde. Bij het strak swingende ‘You’re the kind of trouble’, een duet van Burke met Patty Loveless, heb je het dan weer gevoel dat de perfecte tandem Burke-Loveless zelfs de Draak ‘Paradise by the dashboard light’ zou kunnen omtoveren in een magistrale song. In de met strijkers versierde hemelse countryballad ‘Til I get it right’ tenslotte, haalt Solomon Burke nog een allerlaatste keer fenomenaal uit door zich berustend, doorleefd en onstpannen doorheen het nummer te croonen. Het had zo maar een afsluiter kunnen zijn op één van de cd’s uit de ‘American Recordings’-reeks van Johnny Cash.
2 gedachten over “CD – SOLOMON BURKE : Nashville”
Reacties zijn gesloten.
is een leuk blogje,wens u een aangename dag,vele groetjesxxx
LikeLike
voor uw bezoekje,vele groetjesxxx
LikeLike