De man met de post moderne gitaar

PETER CASE – The Man With The Blue Post Modern Fragmented Neo-Traditionalist Guitar

Nr.93 Peter Case

It was 1989, my thoughts were short my hair was long. Caught somewhere between a boy and a man. She was seventeen and she was far from in-between. It was summertime in Halle.

Om maar te zeggen dat mijn leven niet zoveel verschilde met dat van Kid Rock in 1989. Zelfs mijn meisje was 17 en far from in-between, terwijl ik slechts 15 was. Lang heeft dat jammer genoeg niet mogen duren, want zij was natuurlijk zeer gegeerd bij oudere jongens. Hoewel mijn schoolvrienden me uitlachten toen het gedaan was, had ik het toch maar klaargespeeld om een 2 jaar ouder lekker wijf gedurende enkele weken binnen te doen. Tenzij mijn idiote gedrag, verraadde verder dan ook niets dat ik slechts 15 was. Ik was groot voor mijn leeftijd en ook door mijn lange haren en afgetrainde lichaam leek ik ouder. Maar dat my thoughts desalniettemin short waren, was een feit. Samen met mijn copain R. sjeesde ik met mijn fiets als een losgeslagen idioot door de verkeersvrije winkelstraten van Halle, ondertussen dromend van een Harley Davidson en luisterend op mijn walkman naar ondermeer ‘Sweet child o’ mine’ en ‘Paradise city’ van Guns N’ Roses, ‘Youth gone wild’ en ‘18 and life’ van Skid Row, ‘Fallen angel’ en ‘Every rose has its thorn’ van Poison, ’Rag doll’ en ‘Love in an elevator’ van Aerosmith’, ’Stranger than paradise’ van Sleeze Beez en ‘Poison’ en ’Bed of nails’ van Alice Cooper’. Songs die ik allemaal kende van MTV’s Headbanger’s Ball, The American Top 20 Video Countdown’ (met Adam Curry!), de beruchte Veronica vrijdagavond radioprogramma’s ‘Stenders & Van Inkel’ en ‘Countdown Café’ en het Veronica tv muziekprogramma ‘Countdown’. Nog een favoriet Veronica tv programma in die tijd was ‘De Pin Up club’, maar dat had, hoewel Tatjana er soms in optrad, weinig met muziek te maken. Of toch? Tenslotte klonk de zwoele stem van Wendy Van Wanten me ook als muziek in de oren telkens zij in niets verhullende doorzichtige sexy lingerie haar fanmail voorlas.

Tijdens mijn weinige heldere momenten durfde ik ook wel eens naar de “serieuze” muziek van toen luisteren. Studio Brussel begon stilaan in te burgeren en een eigen gezicht te krijgen, maar het probleem was dat de zender toen nog geen 24u op 24 uitzond. In ‘De Afrekening’ vielen in 1989 tussen Clouseau (’Daar gaat ze‘), De Kreuners (’Verliefd op Chris Lomme‘), Soulsister (’The way to your heart’) en The Bangles (’Eternal flame’), vooral de singles van The Smithereens (’A girl like you‘), Elvis Costello (’Veronica‘), REM (’Orange crush‘, ‘Stand‘), Pixies (’Monkey gone to heaven’), Paul McCartney (’My brave face‘), Beautiful South (’Song for whoever‘) me vooral op. In het najaar van 1989 dook er dan plots vanuit het niets een artiest op die mijn muziekbeleving pas echt door mekaar schudde. Maar over hem heb ik het andere keer, want die plaat staat verderop in mijn album top 100 genoteerd. In ieder geval wilde ik dankzij die plaat meer van dat soort “serieuze” muziek horen, en zo ontdekte ik in de loop van 1990 de plaatselijke mediatheek. Veel stelde die toen nog niet voor, maar simultaan met hun collectie groeide ook mijn collectie cassettes gestaag. Honderden LP’s en cd’s heb ik in de periode 1990-1995 van de Halse mediatheek ontleend en gekopieerd op cassettes. Later, toen mijn koopkracht het toeliet, heb ik me van de meeste van die dingen een legale kopie aangeschaft, waardoor die honderden cassettes nu al jaren liggen te verkommeren in dozen op de hooizolder van mijn ranch. Toen ik in 2004 nog eens in die dozen zat te rommelen, stuitte ik plots op de cassette met daarop de vergeten klassieker ’The man with the blue post modern fragmented neo-traditionalist guitar’ van Peter Case uit 1989. Die cd had ik me in 1994 na de dood van Kurt Cobain gehuurd. Ik zat toen in een periode waarin ik haast niets anders dan cd’s van singer songwriters beluisterde. Zij waren dan ook de enigen waarbij ik toen troost vond voor mijn verdriet van de dood van mijn muzikale God. Via het cassetje met daarop ‘TMWTBPMFNTG’ (ik ga die titel écht geen tweede keer meer voluit typen) kwam ik dan voor het eerst bij Ry Cooder en Los Lobos (die kende ik voordien enkel van hun feesthit ‘La bamba’) terecht, maar ik verloor dat Peter Case cassetje mettertijd uit het oog. Tot die bewuste dag in 2004 dus. Ik herbeluisterde de cassette en mailde meteen daarop mijn platendealer met de vraag of er nog een cd versie verkrijgbaar was. Bleek er net dat jaar (2004) een gelimiteerde versie verschenen te zijn. Een week later had ik mijn peperdure (23 euro) genummerde (Nr.4531/5000) legale versie van ‘TMWTBPMFNTG’. Een onmisbare plaat in mijn collectie en daarom nu, zij het schandalig laag, op plaats 93 van mijn album top 100.

‘TMWTBPMFNTG’ was overigens niet het proefstuk van Peter Case. Case had in de periode 1978-1984 naam gemaakt met z’n door new wave beïnvloede power pop band The Plimsouls waarvan iedereen die de jaren ’80 bewust heeft meegemaakt zich nog wel de hit ‘Million miles away’ zal herinneren uit de romantische komedie ‘Valley girl’ (met ondermeer een jonge Nicolas Cage in de hoofdrol). In 1986 verscheen dan z’n solodebuut; een plaat die ik tot op heden nog steeds niet gehoord heb. De opvolger ‘TMWTBPMFNTG’ daarentegen des te meer. Vreemd dan ook, dat ik nadien nooit de daaropvolgende platen van Case beluisterde, laat staan kocht. Tot vorig jaar ’Let us now praise Sleepy John’ verscheen. ’TMWTBPMFNTG’ moet in ieder geval een hoogtepunt in het oeuvre van Case zijn. Kan niet anders. Hierop hoor je dan ook een artiest op het toppunt van zijn kunnen. De power pop van z’n band The Plimsouls had Case intussen verruild voor indrukwekkende folkblues en op deze plaat werd hij daarbij geholpen door klasbakken in het genre als David Hidalgo van Los Lobos, Ry Cooder, Jim Keltner, Benmont Tench, T Bone Burnett en zijn toenmalige echtgenote Victoria Williams (een Amerikaans folk icoon, die ‘n paar jaar geleden ook alweer scheidde van haar zoveelste echtgenoot Mark Olson, de voormalige Jayhawk waarmee ze ook de americana band The Creekdippers vormde). Maar het meeste indruk maakt Case middels zijn verhalende, filmische teksten waarin hij bericht over aan lager wal geraakte onfortuinlijke gelukzoekers en andere losers, zwervers en marginalen. Randfiguren die op één of andere manier faalden in het leven en vervolgens meedogenloos uitgespuwd werden door onze keiharde maatschappij. Case gaf deze uitgestotenen en sociaal onaangepasten allemaal een thuis in het hartverscheurend mooie ‘Entella hotel’; een verstilde hymne ook voor de nachtburgemeesters en ander nachtongedierte die het daglicht en zodoende het “normale” sociale leven schuwen. Echt iets voor mij dus. Beluister die song vooral hier (en koop vervolgens de plaat):

 
http://static.boomp3.com/player.swf?song=c0kzbret8_a
Boomp3.com

En hier de clip van The Plimsouls classic ‘Million miles away’:



7 gedachten over “De man met de post moderne gitaar

  1. ah, da’s een nuttige tip! ik heb al veel van deze plaat gehoord, maar het is nog steeds een gat in mijn collectie. ik heb tot nu toe de s/t van the plimsouls (héle goeie popplaat), de eerste titelloze plaat van case, alsook “torn again”, wat ook een uistekende plaat is

    Like

  2. Ga vooral ook op zoek naar zijn titelloze debuut, geproducet door T-Bone Burnett. Ik kocht de plaat toen die uitkwam, vooral omwille van de producer. En ik werd niet teleurgesteld, verre van. Uitstekend muziek met als hoogtepunt ‘A Walk In The Woods’.
    De blauwe gitaar is misschien net ietsje beter, maar omdat het debuut de eerste kennismaking was staat die bij mij nog altijd in m’n top 30.
    Net als Roen heb ik zijn carrière daarna wat uit het oog verloren tot Sleepy John Estes en de uitstekende driedubbele (!) tribute die anderen aan Case hebben gewijd. Zelf heeft hij dan weer een tribute voor Mississippi John Hurt in elkaar gebokst dat ook niet te versmaden is.

    Like

  3. @ Guy:
    “torn again”, daar zeg je wat. ik denk dat ik voor nieuwjaar ook maar eens alles ga kopen wat er van case nog (gemakkelijk) te vinden is. ja, ik ben ne gemakkelijke 🙂 dus als ik die eerste titelloze niet “gemakkelijk” vind, weet ik u wel te vinden voor een kopie 🙂

    @ Peerke:
    ‘a case for case’! daar zeg je wat! altijd al willen bestellen, maar altijd “vergeten”. als je die artiestenlijst alleen al bekijkt, lijkt me dat dé ultieme tribute plaat. ben zeker benieuwd naar jeffrey foucault z’n versie van ‘entella hotel’.

    Like

  4. En ik heb ze wel die platen van Peter Case. Ontdekt dankzij Studio Brussel die regelmatig Pair of brown eyes draaide van zijn debuut LP. (Oorspronkelijk van The Pogues). En hem nooit meer losgelaten. Ik heb wel lang moeten wachten eer ik een concert van hem zag. In 2003 naar Parijs getrokken speciaal voor de Peter, en Roen, ge kunt niet raden wie in het voorprogramma speelde. Onze goeie vriend Bob Neuwirth!!!

    Like

  5. Als ik een hotel had zou ik het zeer waarschijnlijk Entella Hotel noemen. Die song roept prachtige herinneringen op. En ik ging er ondertussen al bijna vanuit dat de jaren tachtig niets dan bullshit hadden opgebracht.
    Ik wil niet belerend overkomen, maar het is misschien toch wel interessant om op te merken dat Peter Case met zijn lange titel verwijst naar een schitterend gedicht van Wallace Stevens, ‘The Man With The Blue Guitar’, waarvan hier een stukje:

    The man bent over his guitar,
    A shearsman of sorts. The day was green.

    They said, “You have a blue guitar,
    You do not play things as they are.”

    The man replied, “Things as they are
    Are changed upon the blue guitar.”

    And they said then, “But play, you must,
    A tune beyond us, yet ourselves,

    A tune upon the blue guitar
    Of things exactly as they are.”

    Like

  6. Ik ging er ook vanuit dat de jaren ’80 alleen maar bullshit opgeleverd hadden, Martin. Tot ik aan deze top 100 begon. En alle aanvullingen zijn niet beleren, Martin; ze zijn eerder een mooie aanvulling. Ik wist niet dat die titel hieruit afgeleid was. Dank dan ook daarvoor.

    Like

  7. Alwéér een CD die ik dringend vanonder het stof moet halen. “Travellin’ light” (mooi accordeonspel van Hidalgo) vond ik ook een hoogtepunt op deze CD. Case had een paar jaar later nog een bescheiden radiohit op StuBru (of was het Radio 1) met “Dream about you”.

    Like

Reacties zijn gesloten.