CONCERT Elliott Murphy, Mechelen 16/11/2007

Elliott Murphy Mechelen
 

Vijf jaar geleden overleefde ik op miraculeuze wijze een spectaculaire val. Ieder normaal mens zou morsdood te pletter geslagen zijn tegen de rotsen in de Semois na zo’n val; daar ben ik zeker van. Maar ik niet. God vond namelijk – Hij had ongetwijfeld een rancuneuze dag die dag – dat ik boete moest doen voor de veel te vette jaren voor de Val. Niet dat Hij ongelijk had, overigens. De jaren voor de Val was ik immers een onuitstaanbare, arrogante, onmenselijke klootzak met een ongelooflijk grote muil. Ik dacht dat ik onsterfelijk was. Ik had het bovendien, op vrij jonge leeftijd, gemaakt in het leven. Ik dacht dat niets mij nog kon overkomen. Ik waande me in die dagen 24 uur op 24 op de top van de allerhoogste berg. Om zo ver te geraken was enige gatlikkerij op professioneel gebied mij niet vreemd.

En hoe gaat dat met onuitstaanbare, arrogante, onmenselijke klootzaken met te grote muilen? Die hebben hopen vrienden. Niet zozeer omdat ze onuitstaanbare, arrogante, onmenselijke klootzakken met te grote muilen zijn. Nee, onuitstaanbare, arrogante, onmenselijke klootzakken met te grote muilen hebben macht en geld. Ik dwong vriendschap en respect af door mijn rijkdom te delen met mijn zogenaamde vrienden. Mijn macht gebruikte ik door kennissen een job te bezorgen, waardoor het vrienden werden.  Ik herinner me mijn decadente verjaardagsfeestjes en tuinfeesten uit die tijd nog maar al te goed. Het kon niet op. Het kon niet genoeg zijn. Het moest altijd groter en méér, méér, méér. Meer was nog niet genoeg. Dat frustreerde me enorm. En nu, 5 jaar later, zijn ze wég, die zogenaamde vrienden van destijds. Logisch, want na de Val was er plots geen rijkdom meer en al zeker geen macht. “Zie hem daar nu zitten, dat zielige hoopje mens“, moeten ze gedacht hebben nadat ze mij een laatste keer hadden bezocht. “Hij verdient niet beter”, zullen sommigen ook ongetwijfeld hardop gezegd hebben om zodoende eindelijk eens hun hart te luchten. Een jaar na mijn Val aanschouwde ik het slagveld. Ik realiseerde me dat de échte, waardevolle vrienden waren overgebleven. Het waren er welgeteld vijf. Van die vijf zie ik er nu nog drie op zeer regelmatige basis. Voor die andere twee ben ik de laatste jaren geen goeie vriend geweest.  Of zijn we mekaar misschien domweg ontgroeid? In ieder geval zijn die drie resterende vrienden de meest fantástische vrienden die je je maar kunt voorstellen. Mijn dank is onmetelijk groot dat ze, ondanks al mijn tekortkomingen, onhebbelijkheden en eindeloze gezaag, nog steeds mijn vrienden willen zijn. Zonder hen zou ik het niet overleven. Ze hebben opnieuw een mens van me gemaakt. Een rustiger, kalmer mens. Ondanks de psychische en psychologische problemen die ik nu ken. De drukdoende grote muil die ik ooit was is aan die geknakte boom in de afgrond blijven bungelen, en gelukkig maar.

Gisteren gingen Natascha en ik met 2 van die 3 vrienden, Sandra en Chris, naar Mechelen. Mechelen. Uitgerekend Mechelen, oord van verderf, dat ik 11 jaar geleden vervloekte. Ik zwoer er nooit nog één voet te zetten. Iets wat me tot voor gisteren vrij aardig gelukt was. Gedurende 11 jaar wist ik Mechelen handig en op slinkse wijze te mijden. Ik ging er bewust in een boog omheen. Maar gisteren kon ik er niet meer onderuit. Ik moest terug naar die stad waar ik gedurende 3 jaar de ene illusie na de andere in diggelen zag slaan. Ik keek er niet bepaald naar uit. Het voelde aan alsof ik naar de gevangenis geleid werd. Toen we gisteravond door Mechelen reden zag ik de donkere silhouetten van verdoemde gebouwen uit het verleden. Ik keek mijn demonen recht in de ogen en stapte uit. Mijn eerste voetstap in 11 jaar deed Mechelen op zijn grondvesten daveren. “Zo moet Neil Armstrong zich ook gevoeld hebben, toen, die keer op de Maan“, dacht ik. Maar dat was niet de enige reden waarom we naar Mechelen gekomen waren. Of toch wel? Achteraf bekeken, hadden we misschien alle 4 onze reden om naar Mechelen te gaan. Ik, om er eindelijk voorgoed af te rekenen met mijn demonen. Sandra, om er klokslag middernacht de Nederlandstalige versie van het nieuwe Harry Potter boek te kopen. En Natascha en Chris om ons hierin te steunen en te begeleiden.

Toch liep niet alles op rolletjes. Tja, tenslotte was dit Mechelen nietwaar. Terwijl we op zoek waren naar een eetgelegenheid zag ik dat de spoken uit het verleden zich hoog in de Sint-Romboutstoren hadden gehergroepeerd. Ik vreesde een laatste ultieme wanhoopsaanval. Nog één ultieme poging om me voorgoed te nekken. Mijn vrees bleek gegrond, want terwijl we rustig van onze overheerlijke maaltijd zaten te genieten, sloegen ze toe, die verrekte kwelduivels uit het verleden. Terwijl ik mijn knorrende maag met een veel te grote portie frieten, steak, champignonroomsaus en groentjes voedde, voelde ik de bad vibes intenser worden, maar ik trok me er niets van aan. Ik deed alsof ze lucht voor me waren. Totdat ik me hevig verslikte in een gigantische friet. Ik begon te kokhalzen, zocht en vond geen lucht meer, vluchtte naar buiten, voelde mezelf purper, groen en wit tegelijk uitslaan. Eénmaal buiten, verjoeg ik ze, die verdomde friet. En in één moeite ook mijn demonen uit het verleden. Ik daverde nog na van het hele gebeuren, maar ik ging met opgeheven hoofd terug naar binnen om de rest van mijn rijkelijke maaltijd te verorberen. Wat dachten ze immers wel, die verdomde kwelduivels uit het verleden? Dat ze mij zouden kunnen verslaan met een onnozele friet? Ik, die vijf jaar geleden een Dodenval overleefd had, zou nu doodgaan vanwege een stomme friet ?! Ja, dág Jan, Piet, Joris én Corneel!

Na het overheerlijke maal, constateerden we dat we nog wel wat tijd over hadden alvorens Sandra het nieuwe Harry Potter boek kon kopen, en om de tijd te doden gingen we naar de poepsjieke Mechelse Stadsschouwburg waar Elliott Murphy & The Normandy All Stars concerteerden. Maar dat verslag kon u hier gisteren al lezen. Het opnieuw schrijven zou maar al te belachelijk zijn. Belangrijker is dat het doel van onze reis om klokslag middernacht eindelijk bereikt was: Sandra had als tweede haar Harry Potter boek. In een wondermooie Harry Potter zak nog wel, waarop ik best wel jaloers was. Ik had ook best wel zo’n mooie zak gewild. Maar ik heb niets meer te willen in dit leven. Ik heb zo al genoeg gewild in het verleden. Ik gun Sandra haar Harry Potter boek en Harry Potter zak dan ook van harte en ik hoop dat ze er nog veel plezier mag aan beleven. Zij verdient dat immers.

Elliott Murphy – You Never Know What You’re In For

Getting late they were spaced just a trace
Of the old coming down
Ancient fun one and one he said someday
We’ll leave this town
But magazines glamour scenes in betweens
Had him nailed to the ground
And the sounds still waiting to be found

And we are all junkies, pushers, pimps and hookers
You never know what you’re in for
And you can shake it, try to forsake it
But you know you’re gonna take it
You never know what you’re in for

By the time he was 29 there were signs of an old melody
He tried to list what he missed just a kiss
Was it real or TV
Find a way make it pay you can say a rehearsed passion play
Everyday, everyday

And we’re all junkies pushers, pimps and hookers
You never know what you’re in for
And you can shake it, try to forsake it
But you know you’re gonna take it
You never know what you’re in for

But anyway he said hey I’m gonna stay Baby Please don’t cry
It’s just rough to stay tough full of lust and Be a walking hi fi
I see you and I’m through with that god
Who demands such a lie But you gotta get by
And we’ll get by

And we are all junkies, pushers, pimps and pushers
You never know what you’re in for
And you can shake it, try to forsake it
But you know you’re gonna take it
You never know what you’re in for

8 gedachten over “CONCERT Elliott Murphy, Mechelen 16/11/2007

  1. ik heb in dit verhaal (na eerdere pogingen in vorige verhalen) in ieder geval dé 3 allesbepalende mijlpalen uit mijn leven proberen te gieten:

    1) 3 jaar niets dan frustratie en desillusies tijdens mijn studietijd aan De Ham Hogeschool in Mechelen in de periode 1993-1996. Het was een verkeerde studiekeuze in de verkeerde school in de verkeerde stad. Maar in al mijn koppigheid bleef ik volharden in de boosheid tot ik met mijn kop tegen de muur liep.
    2) mijn blitzcarrière in het bankwezen in de periode 1996-2002, hetgeen in 2001 ook een desillusie opleverde tgv een collectief ontslag.
    3) mijn ongeval einde maart 2002.

    en de boer, hij ploegde voort.
    roen

    Like

  2. Amai Roen… Knap verhaal. Ik werd er stil van.. en dan heb ik het natuurlijk NIEt over je veeg uit de pan naar Elliott of course eh..

    Goh.. ja, knap en aangrijpend verhaal en ook supergoe geschreven. Maar ik heb hier al is wat op je ranch rondgelopen, en ja, ge kunt goed schrijven!

    Zeg: je zat in De Ham Hogeschool tussen ’93-’96. Wel ik ook…
    Wie weet kennen we elkaar wel zonder het te beseffen..

    Like

  3. Wauw roeneke, ben er ook sprakeloos van, en zoveel mooie woorden in onze richting, bedankt, al is het niet zo knap uitgedrukt als jij kan …

    Like

  4. Drie goede vrienden is veel, Roen. Koester ze.
    En natuurlijk zijn er ook nog je cybervrienden.

    Like

  5. voor de fijne reacties allemaal.

    @markec:
    Bedankt voor het compliment. Toch moet ik toegeven dat het schrijven vroeger vloeiender ging. Die verdomde pillen vreten aan mijn inspiratie en creativiteit. Wat De Ham betreft: wie weet… it’s a small world, en we zater er in dezelfde periode; wat een toeval! Ik volgde er communicatiemanagement, optie pers & voorlichting. Thiry, Hellemans en Duponcheele waren de enige docenten die mij begrepen en waarmee ik overweg kon. Misschien ken(de) jij ze ook wel. Was je mee tijdens de Berlijnreis, januari 1996?

    @ Sandraake:
    Logische woorden, vooral. Bovendien is jullie goedheid niet in woorden te vatten. Ik deed slechts een knullige poging. Jullie zijn gewoon té goed voor ons. Laat gerust eens weten wanneer Chris duif met een wijnsausje wilt komen eten!

    @ Peerke:
    Ik weet het, Peerke. Deze 3 (soms 5) zijn me ontelbare keren meer waard dan de 300 die “verdwenen” zijn. En natuurlijk betekenen ook de “cybervrienden” heel wat voor me. Zij waren de laatste jaren een “vlucht” om mijn dagelijkse miserie te kunnen vergeten. Ook hen ben ik daarvoor dankbaar. Al realiseer ik me natuurlijk wel dat ik ook, vanwege mijn vele op zijn zachtst gezegd scherpe uitspraken in het verleden, vele vijanden in de cyberwereld gemaakt heb.

    Like

  6. ik reageer met vertraging, vanwege mijn zoveelste Mechelen-verhaal.
    Het is niet echt ‘mijn’ verhaal maar hier en daar stonden (staan) de sporen ervan tussen mijn blogwoorden.
    Het had ook een andere stad kunnen zijn.
    Veel sterkte, Roen.

    Like

Reacties zijn gesloten.