JOHN LEE HOOKER – Boom Boom
In de periode 1989-1991 heerste er een kortstondige, maar hevige blues revival, waardoor er plots blues singles in de BRT Top 30 en de Nederlandse Top 40 genoteerd stonden. Als hairmetal freak stampte ik met de hakken van mijn cowboyboots heftig mee op het ritme van die blues hype (ik dacht toen écht dat ‘Every rose hat its thorn’ van Poison een superieure bluessong was) en ik kocht me in die periode enkele van die blues millionsellers, waarvan de meeste op MC (vanwege bijna de helft goedkoper dan de LP’s en zeker de helft goedkoper dan de CD‘s) zoals ‘The healer’ van John Lee Hooker, ‘Still got the blues’ van Gary Moore, ‘Nick of time’ en ‘Luck of the draw’ van Bonnie Raitt, ‘In step’ van Stevie Ray Vaughan and Double Trouble en het wreed onderschatte ‘Stranger in this town’ van Bon Jovi gitarist Richie Sambora. Ook van ‘Let love rule’ van Lenny Kravitz, ’Steel wheels’ van The Rolling Stones en de platen van Guns N’ Roses was ik er toen van overtuigd dat het bluesplaten waren, en dat waren ze tot op zekere hoogte ook wel. Hoewel die blueshype eind 1992 al lang weer overgewaaid was en ik me toen zoals iedereen liet meedrijven met de grunge golf, kocht ik toen mijn voorlopig laatste bluesplaat: ‘Boom boom’ van John Lee Hooker. Dat was de schuld van (pdw) die er even voordien een rave review in Humo over geschreven had. Maar het was pas toen hij de plaat ook nog eens op nr.5 van zijn eindejaarslijstje van 1992 zette (na ‘Kiko’ van Los Lobos en voor ‘Copper blue’ van Sugar) dat ik me de cd tijdens een dagje kerst shoppen in de Brusselse Fnac kocht. Na een halve luisterbeurt vond ik het een miskoop, legde ik opnieuw ’Dirt’ van Alice In Chains (of iets dergelijks met laaggestemde gitaren van langharig werkschuw tuig uit dat grijze grunge tijdperk) in de cd speler, en ’Boom boom’ bleef jarenlang onaangeroerd in de kast. Tot Elliott Murphy september 2005 zijn bluesplaat ‘Murphy gets muddy’ uitbracht. Een slecht idee van Elliott, want zijn blues variant klonk maar magertjes en viel maar bleekjes uit tegenover the real thing. Maar dankzij Elliott z’n mislukte blues project ging ik dat jaar zelfs naar het plaatselijke Pajot Blues festival en herontdekte ik mijn jarenlang verwaarloosde bluesplaten. En belangrijker: bijna 13 jaar na de aankoop ontdekte ik eindelijk ‘Boom boom’ van John Lee Hooker in mijn bloedeigen platenkast. Ik herkende meteen het titelnummer, want dat werd in de jaren ‘90 gebruikt als begintune van één of ander bluesprogramma op de nationale radio. Ik weet echter niet meer of het de begintune was van ‘Bluestown’ op Studio Brussel of van een bluesprogramma op Radio 2. Wie het nog weet, mag het me altijd in de comments laten weten, want het heeft me de laatste jaren al ettelijke slapeloze nachten bezorgd. Het enige genreprogramma dat ik in de jaren ‘90 overigens beluisterde was ‘Metalopolis’ op Studio Brussel, gepresenteerd door de lekkere nachtzuster Mies Meulders (ook wel als Lolita Lama van De Lama’s gekend in die tijd). Verder lieten de funky dansritmes van ‘Soulstreet’ me koud, het wereldmuziek gejammer van ‘Coco Cité’ bezorgde me hoofdpijn en van het hersenloze geboenk van ’Teknoville’ op vrijdagavond verkrampten mijn kloten tot ze er groen, paars en geel tegelijk van uitsloegen (maar dat kan ook aan het hevige gezuig eraan van mijn madam gelegen hebben). ‘Bluestown’ stond wel regelmatig op, maar diende slechts als geluidsbehang tijdens het neuken. Ach ja, wat wil je; ik was nog jong en wild in die tijd en dacht slechts aan 3 dingen: sex, sex & rock ‘n roll. Maar ik wijk af. Ik had het erover dat ik in 2005 dankzij Elliott Murphy eindelijk ‘Boom boom’ van John Lee Hooker ontdekte, terwijl die cd al ettelijke jaren lag weg te rotten op mijn cd planken. (pdw) had destijds gelijk met zijn lovende recensie, besefte ik nadat ik die recensie herlezen had. Sindsdien beluister ik ‘Boom boom’ met de regelmaat van de klok en eigenlijk is het nu mijn favoriete zaterdagavondplaat. Tja, ik ben dan ook al stokoud en versleten waardoor ik op zaterdagavond nog nét een oude, doch vitale John Lee Hooker aankan in tegenstelling tot moderne stuiterende dance- of rockplaten. Het is in ieder geval een energieke, compacte bluesplaat en de meest consistente Hooker plaat die ik ken en ze staat terecht op nr.99 nu van mijn persoonlijke Album Top 100 aller tijden. Voor ‘Boom boom’ liet Hooker zich overigens muzikaal bijstaan door de klasbakken Charlie Musselwhite, Albert Collins, Jimmie Vaughan en de destijds door puristen onterecht verguisde Robert Cray, schreef hij 6 nieuwe uitstekende songs en herwerkte hij met ‘Boom boom’, ‘Sugar mama’, ‘Bottle up and go’ en ‘I’m bad like Jesse James’ 4 van zijn eigen oude klassiekers. Die laatste is meteen mijn favoriete song van de cd en is hier te beluisteren:
http://static.boomp3.com/player.swf?song=c0bdr6cmz_f
Boomp3.com
En hier is een schitterende live versie uit 1966 van het titelnummer:
Ik vind het persoonlijk zalig om zelf zo een soort van nummers te spelen… Gewoon wat jammen op mn gitaar
LikeLike
Nu weet ik waar Mieke Vogels haar inspiratie haalde voor haar Boem-Boem campagne !
LikeLike
@ Sam:
Daar waag ik mij ook nog aan op mijn oude versleten gitaar.
@ Mie:
Foei Mie! Zo’n schunnige gedachten had ik nooit van jou verwacht! Dat verdient een stevig pak billenkoek!
LikeLike